perrystam.reismee.nl

Bai-la(m)os, te quiero mi amor

Sabaideee,

Man man man, weer een heel verhaal plus mobiel naar de gallemiezen geholpen. Dit keer steek in mijn hand niet in eigen boezem, maar geef ik iemand anders deels de schuld (torie voor later). Het komt er wel op neer dat ik ondertussen meer dan 3 weken achter loop op moment van schrijven.

Bij aankomst op Don Det moest ik nog een verblijfplaats fixen om half 10 's avonds. Ik had via Rick gehoord dat je korting kon krijgen als je gewoon ergens binnenliep. Aangezien het geen hoogseizoen is en er erg veel verblijfplaatsen worden aangeboden. De Francaises zeiden dat ze wel een prima uitziende accomodatie hadden geboekt, dus liep ik met hun mee. Hier werd mij een privebungalow aangeboden voor 6 euro per nacht. 3 euro goedkoper dan op booking, dus accepteerde ik het voorstel. Die avond nog gegeten bij een healthy tentje, waardoor wij ook maar rode wijn namen ipv van bier of mixies om ons toch maar een beetje aan te passen aan de levensstandaard van het restaurant.

De volgende ochtend hadden we op het programma staan om een fiets te huren en het eiland te verkennen. Natuurlijk zijn plannen er om gewijzigd te worden dus heb ik de hele dag in een hangmat gelegen. Mede omdat de fietstemperatuur van 40 graden toch echt wel iets te heet voor me was, zonder daarvoor advie(t)s te hoeven vragen van Piet Paulisma. De sunset gingen we kijken vanaf het strand, dit was niet de beste keuze, want het uitzicht werd hier belemmerd door bomen die op de eilandjes groeiden, die in de Mekong Delta lagen. We hebben tenminste iets gedaan vandaag. Op tijd slapen was het volgende plan van vandaag en dat plannetje liep weer geheel in de soep toen ik onderweg naar mijn bungalow nog 4 gasten tegenkwam uit verschillende buurlanden.

De volgende ochtend stond ook in het teken van soep, dit kregen we namelijk mede als ontbijt voorgeschoteld voordat we in de kajak stapte. De soep was lekker, de rest was niet veel soeps. Nadat ik met mijn lenige lichaam Soepel de tweepersoonskajak was ingegleden gingen we rond de eilanden Don Det en Don Khong kajakken. Die tweepersoonskajak had ik gekregen aangezien van ons groepje van 4 er 3 een eenpersoonskajak wilde. Buiten het feit dat het voor de snelle/slimme rekenaars onder ons niet mogelijk is om in deze samenstelling te kajakken waren er ook maar 2 eenpersoonskajakken beschikbaar. Zoals het hoort heb ik de vrouwen voor laten gaan en mezelf tevreden gesteld met de tweepersoons. Na de eerste tussenstop was de samenstelling alweer veranderd, omdat een van de fransen haar krachten toch iets anders had ingeschat. Indepedent als ik ben heb ik haar plaats, zonder slag of stoot, maar even overgenomen. Die slagen en stoten kon ik beter bewaren voor mijn peddels in het water.

Tijdens de tussenstop hebben we een leuk uitziende waterval bezocht (na er al zoveel gezien te hebben ben je toch iets minder snel tevreden) en gelunched aan het water. Na een stroomversnelling waar verschillende kajakken omsloegen was het tijd voor open water of je hier nu wel of niet klaar voor was. We gingen namelijk op zoek naar de zeldzame irrawaddy dolfijn. Ongeveer een uur lang gestaard naar de Mekong opzoek naar een glimp, maar het valt niet mee aangezien deze dolfijn niet springt en geen rugvin heeft. Na een uurtje vin ik het wel weer genoeg geweest (ik laat in het midden of ik hem gezien heb of dat het een andere biggie fish was) en peddelen we verder om aan land te komen bij Don Khong. Hier werden we naar de grootste (niet hoogste) waterval van Zuid-Oost Azie gebracht, de Khone Phapheng waterval. De eerste waarschuwing die ik hier zag: warning, do not fall in the water of voor de geimporteerde Nederlanders onder ons: kijk uit dat je niet in de water-val. Dit was werkelijk een schitterende waterval en ik heb op het puntje van de rots gezeten (met de waarschuwing in mijn achterhoofd) om het geweld van het water zo goed mogelijk te aanschouwen.

Bij terugkomst op Don Det heb ik nog een volgende bijnaam van de Fransen in ontvangst mogen nemen: Perry bacon of op zijn Frans Perry Lardon. Deze had ik te danken aan de rood/roze gloed op mijn huid na een dag vertoeven op de Mekong, oftewel de kleur van bacon. Die avond werd de Franse enclave nog eens uitgebreidt en zat ik met 9 andere Fransen en mezelf. Dat Frans daarom de boventoon voerde was niet geheel onverwachts. Nu weet ik weer waarom ik Frans heb laten vallen op school. Evengoed mooi zitten en stom kijken tot een hoog niveau gebracht.

De volgende ochtend hadden we wel een fiets gehuurd, de hele dag voor omgerekend 1 eu. De leus goedkoop is duurkoop kwam hier nog ter sprake en het duurde niet eens 1 kilometer of mijn ketting lag er al weer af. Er zat totaal geen spanning op en ik legde hem er zo weer op. Waar wel spanning op zat was het beklimmen van de rotsen van de waterval die we bezochten. Er stond wel een bordje in het engels dat het niet mocht, maarja Fransen spreken geen Engels en ik voel mezelf nu ook Frans. Het water leek ook wel kalm genoeg op bepaalde spots om jezelf toch wel redden, hangt er dan ook weer vanaf waar je viel. We hadden wel een chillspot gevonden en mensen van het uitkijkpunt keken jaloers op ons neer. Dat hun uiteindelijk schapengedrag vertoonden was dan ook niet verwonderlijk te noemen. Daarna hebben we nog het grootste strand van 4000 islands (op Don Khong) bezocht en hebben daar de middag volgemaakt met een aantal frisse duiken tussendoor. De terugrit stond mijn ketting weer centraal, want na een paar keer er weer vanaf te zijn geknald kwam er nu een echte kink in de kabel. Hij zat nu echt moervast en viel er niet meer op te leggen. De benenwagen kwam er dus aan te pas en na een uur lopen hebben we de fietsverhuur weer bereikt. Fiets netjes op zijn plek gezet en ketting gelaten voor wat het was, want deze fiets was op voorhand al niet in staat om zelfs iemand van het meest ervaren fietsland te wereld over de eilanden te transporteren.

De dag erna was het tijd om Don Det weer te verlaten om door te reizen naar Thakhek, een ritje van 10 uur. Onderweg vooral geslapen en een verschrikkelijk ongeval gezien. De bus moest remmen dus ik keek naar buiten. Zag ik eerst een motor helemaal aan puin liggen en een paar meter verderop een man, waar weinig leven meer in zat. Zijn hoofd was opengespleten en er lag overal bloed. Heel akelig om te zien. In Cambodja heb ik ook een verhaal gehoord van een local dat wanneer je iemand doodrijdt je dit af kan kopen met 2000 dollar. Wanneer je iemand (ernstig) gewond rijdt, dien je alle zorgkosten te vergoeden. Het loont dus soms meer om een ernstig gewonde daarna gewoon nogmaals over te rijden om jezelf kosten te besparen. Dit was ook gebeurd met een vriend haar vriendin van de local. Zoveel is een mensenleven dus waard hier: 2000 dollar.

'S avonds aangekomen in Thakhek wilde ik die volgende ochtend direct aan de Thakhekloop beginnen. Gelukkig die avond nog twee mensen gevonden die dit ook wilden doen. Allemaal een scooter gehuurd bij Mad Monkey, die wel prijzig waren, maar zo goed als nieuw, zodat de kans op pech onderweg aanzienlijk wordt verkleind. De Thakhekloop is een loop van 450km die voornamelijk op de scooter/motor wordt afgelegd. De eerste dag bracht ons naar Thalang waar we sliepen bij Sabaidee Guesthouse. Onderweg hebben we nog een cave bezocht en een aantal foto's geschoten van de prachtige rijstvelden en kalkstenen rotsformaties waar we tussendoor reden. In de cave heb ik nog holy water gedronken, wat je lichaam en geest reinigt. Aangekomen bij het Guesthouse had ik inderdaad door dat het je lichaam reinigt, want ik had een erg goede relatie met de WC opgebouwd in relatief korte tijd. Waar ik wel zin in had was de all you can eat barbecue bij het guesthouse en mijn maag was in ieder geval goed leeg om hier aan te beginnen. Gezellig met iedereen aan tafel en de barbecue stelde niet teleur evenals de verhalen die we hoorden van mensen die de rest van de Thakhekloop al hadden gedaan. Na een biertje of 3, ben ik trots op mezelf (ook al is een biertje hier 620 ml) terug gegaan naar mijn bungalow om weer fit aan de start te verschijnen.

Het eerste deel wat we moesten rijden scheen het meest mooie deel van de loop te zijn en het was ook schitterend. Lange vergezichten met voornamelijk dode bomen in het water, wat een mooie combinatie opleverde. Nog een waterval bezocht zonder water, voordat we koers zette richting de cold springs. Dit was echt een verfrissende duik te noemen, ik weet niet hoe koud het was, maar de naam deed zichzelf eer aan. De weg naar deze cold springs was ook echt fantastisch, een grindpad met op de achtergrond een reusachtige berg met links en rechts allemaal koeien, waar ik met de futuristisch uitziende Q-bix scooter tussendoor slalomde.

Het 40 km lange weggetje naar Konglor, onze eindbestemming voor die dag was niet anders. Wat het ook extra leuk maakte was dat er zoveel spelende kinderen langs de weg waren en die constant naar je aan het zwaaien waren. Al zou ik dit niet zo leuk vinden, zou ik al lang al een lamme hand hebben gehad, maar die lach die je op hun gezicht kan toveren door terug te zwaaien is fantastisch. Aangekomen in Konglor hebben we geslapen in homestay 7, de bewoners spraken geen Engels, maar hebben me wel uitstekend voorzien van mijn basisbehoeften: eten, drinken en een privebed. Nog wat laolao gedronken met de man des huizes alvorens ik heerlijk indutte.

'S morgens om 7 uur stond het ontbijt alweer klaar en voordat we weggingen kregen we nog een geluksarmbandje (touwtje) om onze pols gebonden, die tot de dag van vandaag er nog steeds om zit. Afknippen brengt namelijk ongeluk en hoewel ik niet zo extreem daarin geloof, hou ik hem toch lekker om. Op tijd uit de veren om de Konglor Cave te bezoeken en het massatoerisme wat hier op afkomt te ontwijken. We kregen een hoofdlamp op en een gids aangewezen en we waren de eerste groep in de cave. De boot ingestapt voor een 7.5 km lange rit door de cave heen. De grootste ruimte waar je doorheen vaart is wel 100 bij 100 meter, dus echt mega. Dit was wel een van de meest imposante grotten waar ik ben geweest. De laatste dag was de eerste 50 kilometer nog leuk, voordat we 100 kilometer op de snelweg moesten terug rijden. Het vervelende daaraan was dat een meisje niet sneller dan 50 durfde en hier geld het recht van de sloomste. Ze wilde ook nog eens niet voorop rijden, dus ik keek de hele rit meer in mijn spiegel dan naar de weg. Als ervaren Aziatische coureur (zo mag ik me onderhand toch wel noemen) kan ik met gerust hard zeggen dat je op de snelweg beter met de flow mee kan gaan, dus rond de 70-80 rijden, dan heel slowly te gaan en de kans te hebben door kamikaz(i)e drivers van achter geraakt te worden.

Eenmaal scooters weer ingeleverd en backpack weer opgehaald bij de travel lodge, heb ik direct een nachtbus naar Vientiane geregeld, de hoofdstad van Laos. Deze ging echter pas om 1 uur, dus had ik nog 8 uur te overbruggen. Tijdens de loop had mijn net aangekochte mobiel kuren gekregen, zomaar uitvallen met 90% en een aantal uren niet meer aangaan was dagelijkse kost. Buiten het feit dat ze mijn Laotiaanse simkaart ook niet goed hadden geinstalleerd, had ik dus genoeg reden om even langs de phoneshop te gaan. Die simkaart installeren bleek al een lastig karwei te zijn, want daar hadden ze wel 45 minuten voor nodig en er werd flink heen en weer getelefoneerd. Om deze eerste victorie te vieren, trakteerde ik mezelf op een ijsje. Niet èèn maar twee bolletjes, met het vertrouwen dat er nog een victorie in het verschiet lag. Ik had namelijk ook mijn eerste mobiel (van Joey), die kapotgevallen was op de grond, meegenomen. Bij het ontvangen van de ijsjes stond ik weer even verbaasd te kijken, ik kreeg namelijk twee ijsjes met twee bolletjes en ik dacht dat ik toch echt duidelijk was geweest. Blijkbaar zijn die dingen goedkoper als ik dacht. Nu is twee ijsjes opeten met Nederlandse temperaturen niet zo'n probleem, maar de temperatuur in Thakhek was er minder geschikt voor. Evenals het er raar uitziet dat je in je eentje loopt met twee megaijsjes in je hand.

Met een lichtelijke brainfreeze, vieze handen en net voor sluitingstijd sneakte ik nog even onder de half gesloten ijzeren deur door om mijn gebroken scherm mobiel aan de maker te geven. In Thailand kostte dit grapje in meerdere winkels meer dan €100,-. Deze man stelde €30,- voor. Als hij het dan weer doet helemaal prima. Hij wilde eigenlijk dat ik hem morgen kwam ophalen, maar omdat ik vannacht weg wilde gaan was dit niet mogelijk. Gelukkig had hij het beste met me voor en ging hij aandachtig aan de slag. Ik had ook het beste met hem voor, want ik had geen €30,- meer ter beschikking en ging dus op jacht naar meer moneyzz. Mijn mobiel met het goede vertrouwen in de mensheid achter gelaten. Met een flinke pas (of sukkeldrafje) ging ik op weg naar de oranje ATM (de enige ATM die maestro accepteert), deze bleek leeggetrokken te zijn. Mijn pas flink versneld (galloperend) naar de andere oranje ATM gegaan en dit was exactly the same torie. Terug bij de telefoonshop kon ik niet anders dan de waarheid vertellen dat ik een gierige Nederlander was en maar €25,- over had. Hij was zichtbaar aangedaan en had met me te doen, dus ging hij akkoord met de rest van mijn geld, waarbij ik het kleingeld zelfs nog mocht houden, waar ik al tijden lang mee zit en niet van af kom, omdat het nog geen stuiver waard is.

Volgende uitdaging die zich aandiende is dat ik nu geen geld had en mijn nachtbus nog moest betalen. Na een aantal pogingen om duidelijk te maken dat ik naar een oranje ATM moest en verschillende kleuren voorbij heb zien komen, kwam ik eindelijk bij een goede aan en die spuugde gelukkig ook nog geld uit. In de nachtbus mocht ik van geluk spreken dat er niemand naast me kwam liggen (moest dan wel een opgevouwen Aziaat zijn), want ik lag al diagonaal en met mijn benen in het gangpad. Na 6 uur aangekomen in Vientiane en direct een minivan doorgepakt naar Vang Vieng. Normaal zou deze er 4 uur over doen, maar ik had geluk en was er binnen 2.5 uur, compleet met al mijn ledematen.

Inchecken bij het gloednieuwe NaNa hostel kon nog niet, dus ben ik gelijk maar aan het zwembad gaan liggen. Aan de babbel geraakt met Morgan uit Schotland en voor dat ik het wist (nog voor het inchecken) zat ik in een tuktuk voor het tuben, het hoogtepunt van Vang Vieng. Je springt hier in een opgeblazen binnenband van een vrachtwagen en laat je meevoeren met de stroom van de Mekongrivier met in je ene hand een fles met drank en de andere hou je vrij om mensen om te gooien of nat te maken. Onderweg kom je een drietal barretjes tegen, die je proberen binnen te halen door een touw naar je te gooien. Dit waren er voorheen ongeveer 15, maar doordat er toendertijd te veel dronken mensen zijn verdronken hebben ze het gros gesloten. Wat ik leuk vond aan de barretjes is dat je er allerlei verschillende sportactiviteiten kon spelen. Eerst een balletje meppen op het volleybalveld, vervolgens een balletje gegooid in een bierglas (beerpong). Waarbij de straf was dat de verliezer door een nabijgelegen modderpoel moest rollen, dit wil je niet verliezen! Door een mooi Schot van mijn Schotse compagnon wonnen we de wedstrijd. Flink gelachen om de twee Schotse varkentjes in het poeltje. Schotse mensen zijn ook lekker gek, hou ik van. Daarna nog een lekker potje gevoetbald met de locals, waar we tegen de twee varkentjes moesten en dus niet ongemodderd uit de strijd kwamen.

Op naar de volgende bar! Hier kon je tafeltennis en basketbal spelen. Na eerst een aantal keer te zijn ingemaakt met tafeltennis was het tijd om mijn basketbaltalenten te tonen. Na eerst de driepunterwedstrijd als Stephen Purry te hebben uitgegooid, gingen we in teams. Ik wees iedereen er nog even op dat het onwijs glad was op het houten basketbalveld, waar met water op werd gesproeid. Toch kwam de fanatiekeling weer even in me naar boven en ik sprong omhoog om een bal te dunken. Daar liggen bepaald niet mijn kwaliteiten en ik kwam terecht op mijn knie en elleboog. Vooral mijn knie hevig bloedend (deels alcohol hoor), ben ik naar de barvrouw gegaan. Het was namelijk geen slim idee om met zulke wonden weer het vieze rivierwater in te gaan. Het werd flink ingepakt en bij het eindresultaat zag het er kunstig uit. Onderweg naar de laatste bar werden we al een tijdje achtervolgt door een boot, die ons adviseerde om te stoppen en terug naar Vang Vieng te gaan met de tuktuk. Wij lagen alleen nog wel prima is onze tubes en bleven lekker door dobberen. Totdat we, toen het donker was geworden, in een fuik van mensen terecht kwamen, waar het advies veranderde in een opdracht waar niet onderuit te komen viel.

Op de plek van uitstappen was er een bijzonder tafereel gaande: een Zuid-Koreaanse familie (30 man) had een eigen restaurant gecreeerd en was hier aan het dineren. Zowel de tubing- als de Zuip-Koreaanse groep hadden al een aardige borrel achter de kiezen en dat resulteerde in een gezellige boel. Waarbij wij eten kregen in ruil voor foto's, goede deal dacht ik zo. Nog een aantal nummertjes meegeblerd als Volarè, voordat we het zingen voortzette in de tuktuk, waar we door veel mensen werden nagekeken als gekke idioten. Aangekomen in het hostel was het rond half 8, dat betekent 2 uur lang gratis vodka en whiskey. Vervolgens naar de Sakurabar gegaan als preparty voor de jungle party. Voor de jungle party werden we om 12 uur opgehaald met een tuktuk en naar de plek gebracht, deze rit ging vrij rapido. Je zou denken dat ik wel ergens zou afhaken, aangezien het een superlange dag is geweest (met veel alcohol) en ik nauwelijks heb geslapen in de nachtbus. Ik zou echter mezelf niet zijn als ik niet tot laat zou blijven plakken en zodoende gebeurde dat ook. Nadat het laatste plaatje was gedraaid en Morgan uit een boom was gevallen was het tijd om er een eind aan te breien. Ik heb nog eventjes met de DJ's staan babbelen en toen ik weer omkeek was Morgan weg. Ik weet niet of hij toevallig tot morgan heeft gezegd, maar wat ik wel weet is dat ik er nu alleen voor sta. Alle tuktuks waren al verdwenen en de rit te voet was toch zo'n 1.5 uur lopen. Verre van ideaal na een avond als deze. Nadat ik nog achtervolgd ben door een groep honden vond ik het mooi geweest en probeerde ik mee te liften met ieder persoon die nog langs reed, zelfs als ze de andere kant op reden. Na een paar pogingen had ik geluk en mocht ik achterop bij een gozer van wie zijn motor bijna uit elkaar viel en nog een zijspan met voedsel had. Ondanks dat ik ook trek had gekregen zat eten krijgen er niet meer in. Veel te veel betaald kwam ik met de opkomende zonnestraaltjes weer thuis. Op dit moment was ik bekaf en ben ik pas om 4 uur weer me bed uit komen rollen. Ontbijt met een bierie aangezien ik snel weer een nieuwe groep had ontmoet en weer lekker uitgeweest die avond.

Die ochtend daarop had ik met deze groep afgesproken om weer te gaan tuben, alleen in plaats van de yellow route deden we de red route met iedereen van het hostel die daar zin in had. Nadat ik plaats had genomen in mijn redtube heb ik even proberen te surfen, maar na zoveel drank de afgelopen 2 dagen is mijn balans ver te zoeken. De groep om het te doen was leuk, de barretjes die we tegenkwamen minder. Het waren meer verkooppunten van alcohol met een beetje muziek, dan gezellige barretjes.

'S avonds weer gebruik gemaakt van de gratis drank, naar de Sakurabar geweest en afgesloten bij de Vivabar. Bij de Sakurabar heb ik weer een item van mijn bucketlist kunnen afstrepen. Koreanen leren struckenducken of meer Nederlands vertaald struikenduiken. Ik weet niet of dit fenomeen alleen in Nederland bekend is, maar ik denk dat heel Zuid Korea nu aan het struckenducken is, omdat hypes zich daar altijd razendsnel verspreiden. Nadat iedereen een aantal duiken had gemaakt vroeg een of andere scandinavische gezette viking aan mij wat we aan het doen waren. Spelletje uitgelegd en hij dook over de tafels zo de struik in. Zonder twijfel de duik van de dag, wat werd beloond met een ticket naar buiten. Ik werd ook al in de gaten gehouden hoorde ik van Freek, dus ben ik van de achterkant naar de voorkant van de bar gesneakt. Heb ik twee mixers gehaald met vodka, wat mij een gratis Sakura-shirt (of sakhurtje voor de kenners uit Chiang Mai) opleverde. Dit was mijn nieuwe vermomming voor die avond en ik werd niet meer herkend.

Na de nacht uitgespeeld te hebben, scheen ik aan Freek en onze nieuwe groep beloofd te hebben die ochtend weer te gaan tuben. Er was namelijk ook nog een blauwe route. Deze had ik net gemist, omdat ik nog blauw in bed lag. Ik kon me nog wel een keer opladen om die avond weer mee uit te gaan. Deels om de schade van de heg op te meten. En die was om en de nabij, pak em beet meer dan ik lief had. Vooral de afdruk van de viking was goed zichtbaar. Met enige spijt heb ik besloten als anonieme geldschieter de bar dan maar te sponsoren door veel drank te kopen. Het was wederom een lang nachtje.

Die dag erna had ik het idee dat ik Vang Vieng wel had uitgespeeld, hoewel Vang Vieng waarschijnlijk hetzelfde over mij dacht, want na vier dagen feesten was ik kapot. Besloten om nog een nachtje bij te komen en daarna de minivan naar Luang Prabang te pakken. Daar aan het eind van de middag aangekomen in het Vong Prachan Hostel, zaten er direct twee bekenden van Vang Vieng in mijn kamer. Met hun groep een drankje wezen doen en ik zag in die groep nog een bekend gezicht, maar dit keer al van langer geleden. Ik kon er niet op komen en toen ze mij zag zei ze heel enthousiast: Hi Perry! Mijn gevoel was dus goed, maar ik kon niet plaatsen hoe ze heette of waar ik haar gezien had. Toen de monkey out of the sleeve kwam kon ik wel plaatsen waarom. Het was het meisje waar ik zo vreselijk om gelachen heb tijdens die happy brownie in Cambodja.

Om half 12 sluiten alle barretjes in Luang Prabang en als je dan nog ergens zin in hebt is er nog een optie: bowlen! De bowlingbaan met 20 banen blijft namelijk tot 2 uur open. Mijn naam als sperry (/////), weer waargemaakt en daarmee niemand gespared. De avond afgesloten met een partijtje boogschieten. Boogschieten is iets, waar ik met mijn lichte vorm van drankparkinson, geen talent voor heb.

Die dag erop hadden we besloten om naar de Kuang Si waterval te gaan. Deze stelde niet teleur en bovendien kon je er ook nog een verfrissende duik nemen. Dit deden we nadat we tot de top van de waterval waren geklommen. Hier verwachtte ik een mooi uitzichtpunt maar die kwam er helaas not. Er bevond zich ook nog een sunbear opvangcentrum in het park, geinige beesten om te zien, ondanks dat ze nauwelijks bewegen. Ik moet ook eerlijk toegeven dat ik ze groot gelijk geef met dit warme weer.

Teruggekomen in het hostel keek ik even naar mijn wond die ik had opgelopen tijdens het basketballen. Deze zag er niet heel lekker uit en ik vroeg aan Eric, die meer levenservaring heeft dan mij, wat ik ermee zou doen. Hij adviseerde mij om de korst ervanaf te halen en er pure methanol op te gooien. Geen leuk klussie, maar wel the way om een infectie te voorkomen. Mezelf groot gehouden en niet eens een traantje gelaten. 'S avonds de avondmarkt bezocht en heerlijk gegeten bij een tentje, soort van hutspot, maar dan met een Laotiaanse naam. Daardoor stond ik er die nacht goed voor om weer een balletje te gooien. Die dag erna nog een cheap massagesalon gevonden, waarbij de kwaliteit ervan boven mijn verwachting uitkwam.

Nog een paar potjes gepoold voordat ik de nachtbus naar Bakeo instapte. Hier leek ik het weer goed te treffen door alleen op mijn bed te liggen, totdat de langste Laotiaan die ik ooit heb gezien de bus instapte en naast mij wel een cozy plekje vond. Hier werd ik even met mijn neus op de feiten (en het raam) gedrukt, dat je niet te vroeg moet juichen. Ik was blij dat hij prima kon slapen, maar voor mij was het andere koek. Na twaalf uur in de bus, waarbij er nogal wat slingerweggetjes werden afgelegd, kwam ik rond 7 uur met zero sleep aan in Bakeo.

Samen met iedereen die naar het dorpje Bakeo moest in een tuktuk gestapt en de rit duurde langer als dat we dachten. Na een tijdje stonden we opeens op de grensovergang van Laos naar Thailand en dit was voor mij een paar dagen te vroeg. De tuktukchauffeur had zijn oren niet goed gespitst en had ons naar de verkeerde plek gebracht. Totally not amused begon hij terug te scheuren naar Bakeo en hier kwam ik vrij nat aan, aangezien het vrij hard regende en de chauf er weinig aan deed om de grote plassen te ontwijken, wat ik wel snap want zijn woede moest ook even bekoelen.

Aangekomen in Little Hostel moest ik nog een drietal uur wachten voordat ik mijn kamer in kon en mijn misgelopen nachtrust kon inhalen. Besloten om eerst mijn plekje voor morgen bij The Gibbon Experience te reserveren en gelukkig was er nog plek om de express tour te doen. Ik had expres voor deze gekozen, omdat deze vooral het ziplinen door de jungle bevatte. De andere tours waren de classic en de waterfall. Classic heb je meer kans om gibbons te spotten, maar die apen heb Al gezien in Pai. De waterfall tour bevatte meer trekking door de jungle en het bezichtigen van een waterval. Nu hou ik best van trekking maar ik beweeg me liever voort via een ziplinen dan te voet. Het is dus een weloverwogen keuze geweest om de expresstour te doen. Het was ook een nacht+dag minder dan de andere tours, wat de prijs ten goede kwam. Het kostte evengoed weer een flinke duit, maar heb er geen slecht verhaal over gehoord van mensen die het gedaan hebben.

De volgende dag begonnen we om 8 uur met een briefing over de gevaren en wat we wel en vooral niet moeten doen om het geen combinatie van ziplinen en skydiven te laten maken. Nadat we waren afgezet door een tuktuk en waren uitgezwaaid door allemaal kinderen begon de tocht. Eerst een hike van 1.5 uur om bij de eerste echte zipline te komen. Ik had ondertussen Job ontmoet die ook uit Nederland kwam. De overige 7 mensen kwamen volgens mijn gevoel uit Wenen (Oostenrijk), omdat ze de hele tijd aan het janken waren tijdens de hike en ook tijdens het ziplinen (als je hoogtevrees heb is het ook best scary). Tijdens de lunch kwam ik erachter dat ze allemaal uit Israel kwamen. Onderweg naar de eerste zipline hebben we nog mieren en diverse planten gegeten.

De eerste zipline was rond de 50 meter hoog en 350 meter lang, een leuk opwarmertje. Aanhaken en gaan! Man wat voel je je vrij als je daar boven de jungle zweeft met die prachtige uitzichten. Wat wel belangrijk was, was dat je een goede houding aannam: naar achter leunen en zoveel mogelijk opgerold als een bowlingbal (waarvan ik nog goed wist hoe die eruit zag na het bowlingavontuur in Luang Prabang). Deed je dit namelijk niet had je grote kans dat je het laatste deel van de zipline moest monkeyen, oftewel jezelf ondersteboven naar het einde trekken. Dit is mij gelukkig maar eenmaal overkomen en wel op de tweede zipline. Deze scheen al een prachtig uitzicht te hebben, dus dat wilde ik filmen met mijn actioncam. Tijdens het ziplinen was ik teveel bezig met het filmen, waardoor ik spinde en veel te vroeg tot stilstand kwam. Bandje van mijn selfiestick om mijn pols en ik begon te klauteren. Totdat ik opeens iets een tiental meters naar beneden zag vallen, dat was mijn actioncam (helaas had ik hem al uitgezet anders was het helemaal een spectaculair filmpje geworden met de skydive erbij). Gelukkig kon Somedee, een van onze gidsen, naar beneden klimmen en ik bleef op hetzelfde punt hangen om aan te wijzen waar hij ongeveer lag. Alles nog heel, behalve het bandje dat om mijn pols zat, die was gebroken. Na 10 ziplines kwamen we bij onze treehouse aan, de grootste ter wereld en op 35 meter hoogte. Supervette plek om te slapen en de zonsondergang te zien.

Voor het diner, wat heerlijk was, zijn we nog naar de grootste boom van Laos gelopen. Om een idee te geven: er waren 8 mensen nodig die elkaars handen vast hielden om de boom te omarmen. Kee, onze andere gids, had voor 's avonds wat flesjes laolao meegenomen om deze soldaat te maken. Onder het mom van dat het Thaise nieuwjaar voor de deur staat (wat ze ook in Laos vieren). Gezellig gezeten en wat drankspelletjes gedaan voordat we op tijd gingen tukken, omdat je na zo'n hele dag activiteiten toch wel loof bent. Midden in de jungle zijn er natuurlijk heel veel beesten die je wakker houden en in onze boomhut kon je de boomratten (ter grote van katten) horen rondlopen.

'S ochtends om half 7 hadden we de kans om nog vier extra ziplines te doen, voordat we gingen ontbijten en hier maakte ik natuurlijk dankbaar gebruik van. Na het ontbijt vertrokken we naar de koning der ziplines: 200 meter hoog boven de jungle en 530 meter lang. Dan hebben we het ergens over, echt heel tof! Na nog 8 andere ziplines, waaronder eentje over de rivier, was de gibbon experience ten einde. Hier stond een koud pilsje onder een fontein op ons te wachten, beter kan niet. Ik heb tijdens de trip veel met de gids Kee gepraat, echt superveel geleerd over het leven in Laos en ook gehoord wat zijn droom was. Dit was een aantal weken naar Nederland gaan. Hij had al uitgerekend dat hij hier nog drie jaar voor moest werken om zijn droom werkelijkheid te kunnen laten worden. Heel mooi om te horen hoe hij het allemaal uitgestippeld heeft en zijn droom achterna jaagt. Buitendat hij een geweldige gids was, heb ik hem dan ook voor zijn droom, een voor Laotiaanse begrippen, flinke fooi gegeven en je kon oprecht zien hoe blij hij hier mee was.

Terug aangekomen in Bakeo wilde ik eigenlijk dezelfde dag nog de grens oversteken naar Thailand, maar omdat ik best kapot was, besloten om toch nog een nachtje in Little Hostel te slapen. Dit bleek een hele verstandige keuze, want bij aankomst zei de eigenares: hiii, you are Perry right? Dus ik zei zo van: thats right. Zei: I found something from you. Ik kon me niet bedenken wat het was, kwam ze met me creditcard en pasfoto's aangelopen. Alle radaren stonden op volle toeren te draaien, maar ik snap er nog steeds geen fluit van hoe die bij haar terecht zijn gekomen. Normaliter zitten deze namelijk in een zwart portomonneetje met daarbij ook oordoppen en mijn Nederlandse simkaart (abbonement loopt gelukkig in mei af). Die waren in geen velden of wegen te bekennen, evenals het zwarte portomonneetje. Als ik een dief zou zijn, zou ik meer waarde hechten aan een creditcard dan aan een set oordoppen. Ik denk dat dit tot en met de dag dat ik tussen 6 planken lig, een raadsel zal blijven hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ik ben in ieder geval blij dat ik mijn creditcard nog heb (zal die geluksarmband hiermee te maken hebben?).

Die dag erna ben ik om 8 uur vertrokken met de minivan naar Thailand naar een oude bekende van me, Chiang Mai. Op de weg daar naartoe werd het nummer Bailamos van Enrique Iglesias afgespeeld. En laat dat nu net een mooie titel zijn voor mijn verslag: Bai-la(m)os, te quiero mi amor, want hoewel ik uiteenlopende verhalen over Laos heb gehoord en daardoor twijfelde om heen te gaan. Heb ik geen moment spijt gehad van deze keuze, want Laos is prachtig!

Adioss bai laosss!

Reacties

Reacties

Sharon

Wat een belevenis weer broeder...
Geluksvogel dat je bent!
Tot snel, want je zuster begint je toch wel te missen na zesenhalve maand!
X

Wouter

Wat een een avontuur ( en woordgrappen). Geniet ervan makker!
Ik heb Facebook trouwens gewist, als je terug bent maar een biertje doen in Utrecht, mail me ff op wout145@hotmail.com voor mijn nummer. Veel plezier nog!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!