Singa pore Perry is going home
Yoooo,
Die ochtend zat ik lekker met mijn Britse companen een kleintje te doen bij het zwembad, totdat ik opeens een klap op mijn schouder voelde (beter dan op mijn barst terwijl ik slaap) van Sjoerd. Hij was samen met Jenny van koers gewijzigd en was ook verbaasd mij hier nog te zien, aangezien ik hier toch alweer 5 dagen zat zat. Op de Rinjani was het voor ons niet mogelijk om een goudgele te drinken, dus we raakten nog even te kantelen om dit te vieren. Al snel mondde dit uit in een aantal potjes beerpong en dat al aan het begin van de middag.
Rond een uur of 6 voelde ik hem al aardig zitten, maar de verrassingen stonden nog maar in de kinderschoenen. Ik werd namelijk uitgenodigd door twee dames om mee uit eten te gaan, wat al als een verrassing voelde. Aangekomen op de dinerlocatie werd mijn geduld nog even goed op de proef gesteld, want op tijd komen dat was nog even te veel gevraagd. Na 30 minuten wachten met een lege mobiel leek het alsof ik voor de gek werd gehouden. Ik droop af en verliet de tafel. Onderweg zag ik opeens twee schimmen naderen en die gestalten herkende ik uit duizenden; het waren Jet en Inez uit Warmenhuizen. Deze twee was ik in Vietnam al een dagje tegengekomen en nu kruisten onze paden weer. We kregen de menukaart voor onze nosso, maar deze werd pas na een uur open geslagen, omdat dat reizen in Azië toch wel wat noemenswaardige verhaaltjes oplevert. De ober was ondertussen al 5x langs geweest of we al een keuze hadden gemaakt, maar voordat ik dat deed ging ik even stralen. Ik was nog half aan het praten met die meiden en moest nog even een opmerking maken, terwijl ik achterom keek. Het volgende moment was er een ongelijke steen, die ik over het hoofd zag en mijn grote teen weer deed veranderen in een bloody mess.
Na het eten liepen we naar het hostel en kreeg ik medisch advies van een tandartsassistente en MER afgestudeerde om toch maar even naar mijn teen te laten kijken. Direct om de hoek zat er een medisch zaakje, dus ben ik daar naar binnen gewandeld. Ik werd na een korte prijsonderhandeling op de pijnbank gelegd en heb mezelf groot gehouden, dus zonder iemands hand vast te hoeven houden. De dokter was aardig in de wond aan het poeren met zijn schoonmaakspullen, dus ik was blij dat de alcohol zijn werk al goed deed. Met een van rood tot wit getransformeerde teen liep ik de zaak weer uit, konden we weer verder gaan waar we gebleven waren en een mooi avondje was een logisch gevolg. Ik kwam deze avond Gilian (en dat op Gili) ook nog tegen, die ik in Thailand tijdens Songkran had ontmoet, heel toevallig. Hij was de hoofdreden dat ik daar een avond in de gezamenlijke ruimte heb geslapen om te wachten of hij was toegelaten tot zijn opleiding.
De volgende dag wat kleine opstartproblemen, maar die waren snel verdwenen toen we eenmaal op het strand waren gestrand. Weer wat drankjes tot ons genomen en de avond, nee nog geen nacht, eindigde met een negatieve verrassing. De ramadan was namelijk begonnen en dit zorgde ervoor dat er om 11 uur door de microfoon werd geschalt: this is the last song for tonight! Nu respecteer ik het geloof, maar 11 uur, dat is wel even te vroeg voor Warmenhuizense begrippen hoor. Op zoek naar een after vergezeld door Jet en Inez, waanden we ons weer in Warmenhuizen, want dit tafereel zal menig keer in Warmenhuizen zijn voorgekomen. Op het hele eiland was echter geen bar met muziek meer open. Gelukkig waren de supermarkten nog wel open, dus hebben we daar maar wat Bintangetjes gekocht en hebben we, veelal dronken, mensen voor de gek gehouden die langsliepen. Wat nog wel bijzonder was om te zien was dat er een drietal mensen langsliep met een bord om hun nek met: I’m a thief, dont follow me! Op dit eiland worden mensen die stelen op een andere manier berecht en moeten ze dus de walk of shame lopen over het hele eiland. Mooi systeem om te zien en ze keken alles behalve blij.
Mijn nachtrust werd aardig verstoord door de moskee’s waar om 3 uur ’s nachts en 5 uur ’s nachts pittig wat geluiden uit kwamen. Kwaad moet je met kwaad bestrijden, dus dat geplaag hebben we maar opgelost door zelf die dag ook naar la plage te gaan. Omdat we wisten dat de barretjes die avond weer om 11 uur zouden sluiten, hadden we besloten om ons laatste avondje samen af te sluiten bij Egoiste, een luxueus Frans restaurant op het strand, waar het heel gezellig druk was. Hier kreeg ik een megaspies met biefstuk eraan, gegrilde groente en mooi opgemaakt met andere eetbare dingen en dit voor de schamele prijs van €7.50. Na het eten heb ik die meiden nog een aantal kaartspelletjes geleerd, die ik zelf ook had geleerd on the way. Dit tot 3 uur ’s nachts volgehouden, met voorbedachte rade, zodat de moskee onze nachtrust om 3 uur niet kon verstoren.
De volgende ochtend was het dan toch wel tijd om Gili T na 7 dagen te verlaten en mijn lever te laten herstellen van de krachtsinspanning die was geLeverd. Om 2 uur vertrok mijn boot van Gili T naar Nusa Penida, wat wordt beschreven als het verborgen pareltje van het verder mega toeristische Bali en bovendien wil ik hier nog een ding wat vooraf hoog op mijn lijstje stond verwezenlijken: met reuze mantarays zwemmen. Jet en Inez hadden me vooraf angst ingeboezemd dat de boottrip van Gili T naar Padang Bai verschrikkelijk was en hun waren heel blij dat ze voet aan eiland konden zetten. Na een rit van 3.5 uur werden we gedropt op een platform op zee en moesten we wachten op bootjes die ons naar het eiland zouden brengen (de rit viel trouwens alles mee). Dit duurde wel heel lang, terwijl de zon al bijna was verdwenen in de zee. Een nachtje doorbrengen op een platform op zee had ik eigenlijk niet op mijn wishlist staan, maar als het lot dat bepaald, why not? Wat is er nu beter dan wakker worden door een hoge golf die over het platform heen slaat? Na 45 minuten viel deze (natte) droom dan toch in duigen, want we zagen wat bootjes verschijnen.
Eenmaal aan land heb ik direct een mannetje op een scooter aangesproken of hij mij naar Bintang Hostel (de naam Bintang was hier van doorslaggevende waarde) kon brengen. Mijn backpack kon hij gelukkig tussen zijn benen stallen om een hernia te voorkomen. Na het inchecken vroeg ik direct of er een duikshop in dit afgelegen stukje buurt was en de goden waren met me, want er was er net eentje een maand open en die zat op 200 meter afstand. Ik ging na het eten direct even informatie inwinnen over wat er allemaal mogelijk was qua duiken op de korte termijn. Ik belandde echter in de wachtkamer, omdat er net iemand voor me was. Enkele ogenblikken later werd ik vergezeld door een stel die ook wilde duiken. Deze kwamen toevallig ook uit Nederland en dan wel uit die mooie stad achter de duinen: Den Haag. Personen uit deze stad ben ik op reis nog niet tegengekomen, vaak zijn het figuren op zich en dat accent hé, mooi vind ik dat. Ik raakte direct aan de babbel met David en Vera en het kwam er op neer dat David niet in staat was om te duiken, doordat hij zijn oren niet kon klaren bij een eerdere duik. Nadat wij aan de beurt waren vertelde de Franse eigenaar dat hij in principe vol zat voor morgen, maar dat ze wel voor het eerst sinds een paar weken weer naar de duikspot Manta Point gingen (je kan zelf wel invullen dat dit de beste plek is om mijn vrienden mogelijk te zien). De zee was namelijk de voorbije weken te ruig. We vroegen aan de eigenaar of het echt niet mogelijk was om mee te gaan naar Manta Point en gelukkig had hij nog een freelancer (Jim) achter de hand, die ook nog eens tijd had om mee te gaan. De gloednieuwe duikuitrustingen laten aanmeten en we waren good to go voor morgenochtend 8.15.
David en Vera hadden nog niet gegeten en ze nodigde me uit om mee te gaan, nu had ik al gegeten, maar ik kan nog steeds slecht ‘nee’ zeggen als het om leuke dingen gaat. Eerste bintangetjes geopend in het gelijknamige hostel en vervolgens mijn kribbe opgezocht. Daar was het gros van de mensen nog wakker en ben ik met hun aan de praat geraakt, terwijl ik op de rand van mij bed zat. Toen de badkamerdeur werd geopend, kwam daar een niet zo’n blije vrouw uit vandaan met de woorden: je zit op het bed van mijn vriendin. Ik had dit bed toch echt toegewezen gekregen van de eigenaar, dus dat liet ik haar weten. Ze was niet erg te genieten, dus stelde ik voor dat ik het andere overgebleven bed wel zou nemen. Zat ik daar, wilde ze het beddengoed wisselen, omdat ik op dat ene bed had gezeten. Toen ik aangaf dat ik hier nu ook al zat, hielp dat niet mee in haar humeur, dus heb ik, galant als ik ben, haar geholpen met het verwisselen. De rest keek het met lede ogen aan en toen ze de kamer verliet, begon iedereen er over te lachen over hoe je zo kon zijn. Affijn, karma pakt deze bitch wel een keer terug. Dit liet niet lang op zich wachten want we hadden een onwijze Indonesische snurker in onze kamer (ik had nog steeds geen oordoppen), waar iedereen last van had, maar vooral de buurvrouw die er vlak naast lag lang wakker hield. Mogen jullie raden wie deze karmabofkont was!
Het was dus niet de beste nacht die ik had gemaakt, maar ik was zo excited voor het duiken op Manta Point, dat ik hier snel overheen was. De duikshop bestaat dus nog maar een maand en doordat we met een grote groep waren (ongeveer 15 man), was de pick-up aardig volgeladen met uitrusting en moesten we zoveel mogelijk scooters rekruteren. David ging zelfs terug om zijn scooter te halen en toen hadden we er precies genoeg om iedereen bij de boot te krijgen. Na een pittig (eentje had het vrij zwaar en hing meer over de boot), maar mooi ritje langs de kust van Nusa Penida kwamen we aan op Bat Point. Deze plek is ‘ontdekt’ door Reeflex en we waren dan ook de enige die het water indoken en David dan, met zijn snorkel. David was het snorkelen ook alweer snel zat, aangezien de VISability bedroevend was. Vera en ik waren op dat moment net onder water, want doordat we nieuwe pakken hadden, duurt het even voordat ze zich volzuigen met water en je dus zinkt. Zelfs de extra kilo die we aan onze loodgordel hadden was niet genoeg om ons te laten zinken met een lege BCD. Jim ging daarom nog een extra kilo voor ons beide halen en toen daalden we gelukkig wel, al moesten we daar wel voor naar beneden zwemmen (zonde van onze lucht). Nadat we de eerste tien meter niks zagen en zelfs elkaar nauwelijks konden zien, kwamen we in helderder water. Bat Point staat bekend op zijn macroleven en dit is niet zoals je zou verwachten bij macro, grote vissen, maar juist de kleine beestjes als nudibranches, kreeften, angelfishes, batfishes etc. Deze hebben we ook wel veel gezien, maar toch hebben Vera en ik de duik als niet prettig ervaren. Onze duikinstructeur keek namelijk nauwelijks naar ons om en het was dat we zelf elkaar regelmatig het oké-teken gaven. Op het laatst besloot meneer ook nog een tegen een hevige stroming in te zwemmen en was ik vrij snel op 50 bar, waardoor we naar boven moesten. Niet ideaal, maar deze duik was een warmdraaiertje voor ons, want die reuzenmanta’s daar ging het allemaal om.
Na een prima fingerfoodlunch te hebben gehad, konden we ons weer gereed maken. Onze instructeur lag alweer in het water, terwijl Veer en ik de buddycheck nog moesten doen, ook iets aparts, maar we lieten het maar gaan. We daalden weer af naar een metertje of 15 en niet veel later zagen we de eerste reuzenmanta verschijnen. Dit was nog op een aardig afstandje, maar man man manta, wat zijn deze beesten groot. Deze roggensoort kan wel een spanwijdte krijgen van 6 meter en de manier hoe ze zich voortbewegen ziet er zo traag uit, maar bijhouden gaat je echt niet lukken. We zwommen verder en niet veel later verscheen er een echt een mega manta die over ons heen zwom, onze instructeur had het niet eens door, maar Vera en ik zaten vol verbazing te kijken hoe buitenaards deze wezens eruitzien. Daarna moesten we een flinke versnelling inzetten om weer bij onze duikinstructeur te komen. We dachten dat hij ons een speciale plek wilde laten zien, waar normaal gesproken veel manta’s komen, dat we zoveel aan het zwemmen waren, maar toen we boven kwamen bleek dit niet het geval te zijn. Onderweg zijn we nog 2 mantastische manta’s tegengekomen, voordat wij beide op 50 bar zaten, omdat we niet heel erg diep gingen was het evengoed een duik van 45 minuten. Met onze koppies boven het water keken we waar onze boot was en die was wel heel erg ver van ons verwijderd. We probeerden met alle attributen die we hadden de kapiteins aandacht te trekken, maar pas na 30 minuten in het water, vingen ze een glimp van ons op. Hij had niet verwacht dat wij zo ver waren gezwommen en dus werd direct bevestigt dat het weer een duik was, die veel beter had kunnen zijn. Van David hoorde we zelfs dat hij tijdens het snorkelen wel een stuk of 15 manta’s had gezien, vast omdat ze op dezelfde plek meerdere keren terug komen, maar dan nog, hoe vet! Wat wij zagen onderweg was echt wel mooi qua koraal, alleen als je op Manta Point duikt, moet de duikinstructeur kunnen begrijpen dat je voor de manta’s komt en sowieso is het heel raar als je constant met een flink tempo aan het zwemmen bent, omdat je je lucht er zo snel doorheen jast.
Eenmaal terug bij Bintang Hostel, waren we voornemens om naar Crystal Beach te gaan. Deze plannetjes vielen letterlijk en figuurlijk in het water, toen de ligbedjes voor het zwembad vrij kwamen en we van deze mogelijkheid gretig gebruik maakten. Van duiken wordt je door de stikstof in je lichaam ook ongelooflijk loof en nadat David even wat te drinken had gehaald, waren Vera en ik beide in slaap gevallen. Vera had nadat ze wakker werd nog een klein musje gevonden op de grond en vroeg zich af wat ze er mee moest doen (er liepen namelijk genoeg azende katten op het complex). Een van de medewerkers ontfermde zich over de mus, maar we zouden niet raar op kijken als we vanavond HumMus op het bordje kregen. Vandaar dat we ervoor kozen om niet bij het hostel te eten, maar bij een nabijgelegen Warung. Dit eten was heerlijk en was ook nog eens spotgoedkoop, die onthouden we!
De volgende ochtend hadden we het plan om vroeg een scooter te huren, maar doordat er nog een helmenrel ontstond, duurde het allemaal weer even langer. Uiteindelijk ben ik zonder helm op pad gegaan en hadden David en Vera hun gestolen helm weer terug (bleek later dat de vier anderen waar we mee in conclaaf waren, allemaal waren gevallen op de scooter). Nusa Penida heeft een heuvelachtig landschap, een goede hoofdweg en verschrikkelijke zijwegen. Deze zijwegen zul je toch in moeten slaan, wil je de highlights zien. Onze eerste stop was Kelingking Beach, deze bereikte we na ongeveer een uur bumpyriden. Het was de rit allemaal waard, want het uitzicht vanaf Karang Dawa Viewpoint was oogstrelend mooi. Smaragdgroen/azuurblauw water in de mix met een prachtig uitzicht naar beneden waar zich Kelingking Beach bevindt. Via de rotsformaties kan je de steile afdaling naar beneden maken die ongeveer 45 minuten duurt. Het uiteinde van de rotsformatie wordt ook wel de T-Rex genoemd, omdat het lijkt op het hoofd van een T-Rex. Tijdens het afdalen zagen we aan de linkerkant van de rotsformatie een manta zwemmen, alleen konden we via deze kant helaas niet afdalen.
Eenmaal op het strand was het echt prachtig en voor zo’n mooi strand echt niet druk. Handdoekies neer en plonzen maar, al vond ik dat Veer en Dav wel erg snel in de zee lagen. Reden? Ze hadden hun handdoek op hun scooter laten liggen, dus werd het later al snel erg gezellig op de mijne. Opeens zag David een zwarte vlek in het water, die zich heel langzaam leek te bewegen, wel op zwembare afstand, maar toch wel een stukje verderop. Niemand had er echt zin in om er naartoe te zwemmen, omdat we al een keer eerder waren teleurgesteld, maar een manta missen, dat wilden we ook niet. Uiteindelijk heb ik mijn snorkel gepakt en ben ik als een gek de zee in gerend. Bijna gearriveerd bij de zwarte vlek, dacht ik bij mezelf: ik ben nu de enige die zo diep in het water zit en heb dus geen idee wat dit is, alleen dat het beweegt. Wat me even een scary feeling opleverde. Opeens zag ik een paar vissies verschijnen. Hee, daar nog een paar! Het leek wel alsof ze om iets groots zwommen. De enige manier om hier achter te komen is er doorheen te zwemmen, dus nam ik een duik en de vissen schoten alle kanten op, maar er bleven maar vissen wegschieten. Bleek het dus een enorme school sardientjes (honderden) te zijn. Niet wat ik verwachtte, maar het zag er supergaaf uit. Schoten ze uit elkaar als je te dichtbij kwam, een paar seconden later waren ze weer gehergroepeerd. Nu was het alleen nog aan mij om David en Vera te lokken, want dit wilden ze sowieso zien. Ik kwam dus weer boven en had al gauw hun aandacht te pakken, door met mijn handen een grote regenboog uit te beelden en vervolgens met mijn armen de vliegbeweging te maken, liet ik weten dat er een huge manta was. Beter had ik het niet kunnen doen, want ze kwamen direct het water ingespurt met hun snorkel. Nadat ze waren gearriveerd vertelde ik hun gewoon onder water te duiken en ze waren net zo enthousiast als ik. Na een minuut of 10 begon de groep sardientjes met migreren en probeerden we ze terug te krijgen naar het ondiepere, alleen als we er naar toe doken, doken de vissen ook een stukje dieper. Evengoed gingen we met een voldaan gevoel terug, want vooral als je er niet vanuit gaat zoiets te zien is het alleen maar bonus.
Rond een uur of half 3 gingen we ons klaarmaken voor de klim naar boven en deze was zeer pittig in de brandende zon. Het zweet brak ons aan alle kanten uit en we waren dan ook maar wat blij dat we weer boven waren voor een verdiende lunch. Op de weg naar boven nog iemand, die mij herkende van Vang Vieng in Laos, tegen het lijf gelopen, al had ik op het eerste gezicht geen idee wie dit was. Nu was het aan ons om te bepalen of we nog naar de waterval wilde, die op een uur rijden lag en ook een flinke klim (rond de 700 treden) was. We besloten om naar Crystal Beach te rijden, daar van de zonsondergang genieten en nog even te snorkelen. Tijdens het snorkelen was er veel klein visleven, het koraal zag er oké uit en er kwam zelfs nog even een schildpad koekeloeren.
Eenmaal terug in het hostel hadden we met een ander stel afgesproken om een happie te gaan eten. Ik zat alleen nog wel zonder verblijfplaats, aangezien Bintang Hostel vanmorgen vroeg al zat volgeboekt. Met mijn mobiel wat boeken, viel niet mee door de slechte internetconnectie op het eiland. Na 6 maanden is er nog geen probleem onopgelost gebleven (behalve het vinden van oordoppen), dus dit zal ook wel goed komen. Het was erg gezellig tijdens het eten en iets voor 11 uur werd het toch wel tijd om onderdak te vinden, voordat alle recepties de deuren sluiten, als ze dit niet al hadden gedaan. Net voordat ik wilde vertrekken Stelde Dav en Veer nog voor om bij hun te slapen, ik Stelde dit antwoord zeer op prijs, maar ik weet ook dat een Stel momentjes voor zichzelf wil en ik mezelf niet moest aan Stellen door voor de gemakkelijkste optie te gaan. Op de onverlichte wegen ging ik op mijn gemotoriseerde fiets op pad naar de haven, waar de meeste hostels gehuisvest zijn. Na ruim een half uur, met de nodige stops of ik nog wel goed reed, kwam ik aan in de haven. Na bij twee hostels al de eigenaar wakker te hebben gebeld met hulp van de bewaker, zag ik mijn kansen op een overnachting slinken. Ik kreeg van de laatste eigenaar echter nog de tip om iets verder te rijden naar een ander hostel. Nog een keer de weg gevraagd, terwijl ik ernaast stond, maar de eigenaar was gelukkig wakker. Het leek wel alsof hij op mij gerekend had, want hij had precies nog een plekje beschikbaar.
The next morning had ik met David een belangrijke taak op het programma, want we hadden beide niet genoeg geld meer om het eiland af te kunnen en onze pinpassen/creditcards werkten niet bij de hoofd ATM. We hadden via-via gehoord, dat er in een nabijgelegen restaurant gepind kon worden als deze genoeg cash tot hun beschikking hadden. Helaas bleek dit niet het geval en we konden het in de loop van de dag nogmaals proberen, zonder enige garantie van succes. Deze gok gingen we niet nemen, dus vervolgden we onze reis over het eiland op zoek naar een ATM. Vele ATM’s geprobeerd, maar dit waren altijd ATM’s voor de locals. Vaak ben ik bij onze laatste hoop wel succesvol en dat was dit keer niet anders. Rtrtrtrtrtrtrtrtrtrt en daar kwam weer 2.5e miljoen rupiah uitgespuugd. Geld maakte dit keer echt gelukkig. De hele ochtend was bijna alweer om en we moesten aan het eind van de middag ook de boot pakken, dus besloten we onze islandseeingday maar om te toveren in een another Crystal Beach day. Met een happie, drankie, snorkeltje en in een heerlijke chillmodus hebben we de middag daar vertoefd.
Om half 4 zouden we bij het Bintang Hostel worden opgehaald door een auto die ons naar de haven zou brengen, dit had ik geregeld bij het hostel waar ik vannacht had geslapen en ook mijn ticket had gekocht. Even voor vieren was hij nog steeds niet gearriveerd en Bintang Hostel bood aan om ons weg te brengen voor dezelfde prijs. We kozen eieren voor ons geld en zijn met hun meegegaan, zodat we onze boot om half 5 niet zouden missen. Net voordat we in de haven arriveerden, kwamen we nog vast te staan in het verkeer. Ik moest mijn ticket een kilometer verderop nog ophalen, dus besloot ik de benenwagen te pakken. David en Vera zouden zich ontfermen over mijn backpack. In een geitendraf hobbelde ik naar het hostel toe en voordat ik het had bereikt, kwam er nog een toeterende auto langs. Nu ben ik al 3 dagen op het eiland, maar het is volgens mij nog niet zo dat ik al een BN-er (Bekende Nusa-er) hier ben. Bleken het David en Vera te zijn, want we moesten bij een andere haven opstappen en laat die nu net bijna tegenover het hostel waar ik heen moest te zitten. Mezelf bij het hostel maar niet al te opgewonden gemaakt over onze verlate pick-up (die op dat moment bij Bintang Hostel stond), aangezien we toch nog niet hadden betaald. Ik werd door de eigenares nog even pittig weggebracht op de scooter naar de haven en was dik op tijd, omdat onze boot niet half 5 vertrok maar om 5 uur.
Ik dacht dat er maar een boot van het eiland naar Sanur zou gaan, maar hier kwam ik even bedrogen uit. Toen ik in de rij stond met David en Vera hadden hun een ander soort ticket dan mij en met hun alle andere mensen. Bleek er dus een tiental meters verderop nog een boot te vertrekken om 5 uur, waar mijn ticket voor bestemd was. Nu had ik ook nog de mazzel dat toevallig een mannetje mijn backpack al op de boot had gedropt, dus ik rende de boot op om hem net op tijd tegen te houden voordat mijn tas in het ruim verdween. Snel naar de andere boot gerend en vooral het nummer wat gedraaid werd toen we vertrokken maakte indruk op me: Celine Dion – My heart will go on, oftewel Titanic en iedereen raakte in panic. Was dit een voorbode? Ik zal je vertellen: ik heb zonder kleerscheuren de overkant gehaald en daar was een slipper er weer eens vandoor gegaan, zonder de rechtmatige eigenaar. Gelukkig had iemand op tijd door dat het mijn slipper was en bracht hem dus terug, zo’n slippertje maken zie ik door de vingers.
Ik heb direct nog een grab genomen om de nacht door te brengen in Kuta. Kuta is een onwijs toeristische stad op het ook al toeristische Bali, niet een plek die ik graag wilde bezoeken, maar omdat ik ook niet met lege handen kan thuis komen, de ideale plek om souvenirs op de kop te tikken. Ik had ook gelezen dat je hier goede massages kan krijgen voor een habbekrats, dus dat heb ik die avond direct ervaren voor omgerekend 3 euro. In Kuta hebben ze ook een bruisend nachtleven, maar tegen mijn natuurlijke gedrag in, ben ik na de massage op tijd gaan slapen.
Die ochtend ging ik rond half 10 op pad om verschillende malls en marktjes te bezoeken. Hier kon ik mijn 6 maanden getrainde onderhandelingsskills nog een keer tentoonspreiden en ik ben nooit met minder dan 50% korting het marktkraampje verlaten. Die avond besloten het toch weer rustig aan te doen, want morgen had ik mijn laatste dag in Kuta en ik had die dag toch echt wel nodig om mijn backpack voller mee terug te nemen dan dat ik uit Amsterdam vertrok. Een massage was een goed begin van de avond en daarna besloot ik naar de bioscoop te gaan. Voor het eerst in mijn eentje naar de bioscoop en eigenlijk is dat helemaal niet erg, want tijdens de film praat je in principe toch niet. Er waren drie zalen en de keuze was reuze: zaal 1: Deadpool 2, zaal 2: Deadpool 2 en in zaal 3: Deadpool 2. Nadat de mensen voor me in de rij maZaal voor zaal 1 en 3 kozen, nam ik zaal 2 en daar zat ik Zaalig. Leuk wegkijkfilmpje, wat menig keer nog een grijns op mijn gezicht toverde (al haalde ik het niet bij de luidruchtige goedlachse Aziaten).
De volgende ochtend weer op tijd de slippers aangetrokken en alles waarvoor ik op pad was kunnen vinden. Er was zelfs nog wat tijd over om nog een Indonesische kapper te bezoeken en ik kwam terecht bij Rob Peetoom (Nederlandse invloed in Indonesië) en dit was een prima keuze. Vervolgens had ik toch wat honger gekregen en besloot ik voor de laatste keer de traditionele Indonesische dish gado-gado te eten en mi gado gado, wat was deze ongelofelijk lekker, echte foodporn hier. Om 4 uur zat ik voorlopig voor de laatste keer in de massagestoel, maar niet de eerste de beste. Ik had mij gister ingeschreven bij deze salon, die erg goed wordt beoordeeld op tripadvisor, waardoor vooraf boeken noodzakelijk is. De massage komt zeker in de top 3 terecht en daardoor kon ik fully relaxed mijn grab naar het vliegveld in Denpasar pakken. Er kwam alleen nog een onverwachte kink in de kabel. Ik had namelijk net te weinig rupiah om mijn grab te betalen. Gelukkig was er een girl naast me ook haar spullen aan het inpakken en ik vroeg of ze ook naar het vliegveld moest. Dit moest ze en haar vlucht ging 5 minuten later dan die van mij. Ze had nog geen vervoer en ook nog nooit van grab gehoord, dus ik beloofde haar plechtig dat wij voor een bescheiden prijs met comfort naar het vliegveld gebracht zouden worden.
Mijn vlucht naar Singapore vertrok om 23.10 en deze had ik bijna nog gemist, de gate was namelijk op het laatste moment veranderd, doordat onze gate in quarantaine moest voor een vlucht naar Australië. Ik zat echter teveel te genieten van mijn muziek, dat ik dit in eerste instantie niet doorhad en met mij de twee mensen naast me, die ik dan wel aldoor met een schuin oog in de gaten hield, omdat ik wist dat zij ook naar Singapore vlogen. Het was dat de bewakers later vroegen of we ook naar Australië vlogen en dit dus niet onze bestemming bleek te zijn. Prima vlucht gehad met Jetstar en om half 2 ’s nachts kwam ik aan in Singapore. Singapore is echt totaal anders dan de andere Aziatische landen waar ik ben geweest, het is er namelijk super schoon en modern. Kauwgom wordt bijvoorbeeld al niet verkocht hier en je krijgt een dikke vette prent als je de straten wel vervuild. Drinken of eten in de metro kost je nog meer dan een rib uit je lijf in Singaporese Dollars (1000 dollar, dus het kost je een hele rug). Sowieso is het leven hier een stuk duurder en dat merkte ik gelijk toen ik een taxi naar Inncrowd Hostel wilde pakken, 40 dollar voor een ritje van 30 minuten. Gelukkig kwam ik twee lotgenoten tegen die met hetzelfde probleem zaten, dus konden we mooi een taxi delen. Eenmaal aangekomen om half 3 vond ik dat er nog veel mensen op waren in het hostel en de reden had ik snel door toen ik mijn dorm in liep. Er leek wel een orkest gaande van snorende mensen (3 verschillende snurken) en het toeval wil ook nog dat al deze mannen in het bezit waren van een snor. Ik heb mijn muziekoortjes maar ingedaan om zo min mogelijk te horen, maar mijn laatste nacht in een Hostel was geen bijster groot succes. Ik was dan ook om 8 uur al wakker, maar dit was alleen maar prettig, zodat ik mijn enige dag in Singapore optimaal kon benutten.
Singapore beschikt over een parijs-wise metronetwerk, waardoor je je heel goedkoop en eenvoudig kunt verplaatsen van plek naar plek. Toch koos ik ervoor om te voet Singapore te verkennen. Ik begon bij Little India, een erg kleurrijke plek door alle schilderingen op de gebouwen. Vervolgens heb ik voet gezet richting de Singapore Flyer, het op één na hoogste reuzenrad te wereld (165 meter). De wachtrij en de prijs hebben mij echter doen besluiten om hier niet in te gaan. Ik heb mijn wandeltocht vervolg naar Marina Bay Sands, dit resort is 340 meter hoog en staat wereldwijd bekend om de toegepaste architectuur. Het heeft aan de bovenkant namelijk de vorm van een schip, op deze bovenkant is ook een infinity pool te vinden, die een prachtig uitzicht over de stad zou moeten geven. Helaas heb je hier alleen toegang tot als je ook in dit resort slaapt en de goedkoopste kamers zijn €300,- per nacht, wat me ook weer een beetje te gortig was, zeker omdat de infinity pool megadruk schijnt te zijn. De wagens die voor de deur stonden, spraken ook al boekdelen over het gemiddelde budget van de gasten die hier verblijven. Volgende ding wat op de planning stond was Gardens by the Bay, dit park wordt gekenmerkt door de grote metalen bloemen die bij zouden moeten dragen aan de vergroening van Singapore, wat heel milieubewust probeert te leven. Singapore zou namelijk niet een land met tuinen willen zijn, maar een land in een tuin. De metalen bomen zijn ook uitgerust met milieubewuste technieken om energie op te wekken om de twee botanische tuinen Cloud Forest & Flowerdome van energie te voorzien. Ikzelf heb een bezoek gebracht aan Cloud Forest, in deze kas zijn de mooiste orchideeën ter wereld te zien en is er zelfs een kunstmatige waterval gemaakt. Het heeft dan ook 6 etages met ieder zijn eigen verhaal. Zeker de verhalen op het laatst over de klimaatveranderingen zijn eye-openers. Daarna heb ik nog een flink stuk rondgewandeld bij Gardens by the Bay, in de zinderende hitte. Ik had wel trek gekregen in een lunch, dus liep ik naar de Chinatown. Ik had gelezen over het goedkoopste michelin-ster restaurant ter wereld: Hong Kong Soya Sauce Chicken Rice. Voor 3.50 Singaporese dollar heb jij dit maaltje op je bord en ik zal je vertellen, ik had er meer van verwacht. De kip was mals, maar bevatte veel botten en ik vond de rijst ietwat flauw, wat de soya sauce ook niet kon verbloemen (en dat van het land in een tuin). Ik had in ieder geval weer energie om de pittige wandeling terug te maken en ik werd geflankeerd door alle wolkenkrabbers die in Singapore staan.
Om half 5 was ik weer terug bij het hostel en ben ik even gaan douchen om mezelf klaar te maken voor de gratis steptour die het hostel iedere avond organiseert. Om 6 uur gingen we met een mooi koppel op stap, bepaalde highlights had ik overdag ook al gezien, maar Little Arabia was nieuw en de 2 gratis shows die we gingen bekijken. De eerste show vond plaats bij Marina Bay en was een watershow gecombineerd met licht, erg mooi. Vervolgens zijn we doorgestept naar de volgende show bij Gardens by the Bay. Dit was een lichtshow gecombineerd met muziek. Ik ging daar op de grond liggen om de grote metalen bomen zo goed mogelijk te kunnen bekijken. Terwijl ik daar lag begon ik opeens te beseffen dat dit gewoon het einde van mijn reis was en alles wat ik meegemaakt had kwam voorbijgevlogen. In combinatie met de magische show werd het een emotioneel kippenvelmoment, met alleen maar good feelings, dat ik dit heb mogen mee maken. Ik moest een half uur vantevoren de steptour noodgedwongen afbreken, omdat ik anders problemen met mijn vlucht zou krijgen. We waren verder weg dan ik dacht, dus flink bezweet kwam ik aan in het hostel, omdat ik zometeen een vlucht van 13 uur in het verschiet had liggen ben ik nog snel onder de douche gesprongen.
Vervolgens flink bepakt naar de metro gegaan en ik naarmate ik de tijd in de gaten begon te houden, begon ik hem steeds meer te knijpen, want voor een internationale vlucht wordt aangeraden om 3 uur voor de vlucht aanwezig te zijn. Bovendien beschikt Singapore over een vliegveld waar je U tegen zegt. Ik kwam 1 uur en 45 minuten voor mijn vlucht aan op het ondergrondse metrostation en heb mezelf de weg naar boven verschaft. Zag dat ik op terminal 3 was aangekomen en keek op het vluchtinformatiebord, hier stond een heel prettig bericht dat mijn vlucht ook van terminal 3 vertrok (voor de andere terminals diende je nog een metro te pakken). Tijdens het inchecken kon ik zo doorlopen en de vrouw vroeg of ik het goed vond of ze mij een andere stoel mocht geven. Ik wilde natuurlijk wel even de reden weten, maar deze kon niet beter uit pakken: ik kreeg namelijk 3 stoelen naast elkaar, allemaal voor dit corpulente mannetje. Tijdens mijn 13-urige directe vlucht (was maar €300,-, nog goedkoper dan mijn vlucht heen met tussenstop) heb ik mijn 3 kussens en nekkussen op de leuning gelegd en ben ik languit gaan liggen op de drie stoelen. Dit resulteerde in 9 uur slaap met de nodige versnaperingen tussendoor, die mij iedere keer verblijdde op mijn tafeltje als ik mijn ogen opende. Om half 9 ’s morgens kwam ik aan op Schiphol en zou ik nog een dag onderduiken bij Bas in Amsterdam. Zodat ik zaterdag mijn vrienden kon verrassen op de zomeropening van het festival Thuishaven om vervolgens de dag erna mijn vader, zus en rest van de familie te verrassen op mijn vaders verjaardag. ’s Avonds de rest van mijn vrienden nog verrast op de sportweek en dit is allemaal perfect uitgepakt en de enthousiaste reacties van iedereen waren natuurlijk fantastisch om te zien.
Voor de laatste keer: Adiossss!
Sleeping in my sleepingbag on the sleeping vulcano Rinjani
Yoooo,
Aangekomen op Lombok airport liep ik naar buiten en werd ik direct belaagd door allemaal taxichauffeurs die mij "goedkoop" naar mijn hostel wilden brengen. Prijzen van 200.000 rupiah (12 eu) voor
een rit van 30 minuten, klinkt niet zo heel verkeerd. De grab app deed het echter voor 50.000, daar waren de taxichauffeurs niet zo heel blij mee en grabchauffeurs worden dan ook niet toegelaten op
het vliegveld. Hij berichtte mij dat hij op de grote parkeerplaats stond, maar dat is voor iemand die er nog nooit is geweest geen duidelijke omschrijving. Het was ook al donker dus de
kentekenplaat vinden was ook geen makkie. Na 15 minuten kwam ik een behulpzame local tegen en samen hebben we de moeilijkst vindbare grab van deze trip gevonden.
Ik verbleef in Penginapan Artha, wat het meest betaalbare hostel was dichtbij het vliegveld, want na 30 uur reizen had ik het end aardig in de bek. Ik zou die daaropvolgende dag vanuit het hostel regelen om de Rinjani-vulkaan te beklimmen bij Syam trekker, iets prijzigere organisatie maar veel goede verhalen over gehoord. Helaas hadden ze pas weer plek over 5 dagen en ik wilde het zo snel mogelijk doen, mede doordat ik al 2 weken bijna geen druppel alcohol heb aangeraakt en dit je conditie toch wel ten goede komt. Er was alleen zo weinig te beleven in de plaats waar ik nu was dat ik besloot om naar Kuta Lombok te gaan, DE surfspot van Indonesie. Aangekomen in Ike's Hostel raakte ik gelijk aan de praat met iemand die die dag ervoor 2 dames uit Warmenhuizen had ontmoet, echter ontbraken de namen en ik heb nog steeds geen idee wie dit waren (geen Jet en Inez in ieder geval).
Die avond voor het eerst weerwolven van wakkerdam gespeeld en op tijd naar bed gegaan om de volgende ochtend op tijd op mijn supaaascootahhh te stappen. Wilde deze dag mijn record stranden zien op een dag aanscherpen, want Lombok staat mede bekend om zijn prachtige verlaten stranden. De eerste stop was Mawun beach en ik kan alvast nu over elk strand vertellen dat het zijn eigen schoonheden had. Wat me het meest is bijgebleven is dat ik tijdens het wandelen werd aangesproken door een leraar die met zijn klas moslimmeiden op een soort van werkweek was. Hij vroeg of ik met hun op de foto wilde, aangezien ze zelf te verlegen waren om het te vragen. Nadat die foto was geschoten, hadden ze de schroom van zich afgegooid en werd vanaf iedere mogelijke positie een selfie met mij gemaakt. Waardoor mijn lach steeds krampachtiger werd en ik op het einde waarschijnlijk leek op iemand die zijn verstandskies net getrokken was. Door mijn gezonde verstand te gebruiken heb ik ze daarom ook maar gedag gezwaaid en reed ik door naar Tampah beach. Het meest memorabele moment hier was te aanschouwen vanaf mijn handdoek (weetje: in indonesie is handdoek ook handdoek), er liep namelijk een flinke kudde koeien over de branding en dat gaf een heel mooi beeld met op de achtergrond het azuurblauwe water en witte strand. Gelukkig lag ik niet daar, maar verschillende handdoeken werden even de grond in getrapt.
Door naar Pantai beach, het surfstrand van Lombok. Hier liep ik naar een rustig stukje om mijn handdoek te positioneren, een plons te nemen en naar beginnende surfers te koekeloeren. Toen ik dichterbij kwam, merkte ik dat het mijn hostelgenoten waren en daardoor heb ik ook een aantal keer geprobeerd op het bord te staan, maar dit was tevergeefs. Het valt ook niet mee om met de balans van een pasgeboren veulen op een wiebelend bord te staan. Ik heb hun weer gedag gezegd en heb mijn route vervolgd naar Lancing beach, hierover heb ik weinig te vertellen, behalve dat ik alleen was, dat maakte het ook moeilijk om iets noemenswaardig mee te maken. De zonsondergang ging ik kijken bij Tanjun An beach en op de heuvel waar ik zat, heb ik een van de meest schitterende zonsondergangen van mijn trip gezien en ik kan je vertellen: dat zijn er nogal wat. Ik heb donker heb ik de weg teruggevonden over de onverharde en onverlichte paden.
'S avonds heerlijk gegeten bij een Marokkaan en mijn zoektocht naar oordoppen een klap gegeven, want mijn nachtrust is in 2 dagen al menig keer verstoord door een nabijgelegen moskee. Lombok is namelijk een van de meest islamitische delen ter wereld. Geen enkele persoon lijkt hier last van te hebben, want met de vraag in een winkel of ze nog earplugs hadden werd ik mooi naar de elektronicazaak ertegenover gestuurd, waar ik ook nog heenliep en voordat ik binnenstapte bedacht: dat zijn natuurlijk muziekoordoppen. Om mezelf dan maar zo rustgevend mogelijk in slaap te laten vallen, ging ik maar op zoek naar een massagesalon en dit was net een passage uit de film the best massage ever. Het was zelfs zo chill dat ik nog een half uur extra had bijgeboekt, omdat ik echt nog niet in staat was om de tafel te verlaten.
Die nacht was het niet de moskee die me wakker hield, maar een ronkende motor tegenover me. Het was zelfs zo erg dat een van mijn kamergenoten had besloten de nacht buiten voort te zetten op de sofa. So far mijn belevenissen in Kuta, want ik werd 's morgensvroeg opgehaald door een taxi van Rinjani Trek Centre voor de alom gevreesde Rinjani beklimming. Mijn afdingkwaliteiten kwamen in het telefoongesprek weer aardig uit de verf. De eigenaar adi vertelde me namelijk dat de vaste prijs 2 miljoen rupiah zou kosten, dus ik vertelde dat ik er over na zou denken. Een uur later had ik een whatsappie van hem dat het ook wel voor 1.8 miljoen kon. Ik vertelde hem dat ik 1.6 miljoen wel een mooi prijsje vond. Nadat hij 1.7 zei en ik de negeersessie weer inzette, kreeg ik een appie dat 1.6 ook wel goed was. Zodoende zat ik dus in die auto. Ik zat met 3 andere in de taxi, die allemaal naar de gili eilanden moesten en wat ik al verwachtte, moest ik een tijd wachten op mensen van de gili's die ook mee gingen naar Senaru, de plek waar we nog een overnachting hadden en vanaf waar de Rinjani trek (3 dagen en 2 nachten begon). Ik had niet heel lekker geslapen door de moskee die om 3 en 5 uur weer door me oren zat te bleren.
Aan het ontbijt ontmoette ik Sjoerd en Jenny, twee nederlanders die hun reis net een paar dagen waren begonnen en gisteravond aan waren gekomen. De rest van groep waren 4 stelletjes. Ik had van de vorige groep gehoord dat ze mij een bamboewandelstok ten zeerste aanraadde, dus had ik die vanuit de vertrekplaats meegenomen en degene die dit niet deden hadden al heel snel spijt, want het was een lifesafer. De eerste dag was een klim van Sembalung Lawang, wat op 1156 meter hoogte ligt, naar de krater van Sembalung op 2639 meter hoogte. Hier was, exclusief lunch, 7.5 uur voor uitgetrokken. Het begin was vooral heuvelachtig, waarin vals plat werd afgewisseld met neutraal en soms een kleine daling. Na de lunch begon het pure stijgen, in 3.5 uur tijd van 1800 meter naar 2639 meter, zonder posities meer waar je op de hele groep hoefde te wachten. Iedereen kon daarom zijn eigen tempo lopen, omdat wel een mannetje of 200 die dag was begonnen aan de Rinjani en je dus in principe niet kon verdwalen of alleen kon komen te zitten. Dit vond ik wel prettig, want behalve een frans stel uit de Alpen, die eigen prikstokken en bergbeklimpakken meehadden, was op Sjoerd en Jenny na, iedereen vrij traag.
Na iets meer dan 1.5 uur waren Sjoerd en ik dan ook al boven en we moesten nog wel 1.5 uur wachten op de rest inclusief de porters. Van de porters kan ik het wel begrijpen en ik heb ook alleen maar respect voor hun. Deze bazen brengen namelijk al spullen zoals: voedsel, tenten, slaapzakken, kookstel, water etc. naar boven. Niet in een backpack, maar door middel van een dikke stok op hun schouder en aan weerszijden alles vastgeknoopt. Het meest bizarre is nog dat dit hun niet zoals iedereen op bergschoenen doet, maar op slippers of blote voeten. Hoofdreden is omdat ze geen geld hebben om schoeisel te kopen. Ondertussen hadden we een prachtige zonsondergang op de kraterrand, waarbij de hele lucht aan weerszijden oplichtte door de vele kleuren. Het was superhelder dus dat betekende ook een goed zichtbare sterrenhemel en dat het heel snel afkoelde naar een graad of 5. Hier was ik wel op voorbereidt (lange broek, sweater, regen&windjack en meerdere t-shirts), alleen als je stilzit, krijg je het toch snel koud.
Het avondeten duurde allemaal veel te lang, waardoor we superkoud waren geworden en we laat onze tent pas inkonden om te slapen (21.30). Dit is vooral laat als je de komende nacht om 2 uur weer wordt gewekt. Je behoeften doen is natuurlijk wel een dingetje op een kraterrand en hoe graag ik ook op het randje wilde gaan staan en het zo naar beneden wilde zien vallen, was dit helaas verboden. We hadden een vierkant omwikkeld door doeken, waar je hoofd nog boven uitstak, waar je dit in een gat in de grond kon doen. Ik werd helaas een vervent bezoeker hiervan en het had alles weg van een voedselvergiftiging. Op een slechter moment kon dit niet uitkomen, want ik had alle energie nodig voor op papier de zwaarste dag 2. Ze zeggen dat je meestal naar zoiets wel een jasje uitdoet, maar daar was het op dit moment veel te koud voor. Ik sliep in de tent met Sjoerd en het was een verrot nachtje door het matje van niet meer dan 5 centimeter waar we op sliepen en de kou. Wat ook niet erg meehielp is dat Sjoerd me, 10 minuten voor zijn wekker ging, op mijn barst sloeg met de woorden: Perry we moeten eruit! Nadat we nog even bleven liggen en zijn wekker niet ging, bleek het 10 voor 1 te zijn, net mooi! Daarna heb ik niet meer kunnen slapen, omdat ik ook wel excited was voor de klim en de top te behalen voor zonsopgang, want dat is nogal al dingetje.
Om half 3, nadat we waren volgepropt met koekjes als ontbijt, gingen we lopen en het leek alsof we wat laat begonnen waren, omdat het begin van de klim al verlicht was met de hoofdlampen van mensen die al begonnen waren. Sjoerd en ik besloten weer samen te gaan en we hadden een lekker tempo te pakken. Op een rustpunt kwamen we Adi tegen, een van onze guides, hij wilde eerst op de rest wachten, maar toen wij aangaven dat we op dat tempo de zonsopkomst zouden missen, gaf hij ons gelijk en ging met ons mee. Om 5.15 hadden we samen met Adi de laatste stop bereikt voor dat de weg naar de top begon, de magische grens van 3726 meter. Sjoerd en ik begonnen alvast en Adi rustte nog wat uit voor het meest zware deel van de klim. De luchtcondities spelen hierin een rol, maar wat de laatste 400 meter vooral moeilijk maakt is dat het loszittend vulkanisch gesteente is. Waardoor je bij twee grote stappen, zeker een grote stap terugzakt. Met kleine stappen kom je geeneens vooruit en steil dat het laatste stuk was, ongekend! Dit stuk leek wel een slagveld, aan beide kanten lagen mensen uitgeput op de grond en velen hadden de hoop opgegeven. Sjoerd en ik bleven doorbuffelen en het is vooral een mentale kwestie, want ik was fysiek helemaal aan gort. Ik kan me niet heugen dat ik ooit zo erg heb afgezien, met elke stop rustte je wat uit, maar na 2 stappen was je weer doodop, mede door het zuurstofgebrek. Om 5.45 zagen we de horizon al langzaam verkleuren, dus zette Sjoerd en ik alles op alles om voor sunrise de top te bereiken.
Om 5.55 was er een kreet te horen van Sjoerd, die Jenny zelfs hoorde (zij was helaas afgehaakt). Ik liep er ietsjes achter en dit maakte het laatste greintje energie in me los, waardoor ik het laatste stuk rennend de top van de RENjani bereikte! Wat waren wij blij en precies op tijd voor de zonsopkomst, want 5 minuten later zagen we een wonderschone zonsopkomst op ons netvlies verschijnen. Een van de mooiste momenten van mijn reis en dat na precies 6 maanden, een letterlijk en figuurlijk hoogtepunt! Nadat we weer wat waren bedaard, koelde onze lichamen snel af, want op de top was het rond het vriespunt met een ijzige wind. Gelukkig hadden wij ons daarop voorbereidt door sokken om onze handen te doen en onze slaapzakken mee naar boven te sjouwen. Ik denk dat ongeveer 40 mensen de zonsopkomst vanaf de top hebben gezien, terwijl ongeveer 200 mensen dit als doel hadden, dit zegt wel wat over de krachtsinspanning die geleverd moet worden. Na een tijdje te hebben gechilld in onze slaapzak en te genoten hebben van het uitzicht, vonden we het wel weer mooi geweest, want koud bleef het evengoed. Na de onmisbare cliché foto te hebben genomen met het bord Van de Rinjani in je handen, bedacht ik dat het origineler kon. Vandaar dat ik weer in mijn slaapzak kroop, ging liggen op de grond, het bord in mijn handen hield en vervolgens een foto liet maken: sleeping in my sleepingbag on the sleeping vulcano Rinjani!
Dan mag de Rinjani wel in slaap gevallen zijn, zijn kleinere broertje die in de vallei ligt is dat niet. De laatste eruptie van deze jongen is alweer 4 jaar geleden en dit was een best wel hevige. Het is prachtig om te zien hoe de lava is gestold en zwarte sporen achter laat in het meer tot hoe ver het kon reiken toen het vloeibaar was. Een ander mooi moment op de top was dat iemand daar ten huwelijk werd gevraagd met de woorden: als we dit samen kunnen doen, kunnen we alles aan. Nu moet ik zeggen dat tijdens het klimmen er ook weinig woorden worden gewisseld, dus dan kan er weinig fout gaan ;). Na 1.5 uur op de top kwamen er nog steeds mensen binnendruppelen, maar vonden wij het tijd op terug te gaan. Dit was een stuk eenvoudiger, grote stappen en je hakken goed vastzetten, zodat je niet doorglijdt. Ik had door het behalen van de top nieuwe energie gekregen en was binnen een uur weer beneden. Daar kreeg ik direct een ontbijt voorgeschoteld en was het wachten tot de anderen terugkwamen. Ik probeerde nog wat te slapen, maar doordat er amper schaduw plekken waren werd ik alleen gefrituurd (fried blanda worden we hier genoemd).
Na 3.5 uur konden we eindelijk weer verder en ik was doodop. We hadden een afdaling van 3 uur op het programma door de kratervallei naar de hotspring (op 2000 meter) en moesten vervolgens nog 2 uur klimmen naar de andere kant van de kraterrand. In het begin was het lastig afdalen door de oncourante rotsen, maar na de lunch was het werkelijk oogstrelend mooi. Een vallei vol met groene vegetatie met op de achtergrond het kratermeer en de actieve vulkaan (er komen ook de hele tijd rookpluimpjes uit). Eenmaal aangekomen bij het meer en de hotspring was het al 3 uur en we moesten nog wachten op de slomere stelletjes. Daarom besloot Tari (onze gids) dat we hier maar gingen kamperen. Aan de ene kant helemaal niet erg, want ik heb 2.5 uur in de heerlijke hotspring gelegen totdat mijn lichaam op dat van een michelinmannetje leek. Dat betekende wel dat we morgen weer een pittige dag voor de boeg hadden en ik diende om 3 uur in Senaru te zijn, omdat ik als enige van de groep een boot had te halen.
De wekker ging daardoor de volgende ochtend om 6 uur, omdat we op papier toch nog zo'n 8 uur hadden te hiken, exclusief lunch. De nacht was ik aardig goed doorgekomen, doordat ik supermoe was en het een stuk minder koud was op deze hoogte. Een smetje op mijn nachtrust was dat ik wakker schrok, doordat Sjoerd riep: je hele teen ligt in het bloed! Huh wat?!?! Hij vloog net als mij rechtop in zijn bed en verontschuldigde zich daarna met: sorry sorry laat maar zitten. Duidelijk een geval van zuurstoftekort te hebben gehad op de Rinjani. Sjoerd maakte het allemaal weer goed door een uur later te zeggen: you are beautiful. Dit compliment heb ik maar in ontvangst genomen zonder hem wakker te maken, want dat hij praat in zijn slaap is wel duidelijk. Zelfs Jenny in de tent naast ons had hem een paar keer gehoord, bleek de volgende ochtend.
Na het ontbijt bleek al snel dat we niet echt de snelheid hadden om mijn boot te gaan halen en er met iemand vandoor gaan was niet mogelijk voordat de lunch verorbert was. Nadat dit was gebeurd om 12.30 moesten we nog 4 uur afdalen en afdalen dat ligt me opzich wel. Het Franse berggeitenstel, Sjoerd en ik besloten daarom met de porters mee te gaan, omdat die nu het meeste gewicht wel verloren waren en dit mijn laatste kans was om mijn boot te halen, ook al wisten we dat dit lastig zou worden. Nadat de Franse mannelijke berggeit opeens begon te rennen en zijn vrouw er achteraan probeerde te hobbelen, vroegen we bij de eerstvolgende stop waarom ze renden. Hij vertelde dat hij in zijn vrije tijd in Frankrijk graag de Alpen beklom en deze vervolgens rennend afdaalde en dit nu aan zijn vriendin aan het leren was. Precies iets wat ik nodig had om op tijd te komen. De afdaling was ongelijk, maar liep wel over jungle/bospad, wat beter rennend te doen is dan rotsen. Nadat we het volgende checkpoint als de brandweer hadden bereikt, rekende ik uit of ik op tijd zou komen als we dit tempo zouden houden. Ik was verbaasd over hoe snel we het deden, want met dit tempo zouden we binnen 1.5 uur beneden zijn in plaats van voorgeschreven 4 uur en dat was heel goed nieuws voor mijn boot. Ik schakelde wel even een versnelling terug, want iedereen was onderweg wel een keer gevallen en daar zat ik nou net niet op te wachten.
Rond half 3 kwamen we aan in onze verblijfplaats van 3 nachten geleden en werden het franse stel, jenny, ik en sjoerd direct de auto in gebonsjoerd om naar Bangsal te gaan, vanwaar mijn boot naar Gili T(rawangan) vertrok. Na een rit van 2 uur in een busje met een wel erg druistig rijdende chauffeur was het tijd om weer goodbye te zeggen. Sjoerd stapte direct uit en hij bedankte me snel voor de mooie/zware momenten, die we echt wel hebben beleefd op de Rinjani. Ik had amper de kans om wat terug te zeggen en hij rende alweer weg, wat had hij nu weer in petto? Dat werd al snel duidelijk, want hij was tijdens de autorit zo misselijk geworden dat hij over zijn nek moest. Van insiders heb ik gehoord dat hij in dezelfde rit de auto nog vier keer heeft moeten laten stoppen. Dit zal deels ook wel te maken hebben met de krachtsinspanning die we de afgelopen dagen gedaan hebben, maar we wilden de top bereiken, kotsen wat het kotst, misschien iets te letterlijk genomen door Sjoerd.
Op de boot naar Gili T dacht ik de verkeerde te hebben gepakt, omdat ik alleen maar locals op mijn boot had en Gili T is juist zo toeristisch als de pest. Toen ik na 15 minuten aankwam (ik wilde eigenlijk een dutje doen, maar voordat ik me ogen dicht kon doen waren we er al) en op maps.me keek, bleek de boot toch echt naar Gili T gevaren te zijn. Toch wel een pak van me hart, want ik was aan het eind van mijn latijn voor deze dag. Dat bleek wel in M Box hostel, waar ik mijn bed om 6 uur aanraakte en ik direct in slaap dommelde. Wat heel prettig was aan M Box was dat er maar 3 personen in de kamer waren, dus minder storende/snurkende mensen tijdens je slaap. Gili T staat bekend om zijn zon, zee, strand en uitgaansgelegenheden en dat had ik wel weer even verdiend na mijn jungle-, duik- en klimavonturen. Droen ben ik al een week of 3 niet geweest en het heeft er alle schijn van dat ik minder van alcohol ben gaan houden en mijn leven niet meer domineert. Nee grapje natuurlijk, een dagje of 3 op Gili T, is echt wel fun en kan ik met mijn antikaterskills prima hebben.
Wat me de volgende middag opviel is dat er geen scooters rondrijden op Gili T, maar dat we terug gaan in de tijd en mensen & goederen worden vervoerd met paard en wagen. Nu wilde ik het wel op zijn ritje wagen, maar dan voel ik me een zo'n over het paard getild persoon, dus ging ik samen met Juan (kamergenoot uit Espanjaaa) met de benenwagen naar de andere kant van het eiland. Onderweg kwamen we nog een hele kudde koeien tegen en die stonden, zoals koeien graag doen, op een heuvel. Alleen nu het euvel: deze heuvel was gemaakt van afval, een vreemde gewaarwording al zeg ik het zelf.
Eenmaal aan de andere kant heb ik het eerste Bintangetje genuttigd en hebben we de zonsondergang gekeken met uitzicht op Bali en haar 2 hoge bergen. Aan deze kant van het eiland was er ook een royale kans om paard te rijden, maar een keer in mijn leven op een paard vond ik wel prima, dus dat leed heb ik mezelf besPaard. Ik heb wel met lede ogen aangezien hoe ik mijn Indonesische uitgaansmaat de vernieling had ingeholpen, want die kon het tempo aan zijn gedrag te zien niet zo goed aan en is dus vroeg wedergekeerd naar het hostel. Gelukkig weet ik me in dit soort situaties altijd prima te vermaken en voordat ik een volgend drankje had, had ik alweer Deense "vrienden" gemaakt. Het mocht een geweldige avond/nacht worden, waar de drank rijkelijk vloeide.
Wat een nieuw item voor mij was tijdens het drinken was de vodka joss en dan met name de joss. Dit was een zakje met poeder wat je in je shot met vodka gooide. Dan begon het net als een chemisch experiment te borrelen, gaf het licht in het donker, dronk je het op en kon je de tandarts alvast bellen voor een afspraak, want mi gado wat was dat ongelovelijk zoet. Het geeft je dan wel weer energie om de nacht door te komen, al heb ik van andere weer gehoord dat ze er niet van kunnen slapen. Wat absoluut niet op mij van toepassing is.
De volgende middag, ik had het gratis ontbijt gemist, ontmoette ik Jack, een Brit. Nu weet ik dat Britten graag drinken, maar na onze kennismaking duurde het 10 minuten voordat ik een pilsje in mijn handen kreeg gedrukt, het is tenslotte al 2 uur. We hadden een heel chill hostel met een heerlijk zwembad en niet onbelangrijk: nog goedkopere bierprijzen dan in de supermarkt. Naarmate de middag vorderde, vonden steeds meer mensen de richting naar de bar en werden we goed vergezeld. Dit mondde uit in weer een avondje ouderwets uitgaan, of naja ouderwets, de laatste keer was de dag ervoor. Die dag erna nam ik een welverdiende sabatical day en heb ik de alcohol links laten liggen, helaas voor mijn lever functioneert die hand ook nog naar behoren. Vooral gezellig gezeten bij het hostel en rond 1 uur mijn heerlijke bed opgezocht.
Dit, omdat ik me de volgende ochtend had ingeschreven voor de snorkeltour. Het was 3 eu voor de trip en 3 eu voor de snorkelspullen, waarbij ik aangaf dat ik zelf al een masker had, dus dat ik de spullen niet nodig had. Helaas voor mij bleef de prijs evengoed 6 eu, waar voor geen mogelijkheid iets van af te snoepen was. Die ochtend gingen we eerst naar een mega toeristische snorkelplek tussen Gili T en Gili M. Hier hebben ze namelijk beelden ter water gelaten, wat er gerust indrukwekkend uit ziet, maar bij een duik er naartoe op 3 meter diepte moet je genoegen nemen met een paar flippers in je nek en dit heb ik als hoogst onprettig ervaren. Ik vond deze plek eerlijk gezegd verre van bijzonder. De volgende snorkelplek werd bestempeld als een plek waar schildpadden konden worden gespot. Ondanks dat ik deze wezens al veel heb gezien, blijven ze bijzonder. Al snel spotte we de eerste op zo'n tien meter diepte. Onze gids dook er gewoon naartoe om er een aantal seconden naast te zitten. Bizar hoe lang deze mensen kunnen "freediven", wat ook wordt gebruikt om vissen te vangen met een harpoen. Waarbij ze een aantal minuten onder water blijven (rond de 10 meter) om voorbijkomende vissen aan hun harpoen te rijgen en deze vervolgens voor poen te verkopen. Tijdens deze snorkeltocht voelde je het water prikken door het plankton wat in grote getale aanwezig was. Diverse mensen raakten hierdoor in paniek, omdat ze dachten dat het kwallen waren. Zelfs de bemoedigende worden dat het geen kwaad kon, kon er niet voor zorgen dat de boot ons uit het water moest oppikken. De laatste snorkelplek werd getekend door het lage aantal mensen wat het water in ging, omdat ze nog steeds bang waren voor het prikkende plankton. Het koraal in Gili T is ook weinig van over door het dynamiet vissen, dus daar hoef je het niet voor te doen. Misschien ben ik een beetje verwend geraakt met het zeeleven in Borneo, maar de snorkeltrip viel me niet helemaal mee, niet alles kan ook even leuk zijn.
We hebben toen nog gelunched op het derde Gili-eiland: Gili Air. Alvorens we weer richting M Box vertrokken, hier stond een heerlijk koud bintangetje weer met smart op mij te wachten en 's avonds hebben we de Jiggy, Reggae en Jungle bar weer onveilig gemaakt. 'S nachts bij ons zwembad wilde iemand haar creditcard hebben en dus besloot ik die naar haar toe te gooien. Helaas had ze eenzelfde soort motoriek als mij en ving ze hem niet. Na een tijd zoeken in het zwembad was hij nog steeds niet boven water, dus besloot ik mijn snorkelmasker maar weer tevoorschijn te halen. Net op het moment dat ik wilde zoeken, had Jack het pasje gevonden en scoorde hij niet veel later het meisje waar hij al lang op zat te azen. Betere onbedoelde wingman acties heb ik hier nog niet gemaakt, dus kon ik met een gerust hart gaan slapen.
De volgende dag stonden er namelijk drie verrassingen op het programma. Twee ervan kan ik wel positief noemen en een ervan is duidelijk negatief. Wat deze verrassingen zijn lees je the next
time!
Adi(vodka)Jossss
Acting like i'm born in Borneo
Yoooo,
Aangekomen in Kuching verbleef ik in Sunset homestay, waarbij ik voor 4 euro verbleef in een best wel luxe situatie. Eigen cabine met privacy, heerlijke warme regendouche en gratis ontbijt en
waterrefills. Terwijl ik van Maleisie hoorde dat het voor Aziatische begrippen duurder zou zijn en dat Borneo nog minder ontwikkelt is. Tijdens de eerste indruk vallen al deze uitspraken in het
niet. Heb heerlijk mijn Thaise vermoeidheid eruit geslapen en die dag heb ik vooral mijn planning in grote lijnen voor Borneo uitgestippeld.
'S avonds heb ik veel malls bezocht op zoek naar de nog steeds ontbrekende stukjes van mijn mobiel. Drie verschillende malls en tien verschillende telefoonsshops verder kwam ik eindelijk bij een samsungshop terecht, waar ze de SD- en simkaarthouder verkochten, endlich ka-ching in kuching. Nu wilde ik ook graag een simkaart, alleen hadden ze daar mijn paspoort voor nodig en laat ik die nu net in het hostel hebben laten liggen. Gelukkig had ik die avond niks beters te doen, dus ben ik in ongeveer een uurtje heen en weer gelopen in verschillende routes, zodat ik ook wat van de stad zag. Ik nam ook mijn telefoon mee die waterschade had opgelopen, omdat een pittig vrouwtje aanbood om hem gratis na te kijken of er nog wat aan te redden viel. Weinig kans, maar niet geschoten is altijd mis.
Met een Maleisisch nummer op zak ben ik de volgende dag om 7 uur op de bus gestapt om naar Bako National Park te gaan. Vervolgens nog een half uur met de boot en ik was beland in de jungle. Ik ging in mijn eentje heen met voorbedachte rade, want ik wilde wel eens een paar dagen in mijn eentje wat ondernemen. Kan me namelijk niet heugen dat ik dingen echt in mijn eentje heb gedaan, kijken hoe dat bevalt. Het park bevat allemaal hiking trails en ik schreef me direct in voor 5 trails, zodat ik onderweg niet terug hoefde.
Met 3 liter water begon ik mijn trip en ik was nog geen 100 meter onderweg en een gids sprak me aan. Hij vroeg of ik een probiscus wilde zien. Een wat? Ik had echt geen idee wat dit voor dier was en als Bearry Grylls zijnde kan ik dit eigenlijk niet maken. Toen hij mij naar een boom meenam, zag ik een voor mij in engels vertaalde nosemonkey (neusaap), maar die schijnen dus probiscus in het engels te heten. Ik kon een dier dat ik wilde zien in Borneo dus al afstrepen van mijn lijstje. De neusaap leeft alleen in Borneo en is in tegenstelling tot heel veel andere soorten nog niet bedreigd. Een van de redenen hiervoor heb ik gehoord van Osman (deze gids komt later in het verhaal terug). Hij vertelde namelijk dat hij in een volgend dierenleven een neusaap wilde zijn. Nu komt de aap uit de mouw waarom: een neusaap heeft namelijk 24 uur per dag een erectie, wat ervoor zorgt dat de daad op alle momenten van de dag kan worden verricht. Bovendien heeft een mannetjesneusaap altijd meerdere vrouwtjes tot beschikking. Dit is dus een voorbeeld van een diersoort die zichzelf door evolutie beschermt tegen het uitsterven. Ze zien er trouwens erg grappig uit.
Nadat ze beide weg waren geslingerd vroeg de gids of ik een flying lemur wilde zien. Graag natuurlijk en hij bracht me naar een boom, waar een vliegende lemur niet aan het vliegen was maar aan het slapen was. Zelf had ik deze nooit gevonden, dus ik bedankte de gids voor de bewezen dienst. Een vliegende lemur spotten is nog best zeldzaam aangezien het een nachtdier is en dankzij zijn vleugels tussen zijn poten vliegt hij van boom naar boom. Een heel veelbelovend begin van mijn nog maar korte dierenspotcarriere.
Ik begon aan de eerste trail en dit was gelijk de kortste om makkelijk te beginnen. De hele trail, ongeveer een uur, was ik gefocust bezig om dieren te spotten, maar verder dan een paar kevers en hoop mieren kwam ik niet. Geduld is natuurlijk een schone zaak met dit soort praktijken, dus ik gaf de hoop nog niet op. Vol goede moed begon ik aan twee trails die samen goed te combineren waren. Waarbij onderweg de kans op dieren redelijk aanwezig was en er aan het eind van de rit altijd nog een mooi viewpoint was over het strand geflankeerd door rots- en jungleformaties. De viewpoints bleken ook het hoogtepunt van deze trails (alleen een hoop makaken gespot). Of het moet zijn dat ik op mijn hoogtepunt wel een liter zweet per minuut verloor, want wat is het verschrikkelijk heet in een tropisch regenwoud met die 100% luchtvochtigheid. Op die drie liter water moest ik aardig bezuinigen op de terugweg, anders kwam ik zonder te zitten.
Ondertussen had ik tijdens de trail ook een groepje van drie ontmoet, die bij mij aansloten (alleen blijven lukte dus maar een aantal uur). We besloten terug te gaan naar de office om water te halen en wat we toen aantroffen was op zijn minst opmerkelijk te noemen. Een klein stukje daar vandaan zagen we wel 10 probiscussen in de bomen zitten/slingeren. Een paar meter verder zag ik een baardzwijn lopen met twee kleintjes. Deze dieren hebben hun naam te danken aan, jawel, hun lange baarden. Ze zien er evenals de neusapen grappig uit en zelfs de kleintjes hebben baarden waar menig proberend baardgroeiende man jaloers op zou zijn.
Na een van de heerlijkste koudwaterdouches ooit was het 's avonds tijd voor de avondsafari. Waarin we zowel een dodelijk giftige duizendpoot als kikker tegen kwamen. Een hoop slapende vogels op precies het uiteinde van een tak, zodat roofdieren er niet bij kunnen. Een schorpioen, die iets tegen me leek te zeggen doordat hij zijn scharen en staart oprichtte, maar ik kon hem niet horen, waarschijnlijk was hij schor.
Toen ik bij een meertje met meervallen iets te lang bleef staan, wachtte de laatste gids op me en daarna liepen we weer terug naar de groep. Totdat hij opeens hevig in de bomen begon te schijnen, ik zag precies niks, maar hij zag een tarsier (spookdiertje), het op 1 na kleinste primaat ter wereld, naar boven klimmen. Hij riep de groep nog terug, maar tevergeefs. Gelukkig had ik dit zeldzame beestje wel gezien, ook al was het van afstand. Net voor het einde van de safari kwamen we ook nog de bornean keeled pit viper slang tegen. Een groene slang die ongeveer 1 meter lang wordt. Deze slang is ontzettend lui, maar wordt wel bestempeld als de gevaarlijkste slang van Borneo door zijn agressiviteit en het is, na de cobra, de meeste giftige.
'S ochtends vroeg uit de veren om de Bintang (nee helaas geen bier onderweg) trail te doen, om het meeste hete moment van de dag voor te zijn. De Bintang trail duurt zo'n 4 uur en brengt je langs 8 verschillende soorten vegetatie, wat mooi was, maar ook nog pittig klimmen. Mijn dierenspottalenten lieten echter nog te wensen over, want verder dan een vleesetende plant (mag ik dit een dier noemen?), kwam ik niet.
Om 3 uur verliet ik het park om weer terug te gaan naar Sunset Homestay in Kuching. Na wat slaap te hebben ingehaald besloot ik aan het begin van de middag naar Semenggoh Nature Reserve te gaan. Hier worden oerang-oetangs opgevangen, die niet meer in het wild kunnen leven. Deze artiesten van de jungle zijn niet echt schuw meer voor mensen en het is dan ook niet speciaal om deze dieren hier te spotten. Voor de ingang lag er namelijk al eentje languit te chillen. Ze zien er misschien knuffelbaar uit, maar als je te dichtbij komt kunnen ze gevaarlijk zijn, doordat hun kracht niet te onderschatten valt, zelfs niet als je een olifant op je gehad hebt. Ook hier ging ik alleen heen, maar in de bus had ik direct weer een babbeltje met een Belg en een Spaanse.
Nadat we de bus uitstapte besloten we om direct wat te eten bij de gezellige uitziende avondmarkt langs de rivier. Dit werd opgevolgd door mijn eerste Maleisische biertje. Het bijzondere hieraan was dat het mijn eerste in 5 dagen was en het smaakte nog als vanouds. Dat betekent dat ik het er niet bij één liet en nadat we in een Spaanse bar aan de buckets gevuld met Estrellas raakte, vonden we het wel een goed idee om naar de Culture Club te gaan. Hier aangekomen was het vooral een te grote club met te weinig mensen. De twee die me de hele avond vergezeld hadden, vonden er ook niet zoveel aan en besloten naar huis te gaan. Het leuke aan Maleisische mensen is dat ze vaak goed Engels spreken, dus besloot ik mijn geluk te beproeven bij een groep locals, die een grote biertower op hun tafel hadden staan. Ik werd hartelijk ontvangen en werd of ik het nu wilde of niet, volgegooid met bier en heb tot sluitingstijd met hun gestaan.
In deze bar waren drie zangeressen die ons voorzagen van muziek. Aangezien ik de enige overgebleven blanke was, probeerde ze mij aldoor op het podium te krijgen om ook een nummertje te zingen. Ik wimpelde dit meerdere keren af, tot het besef kwam dat het inzingen van het volgende Droenboysnummer al akelig dichtbij komt. Op dat moment zeiden ze net: the last song, dus ik sprong op het podium. Ze vroegen of ik het nummer Zombie van The Cranberries kon en ik zei maar ja, terwijl ik nu niet echt verder kom dan het refrein. Gelukkig werd ik tijdens het zingen met mijn rauwe randjesstem ondersteund door twee vrouwelijke zangeressen en kreeg ik zelfs nog applaus van mijn overgebleven Maleisische groep.
Eenmaal buiten rond 4 uur, wilden ze eerst nog naar de volgende club gaan met de taxi. Totdat ze op hun klok keken en zagen dat ze nog maar 2 tot 3 uur hadden om te slapen, voordat ze moesten werken. Nog even buiten met ze getalked en toen ik vertelde dat ik morgen naar Sandakan (meest noordelijke stad) vloog, keken ze me raar aan. Eentje vertelde dat ruim een jaar geleden een vriend van hem daar was onthoofd door de Filipijnse piraten, die daar regelmatig huishouden. Avonturen zijn leuk, maar dit gaat toch wel erg ver. In bed heb ik dit nog even verder opgezocht en er geldt inderdaad een negatief reisadvies (alleen noodzakelijke reizen) voor het noorden.
De volgende ochtend heb ik het nog even nagevraagd aan de homestay eigenares voor de actuele situatie en die vertelde dat het wel kon. Bovendien wist ik dat Inez, Jet en Eline in het noorden zaten en die vertelden me dat ze niks van de "onveilige" situatie hadden gemerkt. Die middag nog een massage genomen alvorens ik om 8 uur vertrok naar de hoofdstad van Borneo: Kota Kinabalu. Ik moest overnachten op het vliegveld en ik had een mooie spot gevonden op een reeks stoelen, waar voor de rest niemand te bekennen was, wekkertje gezet om 5 uur en ik had voor zover het kan goed geslapen. Toen ik wakker werd checkte ik nog even mijn vluchtgegevens op mijn mobiel en daar stond: droppen baggage voor 5.45 en ik keek daarna weer even hoeveel tijd ik nog had. Stond er boven in het beeld 6.07. Wat?!?! Voor zover ik nog niet wakker was, was ik dat nu wel. Het duurde wel een halve minuut voordat ik doorhad dat ik naar een screenshot van mijn mobiel zat te kijken en dat die dus om 6.07 was genomen. Niks aan het handje dus, want het was 5.10.
Rond 8 uur aangekomen in Sandakan en ik kon direct mijn kamer in bij Sandakan Backpackers. Nadat ik ook nog een gratis ontbijtje kreeg, waarbij de pot pindakaas al mijn aandacht opeistte, ben ik heerlijk wat slaap in gaan halen. Toen ik wakker werd ontmoette ik Marc, een 36-jarige gozer uit Zwitserland. Hij was ook van plan om morgen naar de Kinabataganriver te gaan. Ik had mezelf al goed ingelezen over dit, dus vroeg of hij meewilde naar Osman's Homestay om de prijs te drukken. Osman staat bekend als de beste dierenspotter op de Kinbataganriver en heeft zelfs David Attenborough, de Steve Irwin van Engeland en bekend van Planet Earth, begeleidt tijdens een safari daar.
Aangekomen in de Homestay sliepen we pal aan de rivier en tijdens de boottocht er naartoe kwamen we de lokale visboer nog tegen en kocht Osman een paar vers gevangen meervallen. We waren de eerste dag de enige gasten en we maakten kennis met Osman, zijn vrouw en keukenprinces Yanti en zijn 7 kinderen. Osman vertelde ons bij aankomst dat hij gister zijn beste safari ooit had in 27 jaar. Hij had namelijk een nevelluipaard (heeft hij 5x eerder in zijn leven gezien, dus dat zegt wel hoe zeldzaam ze zijn) gespot in een boom, die een neusaap te grazen had genomen, hoe vet! Helaas voor mij een dagje te vroeg.
Aan het eind van de middag gingen we direct de rivier op op zoek naar wildlife. Het duurde niet lang of we zagen een koppel neushoornvogels in de top van een boom zitten. Supertoffe en elegante beesten zeker als ze vliegen. In Borneo komen 8 verschillende soorten neushoornvogels voor en de eerste soort kunnen we dus afstrepen. Osman spotte langs de rivier verse sporen van de Borneo dwergolifanten, dus gingen we op zoek naar deze beesten. Net voordat de avond viel en de safari zou eindigen, hoorde we gekraak in de bosjes en kwam er eentje tevoorschijn. Ze leven in groepen, dus werden het er meer en meer. Deze soort wordt door de junglebekapping met uitsterven bedreigd. De junglebekapping vindt plaats zodat er palmolieplantages van gemaakt kunnen worden, er zit namelijk extreem veel olie in de grond hier. Hierdoor kiezen de lokale grondbezitters vaak voor het geld in plaats van het behoud van de jungle.
De volgende ochtend werden we om 6.00 uur weer in de boot verwacht voor de ochtendsafari en deze stelde niet teleur. 4 verschillende soorten neushoornvogels, een hoop makaken en neusapen, een varaan en als kers op de taart twee wilde oerang-oetans. Waar ik nu wel een beetje tegen aan loop te hinken is dat mijn camera op mijn mobiel totaal niet geschikt is om een knappe foto te schieten van al deze dieren, omdat de afstand vaak aanzienlijk is. Gelukkig had Marc wel een camera met een lens, dus daar heb ik wat plaatjes van gekregen. Die middag nog met Osman gepraat over de schijnbaar onveilige situatie in het noorden van Maleisie. Dat was dit jaar niet echt aan de orde, alleen kon hij wel vertellen dat een paar dagen terug de overheid was afgetreden en het land nu onder leiding van het leger staat, wat voor opstanden kan zorgen, omdat regels niet meer worden nageleefd. Good to know!
Die middag arriveerden er twee stelletjes, dus onze safariboot zat goed volgepakt aan het eind van de middag. Neushoornvogelsoort nummer 6 gespot, een olifant en de neusapen. Deze trip was eerlijk gezegd niet heel denderend. Hoe anders was dat met de nachtsafari. Er besloten maar drie mensen, waaronder ik, mee te gaan en de rest was vrij jaloers toen we terugkwamen. Allereerst waren we met de boot naar een olifant toegeslopen en konden we hem van 1 meter afstand bekijken. Vervolgens zagen we een civetkat, deze dieren hebben hun bekendheid te danken aan de kopi luwak koffie, een van de duurste koffiemerken ter wereld. Ze eten namelijk de koffiebonen op en schijten ze vervolgens weer uit, dan worden de bonen uit de ontlasting verzameld, schoongemaakt en worden ze verkocht als koffiebonen, kort gezegd. Zo'n speciaal natuurlijk proces verdiend inderdaad wel een hoge verkoopprijs. Ik snap dat jullie nu razend benieuwd zijn om dit te kunnen proeven en daarvoor verwijs ik jullie door naar google.
Terug naar de boot. We waren lekker met ons zaklampen aan het schijnen opzoek naar reflecterende glinsterende ogen van dieren tot de boot van Osman opeens naar de andere kant van de rivier schoot. Niemand zag, in eerste instantie, wat hij zag, maar het bleek om een zeldzame mousedeer (dwerghert) te gaan, dit is de kleinste hertensoort ter wereld. Ik dacht zelf een een grote muissoort, want deze beesten worden maar 50 cm groot. Enkele ogenblikken later vaarde Osman zo de bosjes in onder een boom, ook hier waren we naarstig op zoek naar het dier wat hij ons nu weer wilde laten zien. Zelfs toen hij wees zagen we het nog steeds niet, omdat we veel te ver keken. Er zat namelijk een ijsvogel een tiental centimeter naast ons. Deze stond te slapen en was daardoor van heel dichtbij te bekijken. Naast de blauwe ijsvogel hadden we ook nog een rode gespot.
We gingen richting een afgelegen stuk van het meer waar we meerdere krokodillen hebben gespot. Osman besloot om een babykrokodil uit het water te vangen. Nadat hij dit gedaan had zei hij tegen mij: its your turn buddy! Hij bedoelde het als grapje, maar ik wilde mijn safari wel bekronen met iets cools. Dit leende zich er perfect voor. Als ik terug kom met een vinger minder (want Osman waarschuwde me dat ze die er zo af kunnen bijten), heb ik er nog steeds 9 en heb ik een mooi verhaal. Dit betekent wel dat het binnen 10 pogingen moet lukken, want zonder vingers is het schier ongemogelijk. Gelukkig was ik tijdens mijn vangst aardig bij de pinken en was het raak bij de tweede poging. De eerste keer verdween mijn vriend namelijk onder water voordat ik mijn hand naar hem toe kon reiken. Het was belangrijk hem vlak achter zijn hoofd te pakken en dan snel uit het water te halen, om grotere soorten te vermijden, even laten spartelen en gotcha! Adrenaline gierde door me lijf, maar deze ervaringen vergeet je nooit meer. Een mooie afsluiter om de Kinabataganrivier de volgende ochtend te verlaten.
We werden na 1.5 uur rijden afgezet met een minivan en moesten een uur wachten in de brandende zon op de bus van Sandakan naar Semporna. Toen de bus aankwam zag ik al dat de bus afgeladen vol zat en heb ik de eerste zitplek die ik zag toegeeigend. Door een wat norse man die twee zitplaatsen bezet hield te vragen of hij dat voor mij deed. Het grapje kon hij niet waarderen, maar de zitplaats ging wel naar mij toe. En ik zag 4 mensen, die wel gereserveerd hadden, maar de gehele 4 uur mochten staan. Zolang staan, na een paar dagen in de jungle geleefd te hebben, dat is niks voor mij.
Mijn Borneose jungleavontuur mocht dan misschien over zijn, maar uitgekeken op dieren was ik allerminst. Vandaar dat ik aangekomen op Semporna na een nacht slapen direct op zoek ging naar een duikshop die nog permissies had om op Sipadan te duiken. Sipadan wordt al jaren uitgeroepen tot een van de beste duikspots ter wereld, dus dat wilde ik graag ervaren, ook al wist ik dat dit een hels karwei ging worden om te bewerkstelligen. Om Sipadan als mooiste duikspot te behouden worden er per dag maar 120 permissies uitgegeven en die zijn vaak al enkele weken vantevoren volgeboekt. Dat bleek wel toen ik, 5 dagen voor ik in Semporna aankwam, 6 verschillende duikshops had gemaild met de vraag of het mogelijk was om in Sipadan te duiken. Ik kreeg het teleurstellende antwoord dat dat op zijn vroegst pas mogelijk was over 3 weken en zolang ga ik hier niet wachten. Je hebt echter de kans, als je persoonlijk bij de duikshops langs gaat, dat iemand met een permissie niet is komen opdagen, waardoor je die kan overnemen. Ik had toch een dag niks te doen in shithole Semporna, want wat was dat een verschrikkelijk smerige stad, dus ik ging alle duikshops af samen met Marc. Die dezelfde wens als mij had.
Na 8 verschillende duikshops, hadden we nog steeds 0 op ons request gekregen. We besloten om maar terug te lopen over een houten steiger en een man sprak ons aan of we wilde duiken. We antwoorden: ja, maar dan wel op Sipadan, met alvast de volgende afwijzing in gedachte zei hij: dat kan geregeld worden. We liepen met hem mee naar de duikshop en het zag er allemaal niet al te knap uit, maar ze hadden wel degelijk 2 permissies over voor over 3 dagen. Met een lichte twijfel hebben we ons maar ingeschreven voor deze permissies, want achter ons stonden ook 2 mensen die de permissies wilden, dus we waren right on time binnengehengeld. Wat ook nog binnengehengeld moest worden was mijn advanced diving diploma, want door de sterke stroming op die plek, werd dat voor mij verplicht. Ik had al 2 van deze 5 specialties gehaald in de Filipijnen, dus ik moest er nu nog 3 doen. Billy, de britse duikinstructeur, had de volgende ochtend een groep die ging starten voor het behalen van de advanced open water, dus daar kon ik mooi bij aansluiten.
Om 6 duiken inclusief permissie Sipadan (200 eu) accomodatie en eten drie dagen te bekostigen, had ik nog een flinke som geld nodig. Het scheen dus diezelfde dag payday te zijn voor de Maleisische inwoners en er stonden dan ook gigantische rijen voor de ATM's. Door deze roofbouw waren ze ze goed als leeg en gaven ze alleen geld als iemand er geld ging storten, wat nooit genoeg is om het duiken te betalen. Na alle drie de ATM's in de stad, zonder succes, geprobeerd te hebben zijn we maar gaan slapen.
De volgende ochtend werden we om 8 uur bij de duikshop Mabul Backpackers verwacht. Waar we, nadat de permissies waren goedgekeurd, naar het eiland Mabul vertrokken. Overnachten op Sipadan is namelijk niet toegestaan. Aangekomen op de plaats van bestemming was het allemaal wat chaotisch geregeld. Billy was namelijk de enige instructeur en had 7 duiken te doen deze dag en normaal is 4 duiken per dag het maximale vanwege gezondheidsredenen. Rond een uur of 2 mochten we dan eindelijk onze eerste duik maken en dit was de specialty wrakduiken. We gingen naar een gezonken politieschip en hebben deze verkend. Toen we echter door het ruim wilde zwemmen zat daar een grote triggerfish op ons te wachten. Deze kunnen aggresief zijn, dus besloot Billy dat we er niet doorheen gingen. Nog een murene en een aal gezien en de duik was alweer ten einde.
Na het eten, wat elke dag zeer goed het bekkie inging, was het tijd voor de vierde specialiteit: de nachtduik. Dit is puur anders dan een normale duik, omdat je veel minder licht hebt en dus niet goed kan zien wat er om je heen gebeurd. Ik was de achterste van de groep en opeens werd alles heel wazig en voelde ik nattigheid bij mij ogen. Mijn masker zat vol met water, dus ik stopte even om hem te klaren. Na luttele seconden zat hij echter weer vol en ik zag de rest door het wazige zicht verdwijnen. Als je niks ziet valt het niet mee om hun aan te tikken dus besloot ik maar om mijn zaklamp hevig heen en weer te schudden, wat betekent: ik heb hulp nodig. Gelukkig zagen ze mijn noodsignaal, dus kwamen ze terug. Na een keertje of 10 geklaard te hebben en mijn bril weer af- en opgezet te hebben bleef het nog steeds vol stromen en dit is niet heel prettig op 18 meter diepte. Het devies was rustig blijven, blijven proberen en niet paniekeren. Dat de aanhouder wint was ook dit keer het geval en ik kon mijn duik gelukkig vervolgen.
Na verloop van tijd gaf Billy het signaal dat we onze zaklampen uit moesten doen en toen was het opeens pikdonker. Toen we echter met onze armen begonnen te zwaaien, kwam het lichtgevende plankton tot leven, heel vet. Toen onze ogen ook wat meer gewend waren aan het donker, vervolgden we onze duik en zagen we nog een hoop nachtvissen in hun natuurlijke habitat aan het werk. Waaronder schildpadden, kreeften en nudibranches. Ik kan nog wel meer soorten opnoemen, maar ik denk dat de meeste al zijn afgehaakt na het woord nudibranch, want wat is dat in hemelsnaam voor een vis? Ik zal verklappen dat een naakte tak niet het goede antwoord is, maar een soort naaktslak komt in de buurt.
De volgende ochtend heb ik het eiland, net voor de lunch, te voet verkend en na mijn rondje van 45 minuten zag ik tot mijn grote verbazing dat er een groot hek stond die mijn doorgang tot Mabul backpackers versperde. Er zat niks anders op dan het hele stuk terug te lopen en alles van een ander perspectief te zien. Eenmaal terug zag ik iets wat ik liever niet had willen zien, er zat namelijk een klein gat in het hek, waar ik mezelf, met me corpulente lichaam, wel tussendoor had kunnen wringen. 'S middags was het tijd voor de laatste specialty voor mijn advanced open water: de navigatieduik. Een kompas in je klauwen en 20 finkicks naar het noorden doen, vervolgens de lijn op het zuiden zetten, hetzelfde terugdoen en op dezelfde plek proberen terug te komen. Vervolgens dit in een vierkant doen en we waren met vlag, wimpel en kompas geslaagd. Toen hebben we het vervolg van de duik maar ingevuld als een fundive en dit was met recht de mooiste duik die ik gemaakt heb in mijn nog prille carriere. Certificatie gefixt en ik kan vol trots zeggen dat ik een advanced open water diver ben en ready for Sipadan morgen! De vorige keer dat ik slaagde had ik dit iets te uitbunding gevierd met een gebroken mobiel en een gemiste boot tot gevolg. Daarom besloot ik het op een slagingsrummetje te houden.
The next morning werden we om 10 uur opgepikt om naar Sipadan te gaan en we kregen dit keer een locale vogel als divemaster. We kregen bij het klaarmaken totaal geen briefing en sprongen gewoon in het water, wat onze hele groep van 4 mensen vrij apart vond. Sommige divesites kunnen namelijk hun gevaarlijkheden hebben, vooral stromingsgewijs. Sipadan ligt namelijk midden in de oceaan en je zwemt voornamelijk langs een muur, die van 20 meter opeens een afdaling maakt naar welgeteld 600 meter. Wat vrij apart was, was dat de Japanner van de groep alleen zijn open water certificatie had en ook maar 4 duiken op zijn palmares had staan. Totaal onervaren dus en dat terwijl ze mij hadden verteld dat je advanced certificatie verplicht was. Omdat we maar een instructeur hadden waren we nu veroordeeld om ons aan te passen aan de Japanner, want die mag maar tot 18 meter. Wij zouden met onze advanced deep diving specialty naar 30 meter mogen. Een flink verschil en de kans op bijzondere beesten is op diepte meer aanwezig.
Eenmaal in het water schoot de Japanner alle kanten op en was hij alleen maar met zijn duikcamera in de weer in plaats van zich te concentreren op het duiken. Hij raakte zelfs meerdere keren het koraal en stond erop, terwijl dit ten strengste verboden is. De duikmaster leek het echter allemaal wel prima te vinden. We daalden af langs de muur en omdat je geen referentiepunt hebt, zat ik opeens op 38 meter diepte. Ik was nog niet dieper geweest dan 29 meter, dus mijn record was met verve verbeterd. Het kan alleen wel gevaarlijk zijn als je hier nog geen ervaring hebt door de kans op stikstofnarcose (ook wel duikersdronkenschap genoemd), waarbij je een zelfverzekerheidsboost kan krijgen en gekke dingen kunt gaan doen. Gelukkig ben ik dat al van mezelf, dus voelde ik geen verschil ;).
Wat wel heel gek was, was dat ik de Japanner een vijftal meter boven mijn hoofd zag zweven en een snelle rekensom leert dan, dat hij wel degelijk dieper is dan 18 meter. Het werd allemaal maar normaal gevonden door de divemaster. Ondertussen zagen we tientallen schildpadden, blacktip en whitetip sharks tijdens onze duik. Bovendien was het koraal superlevendig, wat veel mooie kleurcombinaties opleverde, heel dope. Nadat ik op 35 meter cirkelde, merkte ik op dat ik nog 100 bar lucht over had, omdat je niet te snel mag stijgen en je duik om veiligheidsredenen rond de 50 bar moet eindigen, was het al lang tijd voor mij om omhoog te gaan. Door middel van een gebaar liet ik dit weten aan de divemaster en hij gaf me alleen het oke-teken in plaats van het we gaan omhoog teken. Omdat Marc ook vrij ervaren was en ik hier niks mee opgeschoot, liet ik het hem ook weten en hij gebaarde dat ik heel rapido omhoog moest. De Japanner had nog minder dan mij over, maar hield daar helemaal geen rekening mee. Uiteindelijk ben ik boven gekomen met 20 bar over, maar de procedures die gehanteerd werden gingen nergens over.
Bij de tweede duik merkte ik tijdens het checken van mijn uitrusting dat het touwtje, wat ter extra beveiliging dient om de luchtfles vast te houden, er niet omheen zat. Ik gaf dit aan, maar ze zeiden dat het wel kon zo, omdat het sowieso al vast zit met een clip en klittenband. Eenmaal in het water keek ik naar Marc en zag ik dat zijn luchtfles dus was losgeschoten, maar omdat bij hem dat touwtje er wel omheen zat, bleef hij gelukkig hangen. Dit maakte me wel iets meer ongerust, maar gelukkig ging alles goed en hebben we een heerlijke maximale duik van 60 minuten gemaakt tussen de 5 en 30 meter.
De laatste duik vond plaats op barracudapoint. Op deze plek zijn regelmatig tornados met tientallen barracuda's waar te nemen, wat er heel spectaculair uit schijnt te zien. Weer had die droeftoeter van een duikmaster vergeten om mijn touwtje om mijn fles te doen, dus heb ik dit keer maar alles losgekoppeld om het te doen zoals het hoort. We zaten al gauw op een metertje of 33 en een aantal barracuda's kwamen tevoorschijn, maar tot een tornado mocht het helaas niet komen. Marc en ik kwamen op dat moment in een stroomversnelling terecht en lieten ons meevoeren om zo min mogelijk lucht te verbruiken. Toen zagen we onder ons een big ass shark verschijnen, wat duidelijk geen whitetip of blacktip was, doordat deze wel een flinke slag groter was. We weten het niet zeker, maar aan de hand van onze omschrijving dachten de mensen op de boot dat we een tijgerhaai hadden gezien. Hoe kapot vet! Nadat ik later even wat info over deze reus heb opgezocht, bleek hij er inderdaad voor te komen en schijnt hij, na de witte haai, voor de meeste dodelijke slachtoffers te zorgen. Blij dat ik die info onder water nog niet voor handen had, want dan had ik zeker een nat ruggetje gehad. Na verloop van tijd, tikte de divemaster met zijn stokje op zijn luchtfles om onze aandacht te krijgen. Hij gebaarde dat we naar rechts gingen, maar dit was volledig tegen de stroming in. Marc en ik waren ook al een stuk verder dan de rest, dus we keken elkaar aan van: spoort die gozer wel? Als je een ding leert tijdens stromingsduiken is het wel dat je er niet tegenin moet zwemmen. Toch begon hij vrij snel die kant op te zwemmen dus besloten we hem, tegen onze principes in, toch te volgen. Want hij kent de duikspot toch het beste. Het duurde dan ook een tijdje voor we hem hadden ingehaald en bij die tijd dat we naast hem zwommen, moest ik alweer naar boven omdat mijn lucht er aardig snel doorheen was gegaan tijdens het gevecht tegen de stroming in. Bovendien hadden we een lange decoystop, om de stikstof uit ons lijf te laten ontsnappen, voor de boeg. Omdat we drie duiken vrij snel achter elkaar hadden gedaan en we, zeker voor een derde duik, veel te diep waren gegaan. Nadat de duikcomputer van de divemaster aangaf dat we naar het oppervlak konden had het Franse meisje, die net als Marc ook een eigen duikcomputer had nog een tweetal minuten decoy te gaan. Toch moesten we naar boven van de divemaster en dit is gewoon levensgevaarlijk met de mogelijke decompressieziekte, die de komende 2 dagen nog kan optreden. Ik had geen duikcomputer dus kan weinig over mijn staat vertellen, maar de verantwoordelijkheid van deze divemaster was heel ver te zoeken en dat hebben we hem aan het oppervlak ook even goed laten weten. Ik was blij dat ik de ervaren Marc aan mijn zijde had, die toch wel weet wat in welke situatie te doen. Het duiken was adembenemend (is ook lastig ademen daar) mooi, alleen was die divemaster toch wel een smet op de verdere perfecte duik driedaagse.
Marc ging nog verder met duiken, maar ik hield het voor gezien op Mabul. Afscheid genomen van hem en helaas dit niet kunnen doen van mijn slippers, want iemand heeft deze rakkers voor de verandering weer eens gestolen. Terug aangekomen in Semporna heb ik direct een bus geregeld voor de volgende dag om 2 uur naar Tawau. 'S morgens nog even op pad geweest voor nieuwe slippers die binnen mijn overgebleven Maleisische ringgit budget pastte (wilde namelijk niet nog een keer pinnen om de bijkomende extra pinkosten te voorkomen). En ik had gelukkig vrij snel beet voor 6 ringgit (1.30 eu). In het busje naar Tawau airport kon ik gewoon 2 uurtjes horizontaal op de achterbank, omdat iedereen voorin ging zitten.
Mijn vlucht ging om 10 over 7 dus ik diende nog wel een tijdje te wachten en dat was een mooi moment om mijn mail te checken. Had ik een bevestingsmail van KPN gekregen met een bedankje voor het verlengen van mijn abbonement. Kon me niet herrineren dat ik dit had gedaan en dat werd volkomen bevestigd doordat mijn abbonement ook nog eens een flinke upgrade had gekregen. Die Nederlandse simkaart die ik dus kwijt ben geraakt in Laos is toch in verkeerde handen gevallen. Gelukkig was het, na een langdurig gesprek met veel doorwijzingen, gelukt om het contract te nietig te verklaren. Zodat ik niet tig keer een maandelijkse afschrijving voor mijn kiezen kreeg zonder er gebruik van te maken.
Op Kuala Lumpur airport had ik weer een nachtje door te brengen en het was maar goed dat ik het op deze manier had geboekt. Er was namelijk die avond nog een vlucht naar Jakarta (dan had ik een overstap van 1 uur en 45 minuten met baggage ophalen op megavliegveld Kuala Lumpur), maar mijn baggage was in Kuala Lumpur niet op de band verschenen, terwijl er stond last baggage on belt. Aantal minuten gewacht en nog geen spoor van mijn baggage, terwijl de volgende baggage al op de band verscheen. Ik wilde net naar de informatiebalie stappen toen het scherm van last bag on belt veranderde in last bag in 3 minutes. Nou daar kwam hij moedertjeziel alleen aangerold, maar ik was happy want het scheelde me weer een hoop geregel. De nacht op Kuala Lumpur was allesbehalve een pretje te noemen. Ik dacht na een zoektocht over het hele vliegveld naar de beste budgetslaapplek een afgelegen plekje te hebben gevonden met tapijt. Daar heb ik 15 minuten van mogen genieten, want ik werd weggestuurd door de beveiliging, omdat ik dan net zo goed een aerohotel (30+ eu) kon boeken voor, waar ik naast lag. Zoektocht weer hervat en ik heb mezelf maar geparkeerd op de marmeren vloer met mijn hoofd op mijn backpack. De stoelen waren door de scheidingen per stoel totaal niet geschikt om de nacht op door te brengen.
Na een gebroken nacht en rug werd ik rond 8 uur wakker en ik was helemaal ingebouwd door de karretjes met baggage erop. Me hieruit gemanouvreerd, even ontbeten en op naar de incheckbalie. Hier zag ik dat me vlucht naar Jakarta, die om 1 uur vertrok, ingecheckt kon worden op balie U, dus ik liet me gegevens zien. Ik was alleen niet te traceren in het systeem en er stond wel degelijk op mijn mail van reisorganisatie Kiwi dat ik een vlucht van Kuala Lumpur naar Jakarta had om 1 uur. Na een aantal minuten hadden we het lek boven, ik vloog namelijk met Lion Air in plaats van AirAsia en die had per toeval precies dezelfde vlucht op precies dezelfde tijd. Alleen ging deze vlucht wel van het andere vliegveld, dus ben ik heel rapido naar de trein gelopen (gelukkig wist ik door me nachtelijke zoektocht alle dingen eenvoudig te vinden) en eenmaal aangekomen was ik gelukkig nog op tijd. Na 2 uur kwam ik aan op Jakarta airport en had ik nog een vlucht te goed van Jakarta naar Praya op Lombok, deze verliep weer zoals het hoorde en was ik klaar voor mijn avontuur in Indonesie.
Wat nog wel een opmerkelijk feitje van Borneo is, is dat ik, van de 14 dagen dat ik daar geweest ben, maar 1 dag alcohol heb gedronken. De hoofdreden hiervoor was dat ik hier een met natur wilde
worden, acting like I was born in Borneo. In Indonesie staan de Bintangs echter wereldwijd bekend, dus ik zal mezelf daar regelmatig weer eens aan een nipje wagen.
Adiossss!
The biggest hugs come from elephants
Yooooo,
Er was natuurlijk een ongelovelijke cliffhanger over of ik op tijd zou komen voor de olifanten. En ik zal je vertellen: we misten drie van de vier mensen om half 8. En het zal je misschien niet
verbazen dat ik er een van was, evenals Bri en Emilie. Alledrie wakker gemaakt door La en snel een banaan en bananencake meegegrist als ontbijt om toch wat te eten, anders had ik toch moeten
overwegen het voedsel, wat we kregen voor de olifanten, zelf op te eten. Halverwege werden we positief verrast doordat onze chauf moest tanken, dus wij renden naar binnen om een (in mijn geval 2)
overheerlijke 7/11 tosti in ons gehemelte te laten smelten.
Na een bijna 2 uur durende rit kwamen we aan bij Doi Inthanon Elephant Sanctuary. Hier worden olifanten opgevangen die in het verleden zijn mishandeld en niet meer in staat zijn om terug te keren in het wild. Het is dan ook gelukkig niet mogelijk om op ze te rijden. Wassen, voeren en spelen is dan wel weer toegestaan. Voordat we naar de olifanten mochten (het is iedere keer maar afwachten hoeveel er zijn, maar ze weten dat ze op die plek eten krijgen), moesten we eerst nog een heerlijk rood/roze pakkie aan. Zodat we er als bekende mensen uitzagen en roken (lichte alcoholwalm daar gelaten). We kregen een tasje met suikerbieten mee om de olifanten te voeren. Al deed je dan je hand omhoog en maakte een geluid, dan deden ze hun bek open en kon je die suikerbiet gewoon op hun tong leggen. Er waren deze keer 5 olifanten aanwezig, 3 ouderen en eentje van 18 maanden en een van 8 maanden. Die allebei nog heel speels waren en asociaal, want die voelen gewoon aan alles met hun slurf. Toen ik bij Ronaldo (de kleinste) liep, evengoed 200 kilo, vertelde de gids me om te gaan zitten. 10 seconden nadat ik dat gedaan had, was ik al verdwenen onder de olifant die me bijna doodknuffelde (de sma van berghuis had het sowieso minder zwaar). Daarna zijn we samen met de olifanten naar het water gelopen en mochten we ze (en elkaar weer) natgooien en dat deden ze dan ook met liefde terug.
Vervolgens gelunched om er sterk voor te staan om een uur te hiken door het park. Hier zijn we onderweg nog meer olifanten tegengekomen en hebben we een waterval bereikt. We werden daar opgepikt en naar een volgende nabijgelegen waterval gebracht, waar we ook konden zwemmen en cliffjumpen. Daarna werden we afgezet bij een rivier om te gaan bamboeraften. Normaal gesproken zou dit niet zoveel aan zijn, maar wij hadden geluk. De locals waren namelijk nog steeds Songkran aan het vieren en zaten in grote getalen op een vlot in de rivier. Omdat we ons ver buiten de stad bevonden, waren wij westerse mensen weer heel speciaal en werden we tijdens onze rit constant nat gegooid. Ik kreeg zelfs een zak puur ijswater over me heen, ik kan je vertellen: dat is echt koud. Hier had ik het nog niet over de dronken mensen die op mijn vlot sprongen en er niet vlot vanaf gingen als ik geen picca met ze maakte. Zelfs nog een liefdesverklaring en een aanzoek gekregen, gelukkig constateerde ik dat dit pure golddiggers waren.
Eenmaal weer terug in de minivan, heeft iedereen geslapen, omdat deze dag ons aardig had gesloopt. Sommige mensen wilden weer uitgaan, maar Brian en ik hadden besloten het is een keer rustig aan te doen. Dit was natuurlijk niet zonder reden, want ik ging morgenochtend samen met Brian naar Pai scooteren. Jeroen die we bij de olifanten hadden ontmoet joinde ook. De vorige keer heb ik van Chiang Mai naar Pai 3 uur in een minivan gezeten met 762 bochten in de bergen. Toen durfde ik het nog niet aan op de scooter, nu wel. Het schijnt namelijk een van de mooiste scooterritjes te zijn. Bri en ik hadden afgesproken om om half 8 een grab te pakken naar Aya service, net buiten de stad. Dit is de enige scooterverhuurplek waarbij je de scooter niet hoeft terug te brengen, maar kan afleveren bij Aya service in Pai. Het zal niet als een verrassing komen dat we pas om kwart over 8 in de grab zaten en dus om half 9 bij Aya aankwamen. Gelukkig viel het vroeg opstaan Jeroen 's morgens ook niet helemaal mee, dus was hij ook wat verlaat.
Gegevens ingevuld en we gingen op pad. In de wetenschap dat we nu te laat waren om de politiecontrole, die om 9 uur begint en tot 3 uur duurt, te omzeilen. De boete die je moet betalen ligt vaak tussen de 12.50 en 25 eu en gaat rechtstreeks het zakkie in van de corrupte politie. Hangt net van het humeur van de politieman af. Toen we de fuik inreden, waar scooters naar de linkerbaan (ze rijden hier links) werden geleidt, bleven wij als onwetende toeristen rechts rijden. Wonder boven wonder manouvreerden we ons door de fuik heen en toonden we een lach op ons gezicht. Het geluk raakt natuurlijk een keer op en tijdens het uitproberen hoe hard mijn scooter kon (100kmh), zag ik in mijn spiegel alleen Jeroen nog volgen. Bri had nog geen scooter gereden in Azie, dus verwachtte we dat hij het rustiger aan deed. Nadat we een paar minuten hadden gewacht en nog steeds geen Brian zagen, zijn we maar omgekeerd. Stond hij net achter de bocht stil met zijn scooter in zijn handen. Die was namelijk zomaar uitgevallen en bij het herstarten bleek er geen power meer in te zitten, dus bij het gas geven bleef hij gewoon staan. Er zat niks anders op dan Aya te bellen en die vertelde ons dat ze er binnen 30 minuten zouden zijn om de scooter op te halen en met vervangend vervoer. We zagen kwart over 10 als een mooi tijdstip voor een early lunch en die vonden we dan ook een tiental meter verderop. Met onze ogen op de scooter gericht, want Aya zou ieder moment kunnen arriveren, zijn we gaan lunchen. Na een uur zaten we nog steeds en besloten we om maar terug te gaan naar de scooter, want ze zullen nu toch echt wel snel komen. Na 1.5 uur heeft Bri maar nog een keer gebeld en ze zeiden dat ze onderweg waren. Dat zijn de goede berichten. Na 2.5 uur was er echter nog steeds geen spoor van Aya (bestuurder is waarschijnlijk het spoor bijster), dus weer gebeld en toen werd er verteld dat ze meerdere pechgevallen hadden en dat het daarom zo lang duurde.
Om de tijd wat te doden, hadden we geluk dat er een ijscoman langskwam. Hij verkocht wel een apart ijsje, maar voor het geld konden we het niet laten schieten en het houdt ons een tijdje zoet. Het was namelijk een dubbel broodje met daarin kokosijs, rijst, pinda's en een soort gelei. Best lekker en geleik daarna kwam ons vervangend vervoer na 3 uur wachten aan. Het vervangend vervoer was een scoopy hello kitty scooter en in de bergen merkte we al snel dat deze scooter wel een scoopy erbij kon gebruiken, want snel was hij allerminst.
We wilden nog een waterval bezoeken, maar bij aankomst hoorde we van een paar andere dat de prijs-kwaliteit niet in verhouding stond, dus zijn we maar weer terug gereden naar de hoofdweg. Net op de hoofdweg aangekomen, kregen we direct een tropische regenbui op onze kop. Doorrijden leek ons niet echt verstandig, aangezien we geen warme/waterproof kleren meehadden en we na 6 dagen nat wel een keertje droog wilden blijven. Bovendien stond onze dag toch al in het teken van wachten, dus dit natte fenomeen pastte daar perfect bij.
Na ruim een half uur geschuild te hebben, vervolgden we onze rit. Paar mooie uitzichtpunten en het bochtige parcour maakte het heerlijk om er met je scooter doorheen te crossen. Onderweg kregen we ook nog te maken met een van de zeven plagen, want het regende nu geen water, maar motten. Die allemaal onze kant op kwamen gevlogen en we hadden geen vizier op onze helmen, dus af en toe een hapje motzarella viel niet te voorkomen. Vooral Bri had erg veel mot met deze beesten, als je hem kent weet je dat hij het moeilijk vind om zijn mond dicht te houden. Al vloog er niet een in zijn mond, dan wel in zijn helm en dat was best vermakelijk om te zien toen ik achter hem reed.
15 kilometer voor de streep pakten donkere wolken zich weer samen en kwam het weer met bakken uit de lucht. Besloten om, ondanks dat we zo dichtbij waren, toch weer te gaan schuilen. En dit was een hele slimme keuze, want niet veel later was er een flinke knal en sloeg de bliksem 20 meter bij ons vandaan in in een boom. Het regende wel een uur lang en er viel onwijs veel water, waardoor het terras waarop we zaten overstroomde. Op het laatste stuk zagen we onderweg nog een gesmolten boom door de bliksem en was er nog een ongeluk gebeurd, dus kon je wel stellen dat het er heftig aan toe ging.
Eenmaal aangekomen in Pai wilden Bri en Jeroen eerst hun baggage ophalen bij Aya (ik had mijn baggage achtergelaten in Chiang Mai en alleen een daypack mee tussen mijn voeten) en je raadt het al: we mochten eens te meer wachten. Gedinerd bij de mexicaan aan de overkant, want er zouden om 6 uur een aantal tassen komen. Het wachten op het eten duurde, voor drie uitgehongerde magen, ook weer erg lang. De tassen die om 6 uur kwamen, waren verbazingwekkend genoeg ook niet van de mannen, dus zijn we maar gaan inchecken bij Brickhouse Hostel. In totaal hebben we over ons ritje naar Pai zo'n 8.5 uur gedaan, terwijl 4 tot 4.5 uur normaal is. Zo kan iedereen zien hoe voorzichtig we hebben gereden, van alle uitzichten hebben genoten en hoe erg het meezat.
Even opgefrist en daarna de avondmarkt opgegaan, waar ze ontzettend lekker eten verkopen voor een habbekrats. Daarna belandden we in de Boombar, waarvan ik wist dat die van 9 tot 10 happy hour hadden, wat flinke kortingen opleverde. Het grappige daaraan was dat voordat ik bestelde de barvrouw zei: hey, welcome back. Als een barvrouw je nog na 5 maanden herkent, heb je of iets goeds gedaan of bestel je gewoon heel veel. Persoonlijk denk ik het eerste. Na een paar borrels sloot de toko en hadden we de keuze tussen de Don't Cry bar of de Perrydise bar. Omdat een drietal bekenden van triple D hostel in de Paradise bar zaten was de keuze snel gemaakt.
Toen we daar om 12 uur aankwamen, zaten hun al sinds een uurtje of 1.5 aan de mushroomshakes. Nu moesten wij snel de beslissing maken of we dit nu ook wilden doen aangezien het wel een uurtje of 4 werkt. Gelukkig ben ik goed in knopen doorhakken en 10 minuten later stond er zowel voor Bri, Jeroen als mij een shake voor onze nosso. Vooral om solidair te zijn en op dezelfde hoogte als de rest te komen. Het duurde ongeveer een uurtje totdat onze trip begon en het was lachen. Jeroen had zich intussen afgezonderd en zat bij een groep Israelieten die muziek aan het maken waren. Bri en ik gingen om het zingen van hun helemaal stuk, omdat het voor geen meter klonk, zeker toen ze het meerstemmig gingen proberen. Gehuild van het lachen toen. Op dat moment kwam Jeroen ook terug en die zei: man, die muziek daar van hun is zo chill. Dat zorgde voor nog meer tranen die over mijn wangen biggelden.
Aan het einde van de rit waren de meningen verdeeld of we gingen slapen of niet. Vooral Gaby had hier eerst nog echt geen trek in, maar toen ze iets later evenveel keer had gegaapt als er minuten waren verstreken, was zowel haar mening als haar naam veranderd. Ze wilde naar het hostel en de naam Gaapy was geboren. Bri, Jeroen en ik besloten iets na hun daarom ook maar naar het hostel te lopen. En dit was op zijn minst een gedenkwaardige wandeling te noemen. We konden de uitgang namelijk maar moeilijk vinden, omdat alles op elkaar leek en was gemaakt voor hallucinerende mensen. Nadat we op een donker stuk nog stuk liepen op een doodlopende weg, die er helemaal niet was, maar we dachten alledrie dat er een muur stond, hebben we veilig brickhouse bereikt.
Lekker lang geslapen en om een uurtje of 12 hadden we besloten om naar de hotsprings te scooteren. Er zijn er twee in Pai en een ervan had ik al gezien, dus het plan was om de andere nog te bezoeken. Op foto's moest ik baseren welke dit was. Vrij zeker van mijn zaak koos ik er voor eentje. De rit er naartoe was lekker bergachtig en bochtig en eenmaal aangekomen, zag ik dat ik de verkeerde keuze had gemaakt. Het water was heerlijk en leende zich uitstekend om een paar uur in te dobberen. 'S avonds de avondmarkt weer opgezocht om te eten en lekker uitgeweest met Bri en Jeroen. Of naja Jeroen kan je eigenlijk niet meerekenen, die was driekwart van de tijd buiten aan het bellen met zijn meissie.
'S ochtends nog het laatste ochtendmaal meegepikt en toen scheidde de wegen van mij en Bri na meer dan een week. Normaal hou ik het nooit zo lang vol met iemand of andersom, maar Brian was een taaie Molukker waar je niet easy vanaf kwam. Neem bijvoorbeeld Wouter, die nam na een week met mij samen te zijn geweest, wel hele drastische maatregelen in de Ha Giang loop. Achteraf kan ik wel stellen dat Bri helemaal niet zo'n verkeerde jongen was en dat we een hoop mooie momenten hebben meegemaakt.
Ik had om 1 uur afgesproken om met de Duitse Jasper, die ik ook kende van triple D, terug te scooteren. Dit bespaarde me geld voor het achterlaten van de scooter in Pai, een terugticket included helse rit in de minivan en liet me de terugrit van een ander perspectief zien. Jasper had namelijk zijn motorrijbewijs en dat liet hij ook graag zien in de bergen, waardoor we als Valentino's Pai snel achter ons lieten en zelfs kamikaze minivans het nakijken gaven. We waren ook genoodzaakt om nog een stop te maken, anders waren we te vroeg om de politiecontrole te ontwijken. Na een rit van 2.5 uur hadden we de scooters weer ingeleverd bij Aya (de heenweg duurde 8.5 uur) en rond 4 uur betrad ik Doi Doo Dao weer voor mijn laatste nachtje in Thailand.
Hier stond direct een verrassing op me te wachten, er waren namelijk 2 dames ontsnapt uit een meditatieretreat en die moesten persè onderduiken in Doi Doo Dao. Nadat ik ze gerust had gesteld dat ze niet meer terug hoefden te gaan, durfde ze hun kamer weer uit en het duurde dan ook niet lang of ze waren weer helemaal de oude (23 en 29). Nu is de grote vraag, moet je daar blij mee zijn als je morgenochtend om 6 uur wordt gehaald voor een ritje naar het vliegveld en een reis van 16 uur voor de boeg hebt? Ik zal verklappen, het gaat een lang antwoord worden, aangezien deze lange nacht veel woorden omvat.
Iedereen van het hostel was nog benieuwd naar de ladyboyshow in de Rambar, die ik al tweemaal had gezien (niet heel vreemd na 17 dagen in Chiang Mai). Aangezien we veel te vroeg arriveerden en de drankjes, door de gratis entree, gigantisch duur waren. Besloten we bij een nabijgelegen bar een drankje te gaan doen. Het leek wel voorbestemd, want hier lag de toren van jenga, voor de leden van de jengaclub, al op tafel. Evenals mikado, wat als eerste gespeeld werd. Hier kreeg iemand de overwinning van mi(j) kado. Met jenga heb je alleen maar een verliezer en laten we het maar niet hebben over de kwaliteit van de vier op een rij speler(s). De ladyboyshow viel ietwat tegen, omdat er veel onbekende nummers werden geplaybackt.
Toen dit af was kwam het moment om een belangrijke beslissing te maken, ongeveer de helft van het hostel ging naar het hostel en JoLé (joe only life éens) stonden te springen om naar Zoe N Yellow te gaan. Met die spreuk tussen haakjes in gedachte heb ik mezelf wederom overgegeven aan het uitgaansleven in Chiang Mai en zijn we alle drie de bars (Zoe N Yellow, Spicy en Living Room) weer afgestruind. Rond de klok van 5 lag ik in bed en om me een beetje tegemoet te komen, mocht ik ze na 45 minuten slaap nog wekken om doei te zeggen, waarna hun weer rustig verder konden slapen. Jo kwam niet verder dan een d en Lé kwam tot do, dus heb ik de ontbrekende ei maar ingevuld als ontbijt, want dat was het enige waar ik nog tijd voor had.
De vlucht van ruim 3 uur van Chiang Mai naar Kuala Lumpur verliep vlekkeloos. Logischerwijs heb ik het merendeel van die rit geslapen. Op Kuala Lumpur had ik een lange overstap, dus dit gaf me mooi
de kans om op het megagrote vliegveld op zoek te gaan naar de ontbrekende SD- en simkaarthouder van mijn mobiel, want ik was nog steeds onbereikbaar op whatsapp en had geen nummer. De grote
zoektocht richtte helaas niks uit, dus heb ik me maar via de trein verplaatst van het internationale vliegveld naar de domestic (nationale) flights. Hier nog een tweetal uur geslapen alvorens mijn
vlucht naar Kuching (zuiden van Maleisisch Borneo) om 7 uur vertrok en rond 9 uur aankwam. Borneo staat bekend om zijn natuurschoon met heel veel wildlife, die nergens anders ter wereld te vinden
zijn. Een minder populaire backpackbestemming, maar een mooie uitdaging, als nu toch wel ervaren backpacker, om de Bearry Grylls (ik word vaker Berry genoemd dan Perry) in mij naar boven te laten
komen en de meest bijzondere dieren te ontdekken, zonder ze in een kooi te hoeven zien.
Adiosss!
Back in Thailand for the biggest waterfight in the world: Songkran!
Yooooo,
Het oversteken van de grens van Laos naar Thailand ging tegen verwachting in gemakkelijker dan ik dacht. Geen gezeik met corrupte mensen dus daar was ik zeer content mee. Na een 6 uur durende rit arriveerde ik in Chiang Mai. De lezer met een goed geheugen zou misschien denken: daar ben je toch al geweest? Dat klopt helemaal, maar speciaal voor het Thaise nieuwjaar (songkran) heb ik besloten terug te komen. In Chiang Mai schijnt dan namelijk het grootste watergevecht ter wereld plaats te vinden en dit is niet èèn dag, maar maar liefst 3-4 dagen. In Thailand geloven ze dat water kwade geesten verdrijft, vandaar dat er zoveel mogelijk water gebruikt moet worden. Mijn vleugels weer neergeslagen in good old Doi Doo Dao (triple d) met de beste eigenaar die ik heb gehad op mijn trip: La! Ook een supersociaal hostel, waar ik de vorige keer veel mensen heb ontmoet. Bij aankomst stond La vreemd te kijken, maar zelfs na 5 maanden herkende hij me nog steeds, ondanks dat er zoveel gezichten bij hem de revue passeren, heel tof.
Die avond ben ik naar de bioscoop geweest in de Maya mall, een film gekeken die in Nederland nog niet eens gereleased was en dat voor omgerekend 2 euro. Wat wel indrukwekkend was om mee te maken is dat voor de film meerdere foto's van de overleden koning worden getoond en tegelijkertijd het volkslied wordt afgespeeld, waarbij iedere bezoeker uit respect ook gaat staan. Moet zeggen dat ik er zelfs een beetje kippenvel van kreeg. De film was een prima horrorfilm (a quiet place), waarbij ik meerdere keren een arm in mijn gezicht kreeg van degene naast me, voor de extra special effects zullen we dan maar zeggen.
De volgende ochtend hadden de werknemers van La verschillende supersoakers neergelegd, waarvan de gasten er een konden kopen voor een klein prijsje. In de winkel kosten ze 600 baht (15 eu), hier waren ze 200 baht (5eu). Ik wilde perse een goede hebben, want ik had er echt mega veel zin in om mensen lekker nat te spuiten. Mijn motto luidde ook deze dagen: ik ben hier niet om vrienden te maken (totaal mislukt), no mercy (wel gelukt)! Ik koos een supersoaker uit met een extra tank erbij, zodat ik niet aldoor hoefde te refillen. En wat een beest van een supersoaker was dit, zoveel kracht kwam eruit, beste aankoop ever, ongeëvenaard.
De eerste middag hebben we de stad even verkend en bij de Thapae gate kon je al goed merken dat het feest al gaande was en ik kwam dan ook drijfnat terug bij het hostel, maar met 38 graden op de teller is dat niet zo'n big deal. Die avond had La een gratis familiemaaltijd voorbereid voor het hele hostel, super lekker local voedsel. 'S avonds ging het gros naar een Muay Thai bokswedstrijd, maar omdat ik dit al een aantal keer heb mogen aanschouwen, sloeg ik even over. Eigenlijk is dit een slechte reden, want daardoor greep ik met de rest weer naar de hongtongrumfles en dit was zeker ook niet de eerste keer dat ik die mocht aanschouwen. Ik had goede hoop dat de rest met wie ik was wel uit wilde gaan, maar helaas lieten ze allemaal verstek gaan. In de wetenschap dat mijn tijd nog wel komen gaat de komende dagen, heb ik dan ook maar mijn bed opgezocht.
The next morning was de hosteleigenaar La jarig, dus hebben we hem verrast met een liedje en een gebakje (een grote was nergens te vinden). Hoe dankbaar hij hier voor was en dat hij geen mogelijkheid kon vinden om het gebakje met iedereen te delen, onderstreepte nogmaals wat voor een geweldige eigenaar het is. Aan het eind van de ochtend gingen we weer op pad met onze supersoakers om mensen weer een gelukkig nieuwjaar te wensen door ze kletsnat te spuiten. Het bleef iedere keer weer een geweldig iets om te doen en ik kon er geen genoeg van krijgen. Jong en oud, iedereen doet mee en iedereen is zo blij en lacht naar je. Dat lachen was dan vooral voor dat ze de kracht van mijn supersoaker hadden ervaren. Op bepaalde momenten was ik iedereen kwijt, omdat ik te druk in gevecht was met andere mensen. Doordat wij echter met het hele hostel bloemetjesblousjes hadden gekocht met hierbij bijpassende lasbril (om het vieze water zoveel mogelijk uit je oog te houden), had ik ze vaak door de opvallende kleuren zo weer gevonden. De keren dat dat niet zo was, vermaakte ik me alsnog opperbest met andere mensen. Met enige regelmaat liepen we een barretje binnen om een pinter te drinken, maar ik sloeg ze zelfs soms over om het waterspektakel niet te hoeven verlaten.
Tijdens het refillen van mijn tank kreeg ik soms een soort witte zonnebrand/deeg op mijn hoofd gesmeerd van de mensen die de tonnen met water stonden bij te vullen. Dit was bedoeld om je geest te reinigen en dit nam je dan maar voor lief. In sommige van die tonnen zaten ook megagrote ijsblokken om het water extra koud te maken en iemand daarmee extra te kunnen verrassen. Mensen op scooters (met supersoakers in hun hand), mensen achterin pickups met een groot waterreservoir (vaak met ijs), je kon iedereen zonder pardon recht in het gezicht schieten, dat was althans wat ik deed. Het leukste is op mensen te schieten die het niet verwachten en dan ook het liefst recht in het gezicht, dat ze je dan aankijken van: oke op jou ga ik wraak nemen en dat ze dan alsnog wegrennen, omdat ze, na een goede straal van mijn supersoaker, vaak toch geen partij voor mij waren. Ik heb dit wel een uurtje of 6 gedaan die dag.
Totdat we konden aansluiten voor het tweede familiediner (alweer gratis) van La. Dit keer iets meer spicy en dat was een voorbode voor de club, waar we na de Zoe N Yellow bar heengingen, Spicy. Hier kwam ik, nadat ik iedereen weer kwijt was, oude bekende Morgan nog tegen en hebben we flink op het nieuwe jaar getoast. Aan het eind van de rit vond ik toch iedereen weer terug en kon ik mooi mee terug lopen, zeiknat en wel. In de Zoe N Yellow hadden ze namelijk flinke sproeisystemen gemonteerd en mensen met waterkannonen neergezet. Buiten dat er genoeg supersoakers werden meegenomen, die ik ook moeilijk kon loslaten en daarom nam ik er vaak een in bruikleen, heb ik me laten vertellen.
Nat en zat in bed heb ik de hitte van de nacht weer overleefd en de volgende ochtend was het dan eindelijk zover: nieuwjaarsdag. Alles was nog groter, nog massaler en nog leuker dan de dagen ervoor. Nadat ik op de heenweg iemand zijn zonnebril van zijn hoofd had afgeschoten die in de tuktuk zat, waarbij de tuktuk niet wilde stoppen en ik genoodzaakt was om de zonnebril bij de lost&found af te geven, kwamen we aan bij het grootste watergevecht ter wereld. Het verveelt na 3 dagen gewoon nog steeds niet. Het leukste shot van de dag was duidelijk die van een stelletje dat wat afgezonderd stond, maar met het bereik van mijn supersoaker staat niemand afgezonderd, deze wilde elkaar een kus geven en precies op dat moment schoot ik ze vol in hun bakkes, sorry not sorry. De avond weer precies op dezelfde manier ingevuld als die ervoor, met een potje kingsen vooraf, waar het er al flink aan toeging. Toch mijn bed weer veilig bereikt (al was het met een flinke omweg, omdat ik flink verdwaalde), dit keer niet nat aangezien ik door het opkomende ochtendzonnetje weer flink was opgedroogd.
Na mijn ochtendrust was het na het ontbijt direct weer tijd om mijn supersoaker weer uit de kast te halen en de straat weer op te gaan. De meeste van het hostel hadden het na 2 of 3 dagen wel een beetje gezien, maar deze ervaring blijft mij altijd boeien. Gelukkig werd het hostel van nieuw elan voorzien en had ik met Lé (Oudkarspel), Jo (niet uit een straal van 15km van WH) en Gaap (Heerhugowaard) nieuwe strijders om het team te versterken. Vooral dubbelteamend met Jo was niemand veilig en hebben we bij meerdere mensen de tranen over hun wangen laten rollen (of was dit gewoon water?). Ik denk, tot de dag van vandaag, nog steeds dat ze vooral bang was voor mijn supersoaker, maar je weet wat ze zeggen: never change a winning team!
'S avonds alle kroegen weer een bezoekje mogen brengen en eenmaal terug in het hostel zou ik met een paar mensen nog een half uur wachten op de uitslag van Gillians toelatingsexamen, die hij om vijf uur kreeg. Rond 10 uur werd ik half scheel kijkend wakker op de bank van de gezamenlijke ruimte. Hier hadden al meerdere mensen hun ontbijt genuttigd sinds 7 uur en ik heb aldoor niks doorgehad, terwijl ze gewoon pal naast me zaten. Kreeg ook verspreidt over de dag verschillende foto's voorgeschoteld, hoe ik er hoogst oncomfortabel bij lag op de bank. Nadat ik, in de 5 minuten dat ik wakker was, me van me sociale kant heb laten zien door mijn normale bed gratis aan te bieden voor de mensen die nog niet konden inchecken, ben ik weer in slaap gevallen.
Toen ik rond een uur of half 12 me ogen weer opende, was het eerste wat ik mistte me mobiel. Die had ik perongeluk meegenomen tijdens het uitgaan en dat is met al dat water alles behalve verstandig. Gelukkig zijn er genoeg mensen met een waterdichtecase waar mijn mobiel in kan, dus aan een meisje (die zorgen over het algemeen beter voor spullen) gegeven van ons hostel. Zij was op het moment van wakker worden niet aanwezig, dus besloot ik samen met mijn Molukse makker Brian een kapper op te zoeken. Op advies van La naar Maya Mall gegaan en de kapper Phoenix bezocht. Deze kapper wordt gerund door een ladyboy en is nationaal bekend. We werden direct lekker in de watten gelegd met een hoofdmasssage, alvorens we naar de kapperstoel werden begeleidt. Hier kreeg ik ten opzichte van Brian een kleine voorkeursbehandeling: bij mij werd namelijk een plastic velletje net boven mijn ogen geplakt tegen de haren in mijn ogen/gezicht en kreeg ik een flesje met water (wat erg welkom was met zo'n droge bek). Om nog maar niet te spreken over het eindresultaat, want die mocht er best wezen bij beide. Alleen vonden ze het bij Brian wel modieus om inhammen te maken, waardoor het leek alsof hij twee duivelsoortjes had. Man, wat heb ik daar om gelachen! De terugweg naar het hostel duurde extreem lang, wat normaal 10 minuten duurt, duurde nu 1.5 uur door het alweer losgebarsten Songkran. Gelukkig hoefde ik alleen maar links van mij in de auto te kijken om weer een grijns van hier tot Chiang Mai op mijn gezicht te krijgen.
Eenmaal terug was het meisje van mijn telefoon ook wedergekeerd en nadat ik had gevraagd of ik hem terug mocht kon ze hem niet vinden. Het zal me toch niet weer overkomen? Gelukkig bedacht ze, dat ze die nacht haar natte geld (want je krijgt overal nat wisselgeld terug) te drogen had gelegd in de gezamenlijke ruimte en daarbij mijn mobiel ook (zelfs mooi in het gezichtsveld voor voorbijganger gelegd), want die was door het geld ook nat geworden. Toen ik hem oppakte voelde ik al aan het/me water dat het foute boel was. Hij stond in ieder geval uit, maar dat kon ook door een lege batterij komen (wishful thinking). Hij had natuurlijk al de hele dag lopen drogen en tijdens het opladen, flikkerde het scherm een paar keer, wat duidde op kortsluiting. Toen ze vroeg of ik het erg vond, kreeg ik niet eens kortsluiting. Het is ondertussen al mobiel nummer 4, dus ben ik het wel gewend. Bij de reden waarom haar mobiel droog was en mijne niet, voelde ik wel wat voltage opkomen. Ze had namelijk 2 vakjes in haar waterproof phonecase en had mijne in een gestopt met het natte wisselgeld en hare zonder iets erbij. Ik was vooral flink teleurgesteld hoe je zo knullig kan zijn. Affijn ik was in ieder geval blij dat ik een budgettelefoon had gekocht, mijn foto's bijna allemaal zo goed als veilig zijn en ik mijn eerste gebroken mobiel goedkoop had laten fixen in Laos. Zo goed heb ik mezelf dus al leren kennen op deze trip en zo vooruitdenkend ben ik geworden. Er kwam echter nog een onaangename verrassing toen ik mijn simkaart in mijn gerepareerde mobiel wilde stoppen. Zowel de simkaarthouder als SD-kaarthouder zijn er tijdens de reparatie uitgehaald (vraag me niet waarom). Waardoor ik wel kon internetten, maar geen nummer had en dus niet kon bellen, whatsappen of iets registreren met een telefoonnummer.
Zorgen voor later, want we gingen de zondagavondmarkt bezoeken. Lekker weer een aantal maaltjes uitgeprobeerd voor een te verwaarlozen prijs. Wel een gaatje overgehouden en snel door Sheryls Sportbar, want er moesten frikandellen gegeten worden onder het genot van psv-ajax. Hier hoef ik voor me 010 vrienden volgens mij niet verder op in te gaan. De keuze was er om uit te gaan, maar omdat ik samen met Brian, Emilie en Ana naar de olifanten zou gaan morgen en we om half 8 werden opgepikt, besloten we naar het hostel te gaan. Hier waren de gesprekken van de jengaclub van uitermate hoog niveau, dat het evengoed weer kwart voor 3 was voordat Bri en ik hoog nodig gingen slapen. Jo en Lé hadden minder haast, want die mochten pas 's middags een meditatieretreat in en konden heerlijk uitslapen en daar vervolgens zeven dagen helemaal zen worden.
Nu is natuurlijk de grote vraag, na dagen van feesten en weinig slaap, zal ik op tijd wakker worden voor de olifanten. Of komt er weer een reden, waar ik zelf debet aan ben, waardoor ik de
olifanten voor de tweede keer ga missen? Man, wat een cliffhanger is dit zeg. Wat ik wel weet is dat Songkran een geweldig feest is en ik er de meest leuke personen heb ontmoet. Ik durf zelfs wel
te zeggen dat, buiten de weken dat mijn vrienden er waren, dit de meest fantastische week van mijn trip was!
Adiosss amigoss & amigass
Bai-la(m)os, te quiero mi amor
Sabaideee,
Man man man, weer een heel verhaal plus mobiel naar de gallemiezen geholpen. Dit keer steek in mijn hand niet in eigen boezem, maar geef ik iemand anders deels de schuld (torie voor later). Het
komt er wel op neer dat ik ondertussen meer dan 3 weken achter loop op moment van schrijven.
Bij aankomst op Don Det moest ik nog een verblijfplaats fixen om half 10 's avonds. Ik had via Rick gehoord dat je korting kon krijgen als je gewoon ergens binnenliep. Aangezien het geen hoogseizoen is en er erg veel verblijfplaatsen worden aangeboden. De Francaises zeiden dat ze wel een prima uitziende accomodatie hadden geboekt, dus liep ik met hun mee. Hier werd mij een privebungalow aangeboden voor 6 euro per nacht. 3 euro goedkoper dan op booking, dus accepteerde ik het voorstel. Die avond nog gegeten bij een healthy tentje, waardoor wij ook maar rode wijn namen ipv van bier of mixies om ons toch maar een beetje aan te passen aan de levensstandaard van het restaurant.
De volgende ochtend hadden we op het programma staan om een fiets te huren en het eiland te verkennen. Natuurlijk zijn plannen er om gewijzigd te worden dus heb ik de hele dag in een hangmat gelegen. Mede omdat de fietstemperatuur van 40 graden toch echt wel iets te heet voor me was, zonder daarvoor advie(t)s te hoeven vragen van Piet Paulisma. De sunset gingen we kijken vanaf het strand, dit was niet de beste keuze, want het uitzicht werd hier belemmerd door bomen die op de eilandjes groeiden, die in de Mekong Delta lagen. We hebben tenminste iets gedaan vandaag. Op tijd slapen was het volgende plan van vandaag en dat plannetje liep weer geheel in de soep toen ik onderweg naar mijn bungalow nog 4 gasten tegenkwam uit verschillende buurlanden.
De volgende ochtend stond ook in het teken van soep, dit kregen we namelijk mede als ontbijt voorgeschoteld voordat we in de kajak stapte. De soep was lekker, de rest was niet veel soeps. Nadat ik met mijn lenige lichaam Soepel de tweepersoonskajak was ingegleden gingen we rond de eilanden Don Det en Don Khong kajakken. Die tweepersoonskajak had ik gekregen aangezien van ons groepje van 4 er 3 een eenpersoonskajak wilde. Buiten het feit dat het voor de snelle/slimme rekenaars onder ons niet mogelijk is om in deze samenstelling te kajakken waren er ook maar 2 eenpersoonskajakken beschikbaar. Zoals het hoort heb ik de vrouwen voor laten gaan en mezelf tevreden gesteld met de tweepersoons. Na de eerste tussenstop was de samenstelling alweer veranderd, omdat een van de fransen haar krachten toch iets anders had ingeschat. Indepedent als ik ben heb ik haar plaats, zonder slag of stoot, maar even overgenomen. Die slagen en stoten kon ik beter bewaren voor mijn peddels in het water.
Tijdens de tussenstop hebben we een leuk uitziende waterval bezocht (na er al zoveel gezien te hebben ben je toch iets minder snel tevreden) en gelunched aan het water. Na een stroomversnelling waar verschillende kajakken omsloegen was het tijd voor open water of je hier nu wel of niet klaar voor was. We gingen namelijk op zoek naar de zeldzame irrawaddy dolfijn. Ongeveer een uur lang gestaard naar de Mekong opzoek naar een glimp, maar het valt niet mee aangezien deze dolfijn niet springt en geen rugvin heeft. Na een uurtje vin ik het wel weer genoeg geweest (ik laat in het midden of ik hem gezien heb of dat het een andere biggie fish was) en peddelen we verder om aan land te komen bij Don Khong. Hier werden we naar de grootste (niet hoogste) waterval van Zuid-Oost Azie gebracht, de Khone Phapheng waterval. De eerste waarschuwing die ik hier zag: warning, do not fall in the water of voor de geimporteerde Nederlanders onder ons: kijk uit dat je niet in de water-val. Dit was werkelijk een schitterende waterval en ik heb op het puntje van de rots gezeten (met de waarschuwing in mijn achterhoofd) om het geweld van het water zo goed mogelijk te aanschouwen.
Bij terugkomst op Don Det heb ik nog een volgende bijnaam van de Fransen in ontvangst mogen nemen: Perry bacon of op zijn Frans Perry Lardon. Deze had ik te danken aan de rood/roze gloed op mijn huid na een dag vertoeven op de Mekong, oftewel de kleur van bacon. Die avond werd de Franse enclave nog eens uitgebreidt en zat ik met 9 andere Fransen en mezelf. Dat Frans daarom de boventoon voerde was niet geheel onverwachts. Nu weet ik weer waarom ik Frans heb laten vallen op school. Evengoed mooi zitten en stom kijken tot een hoog niveau gebracht.
De volgende ochtend hadden we wel een fiets gehuurd, de hele dag voor omgerekend 1 eu. De leus goedkoop is duurkoop kwam hier nog ter sprake en het duurde niet eens 1 kilometer of mijn ketting lag er al weer af. Er zat totaal geen spanning op en ik legde hem er zo weer op. Waar wel spanning op zat was het beklimmen van de rotsen van de waterval die we bezochten. Er stond wel een bordje in het engels dat het niet mocht, maarja Fransen spreken geen Engels en ik voel mezelf nu ook Frans. Het water leek ook wel kalm genoeg op bepaalde spots om jezelf toch wel redden, hangt er dan ook weer vanaf waar je viel. We hadden wel een chillspot gevonden en mensen van het uitkijkpunt keken jaloers op ons neer. Dat hun uiteindelijk schapengedrag vertoonden was dan ook niet verwonderlijk te noemen. Daarna hebben we nog het grootste strand van 4000 islands (op Don Khong) bezocht en hebben daar de middag volgemaakt met een aantal frisse duiken tussendoor. De terugrit stond mijn ketting weer centraal, want na een paar keer er weer vanaf te zijn geknald kwam er nu een echte kink in de kabel. Hij zat nu echt moervast en viel er niet meer op te leggen. De benenwagen kwam er dus aan te pas en na een uur lopen hebben we de fietsverhuur weer bereikt. Fiets netjes op zijn plek gezet en ketting gelaten voor wat het was, want deze fiets was op voorhand al niet in staat om zelfs iemand van het meest ervaren fietsland te wereld over de eilanden te transporteren.
De dag erna was het tijd om Don Det weer te verlaten om door te reizen naar Thakhek, een ritje van 10 uur. Onderweg vooral geslapen en een verschrikkelijk ongeval gezien. De bus moest remmen dus ik keek naar buiten. Zag ik eerst een motor helemaal aan puin liggen en een paar meter verderop een man, waar weinig leven meer in zat. Zijn hoofd was opengespleten en er lag overal bloed. Heel akelig om te zien. In Cambodja heb ik ook een verhaal gehoord van een local dat wanneer je iemand doodrijdt je dit af kan kopen met 2000 dollar. Wanneer je iemand (ernstig) gewond rijdt, dien je alle zorgkosten te vergoeden. Het loont dus soms meer om een ernstig gewonde daarna gewoon nogmaals over te rijden om jezelf kosten te besparen. Dit was ook gebeurd met een vriend haar vriendin van de local. Zoveel is een mensenleven dus waard hier: 2000 dollar.
'S avonds aangekomen in Thakhek wilde ik die volgende ochtend direct aan de Thakhekloop beginnen. Gelukkig die avond nog twee mensen gevonden die dit ook wilden doen. Allemaal een scooter gehuurd bij Mad Monkey, die wel prijzig waren, maar zo goed als nieuw, zodat de kans op pech onderweg aanzienlijk wordt verkleind. De Thakhekloop is een loop van 450km die voornamelijk op de scooter/motor wordt afgelegd. De eerste dag bracht ons naar Thalang waar we sliepen bij Sabaidee Guesthouse. Onderweg hebben we nog een cave bezocht en een aantal foto's geschoten van de prachtige rijstvelden en kalkstenen rotsformaties waar we tussendoor reden. In de cave heb ik nog holy water gedronken, wat je lichaam en geest reinigt. Aangekomen bij het Guesthouse had ik inderdaad door dat het je lichaam reinigt, want ik had een erg goede relatie met de WC opgebouwd in relatief korte tijd. Waar ik wel zin in had was de all you can eat barbecue bij het guesthouse en mijn maag was in ieder geval goed leeg om hier aan te beginnen. Gezellig met iedereen aan tafel en de barbecue stelde niet teleur evenals de verhalen die we hoorden van mensen die de rest van de Thakhekloop al hadden gedaan. Na een biertje of 3, ben ik trots op mezelf (ook al is een biertje hier 620 ml) terug gegaan naar mijn bungalow om weer fit aan de start te verschijnen.
Het eerste deel wat we moesten rijden scheen het meest mooie deel van de loop te zijn en het was ook schitterend. Lange vergezichten met voornamelijk dode bomen in het water, wat een mooie combinatie opleverde. Nog een waterval bezocht zonder water, voordat we koers zette richting de cold springs. Dit was echt een verfrissende duik te noemen, ik weet niet hoe koud het was, maar de naam deed zichzelf eer aan. De weg naar deze cold springs was ook echt fantastisch, een grindpad met op de achtergrond een reusachtige berg met links en rechts allemaal koeien, waar ik met de futuristisch uitziende Q-bix scooter tussendoor slalomde.
Het 40 km lange weggetje naar Konglor, onze eindbestemming voor die dag was niet anders. Wat het ook extra leuk maakte was dat er zoveel spelende kinderen langs de weg waren en die constant naar je aan het zwaaien waren. Al zou ik dit niet zo leuk vinden, zou ik al lang al een lamme hand hebben gehad, maar die lach die je op hun gezicht kan toveren door terug te zwaaien is fantastisch. Aangekomen in Konglor hebben we geslapen in homestay 7, de bewoners spraken geen Engels, maar hebben me wel uitstekend voorzien van mijn basisbehoeften: eten, drinken en een privebed. Nog wat laolao gedronken met de man des huizes alvorens ik heerlijk indutte.
'S morgens om 7 uur stond het ontbijt alweer klaar en voordat we weggingen kregen we nog een geluksarmbandje (touwtje) om onze pols gebonden, die tot de dag van vandaag er nog steeds om zit. Afknippen brengt namelijk ongeluk en hoewel ik niet zo extreem daarin geloof, hou ik hem toch lekker om. Op tijd uit de veren om de Konglor Cave te bezoeken en het massatoerisme wat hier op afkomt te ontwijken. We kregen een hoofdlamp op en een gids aangewezen en we waren de eerste groep in de cave. De boot ingestapt voor een 7.5 km lange rit door de cave heen. De grootste ruimte waar je doorheen vaart is wel 100 bij 100 meter, dus echt mega. Dit was wel een van de meest imposante grotten waar ik ben geweest. De laatste dag was de eerste 50 kilometer nog leuk, voordat we 100 kilometer op de snelweg moesten terug rijden. Het vervelende daaraan was dat een meisje niet sneller dan 50 durfde en hier geld het recht van de sloomste. Ze wilde ook nog eens niet voorop rijden, dus ik keek de hele rit meer in mijn spiegel dan naar de weg. Als ervaren Aziatische coureur (zo mag ik me onderhand toch wel noemen) kan ik met gerust hard zeggen dat je op de snelweg beter met de flow mee kan gaan, dus rond de 70-80 rijden, dan heel slowly te gaan en de kans te hebben door kamikaz(i)e drivers van achter geraakt te worden.
Eenmaal scooters weer ingeleverd en backpack weer opgehaald bij de travel lodge, heb ik direct een nachtbus naar Vientiane geregeld, de hoofdstad van Laos. Deze ging echter pas om 1 uur, dus had ik nog 8 uur te overbruggen. Tijdens de loop had mijn net aangekochte mobiel kuren gekregen, zomaar uitvallen met 90% en een aantal uren niet meer aangaan was dagelijkse kost. Buiten het feit dat ze mijn Laotiaanse simkaart ook niet goed hadden geinstalleerd, had ik dus genoeg reden om even langs de phoneshop te gaan. Die simkaart installeren bleek al een lastig karwei te zijn, want daar hadden ze wel 45 minuten voor nodig en er werd flink heen en weer getelefoneerd. Om deze eerste victorie te vieren, trakteerde ik mezelf op een ijsje. Niet èèn maar twee bolletjes, met het vertrouwen dat er nog een victorie in het verschiet lag. Ik had namelijk ook mijn eerste mobiel (van Joey), die kapotgevallen was op de grond, meegenomen. Bij het ontvangen van de ijsjes stond ik weer even verbaasd te kijken, ik kreeg namelijk twee ijsjes met twee bolletjes en ik dacht dat ik toch echt duidelijk was geweest. Blijkbaar zijn die dingen goedkoper als ik dacht. Nu is twee ijsjes opeten met Nederlandse temperaturen niet zo'n probleem, maar de temperatuur in Thakhek was er minder geschikt voor. Evenals het er raar uitziet dat je in je eentje loopt met twee megaijsjes in je hand.
Met een lichtelijke brainfreeze, vieze handen en net voor sluitingstijd sneakte ik nog even onder de half gesloten ijzeren deur door om mijn gebroken scherm mobiel aan de maker te geven. In Thailand kostte dit grapje in meerdere winkels meer dan €100,-. Deze man stelde €30,- voor. Als hij het dan weer doet helemaal prima. Hij wilde eigenlijk dat ik hem morgen kwam ophalen, maar omdat ik vannacht weg wilde gaan was dit niet mogelijk. Gelukkig had hij het beste met me voor en ging hij aandachtig aan de slag. Ik had ook het beste met hem voor, want ik had geen €30,- meer ter beschikking en ging dus op jacht naar meer moneyzz. Mijn mobiel met het goede vertrouwen in de mensheid achter gelaten. Met een flinke pas (of sukkeldrafje) ging ik op weg naar de oranje ATM (de enige ATM die maestro accepteert), deze bleek leeggetrokken te zijn. Mijn pas flink versneld (galloperend) naar de andere oranje ATM gegaan en dit was exactly the same torie. Terug bij de telefoonshop kon ik niet anders dan de waarheid vertellen dat ik een gierige Nederlander was en maar €25,- over had. Hij was zichtbaar aangedaan en had met me te doen, dus ging hij akkoord met de rest van mijn geld, waarbij ik het kleingeld zelfs nog mocht houden, waar ik al tijden lang mee zit en niet van af kom, omdat het nog geen stuiver waard is.
Volgende uitdaging die zich aandiende is dat ik nu geen geld had en mijn nachtbus nog moest betalen. Na een aantal pogingen om duidelijk te maken dat ik naar een oranje ATM moest en verschillende kleuren voorbij heb zien komen, kwam ik eindelijk bij een goede aan en die spuugde gelukkig ook nog geld uit. In de nachtbus mocht ik van geluk spreken dat er niemand naast me kwam liggen (moest dan wel een opgevouwen Aziaat zijn), want ik lag al diagonaal en met mijn benen in het gangpad. Na 6 uur aangekomen in Vientiane en direct een minivan doorgepakt naar Vang Vieng. Normaal zou deze er 4 uur over doen, maar ik had geluk en was er binnen 2.5 uur, compleet met al mijn ledematen.
Inchecken bij het gloednieuwe NaNa hostel kon nog niet, dus ben ik gelijk maar aan het zwembad gaan liggen. Aan de babbel geraakt met Morgan uit Schotland en voor dat ik het wist (nog voor het inchecken) zat ik in een tuktuk voor het tuben, het hoogtepunt van Vang Vieng. Je springt hier in een opgeblazen binnenband van een vrachtwagen en laat je meevoeren met de stroom van de Mekongrivier met in je ene hand een fles met drank en de andere hou je vrij om mensen om te gooien of nat te maken. Onderweg kom je een drietal barretjes tegen, die je proberen binnen te halen door een touw naar je te gooien. Dit waren er voorheen ongeveer 15, maar doordat er toendertijd te veel dronken mensen zijn verdronken hebben ze het gros gesloten. Wat ik leuk vond aan de barretjes is dat je er allerlei verschillende sportactiviteiten kon spelen. Eerst een balletje meppen op het volleybalveld, vervolgens een balletje gegooid in een bierglas (beerpong). Waarbij de straf was dat de verliezer door een nabijgelegen modderpoel moest rollen, dit wil je niet verliezen! Door een mooi Schot van mijn Schotse compagnon wonnen we de wedstrijd. Flink gelachen om de twee Schotse varkentjes in het poeltje. Schotse mensen zijn ook lekker gek, hou ik van. Daarna nog een lekker potje gevoetbald met de locals, waar we tegen de twee varkentjes moesten en dus niet ongemodderd uit de strijd kwamen.
Op naar de volgende bar! Hier kon je tafeltennis en basketbal spelen. Na eerst een aantal keer te zijn ingemaakt met tafeltennis was het tijd om mijn basketbaltalenten te tonen. Na eerst de driepunterwedstrijd als Stephen Purry te hebben uitgegooid, gingen we in teams. Ik wees iedereen er nog even op dat het onwijs glad was op het houten basketbalveld, waar met water op werd gesproeid. Toch kwam de fanatiekeling weer even in me naar boven en ik sprong omhoog om een bal te dunken. Daar liggen bepaald niet mijn kwaliteiten en ik kwam terecht op mijn knie en elleboog. Vooral mijn knie hevig bloedend (deels alcohol hoor), ben ik naar de barvrouw gegaan. Het was namelijk geen slim idee om met zulke wonden weer het vieze rivierwater in te gaan. Het werd flink ingepakt en bij het eindresultaat zag het er kunstig uit. Onderweg naar de laatste bar werden we al een tijdje achtervolgt door een boot, die ons adviseerde om te stoppen en terug naar Vang Vieng te gaan met de tuktuk. Wij lagen alleen nog wel prima is onze tubes en bleven lekker door dobberen. Totdat we, toen het donker was geworden, in een fuik van mensen terecht kwamen, waar het advies veranderde in een opdracht waar niet onderuit te komen viel.
Op de plek van uitstappen was er een bijzonder tafereel gaande: een Zuid-Koreaanse familie (30 man) had een eigen restaurant gecreeerd en was hier aan het dineren. Zowel de tubing- als de Zuip-Koreaanse groep hadden al een aardige borrel achter de kiezen en dat resulteerde in een gezellige boel. Waarbij wij eten kregen in ruil voor foto's, goede deal dacht ik zo. Nog een aantal nummertjes meegeblerd als Volarè, voordat we het zingen voortzette in de tuktuk, waar we door veel mensen werden nagekeken als gekke idioten. Aangekomen in het hostel was het rond half 8, dat betekent 2 uur lang gratis vodka en whiskey. Vervolgens naar de Sakurabar gegaan als preparty voor de jungle party. Voor de jungle party werden we om 12 uur opgehaald met een tuktuk en naar de plek gebracht, deze rit ging vrij rapido. Je zou denken dat ik wel ergens zou afhaken, aangezien het een superlange dag is geweest (met veel alcohol) en ik nauwelijks heb geslapen in de nachtbus. Ik zou echter mezelf niet zijn als ik niet tot laat zou blijven plakken en zodoende gebeurde dat ook. Nadat het laatste plaatje was gedraaid en Morgan uit een boom was gevallen was het tijd om er een eind aan te breien. Ik heb nog eventjes met de DJ's staan babbelen en toen ik weer omkeek was Morgan weg. Ik weet niet of hij toevallig tot morgan heeft gezegd, maar wat ik wel weet is dat ik er nu alleen voor sta. Alle tuktuks waren al verdwenen en de rit te voet was toch zo'n 1.5 uur lopen. Verre van ideaal na een avond als deze. Nadat ik nog achtervolgd ben door een groep honden vond ik het mooi geweest en probeerde ik mee te liften met ieder persoon die nog langs reed, zelfs als ze de andere kant op reden. Na een paar pogingen had ik geluk en mocht ik achterop bij een gozer van wie zijn motor bijna uit elkaar viel en nog een zijspan met voedsel had. Ondanks dat ik ook trek had gekregen zat eten krijgen er niet meer in. Veel te veel betaald kwam ik met de opkomende zonnestraaltjes weer thuis. Op dit moment was ik bekaf en ben ik pas om 4 uur weer me bed uit komen rollen. Ontbijt met een bierie aangezien ik snel weer een nieuwe groep had ontmoet en weer lekker uitgeweest die avond.
Die ochtend daarop had ik met deze groep afgesproken om weer te gaan tuben, alleen in plaats van de yellow route deden we de red route met iedereen van het hostel die daar zin in had. Nadat ik plaats had genomen in mijn redtube heb ik even proberen te surfen, maar na zoveel drank de afgelopen 2 dagen is mijn balans ver te zoeken. De groep om het te doen was leuk, de barretjes die we tegenkwamen minder. Het waren meer verkooppunten van alcohol met een beetje muziek, dan gezellige barretjes.
'S avonds weer gebruik gemaakt van de gratis drank, naar de Sakurabar geweest en afgesloten bij de Vivabar. Bij de Sakurabar heb ik weer een item van mijn bucketlist kunnen afstrepen. Koreanen leren struckenducken of meer Nederlands vertaald struikenduiken. Ik weet niet of dit fenomeen alleen in Nederland bekend is, maar ik denk dat heel Zuid Korea nu aan het struckenducken is, omdat hypes zich daar altijd razendsnel verspreiden. Nadat iedereen een aantal duiken had gemaakt vroeg een of andere scandinavische gezette viking aan mij wat we aan het doen waren. Spelletje uitgelegd en hij dook over de tafels zo de struik in. Zonder twijfel de duik van de dag, wat werd beloond met een ticket naar buiten. Ik werd ook al in de gaten gehouden hoorde ik van Freek, dus ben ik van de achterkant naar de voorkant van de bar gesneakt. Heb ik twee mixers gehaald met vodka, wat mij een gratis Sakura-shirt (of sakhurtje voor de kenners uit Chiang Mai) opleverde. Dit was mijn nieuwe vermomming voor die avond en ik werd niet meer herkend.
Na de nacht uitgespeeld te hebben, scheen ik aan Freek en onze nieuwe groep beloofd te hebben die ochtend weer te gaan tuben. Er was namelijk ook nog een blauwe route. Deze had ik net gemist, omdat ik nog blauw in bed lag. Ik kon me nog wel een keer opladen om die avond weer mee uit te gaan. Deels om de schade van de heg op te meten. En die was om en de nabij, pak em beet meer dan ik lief had. Vooral de afdruk van de viking was goed zichtbaar. Met enige spijt heb ik besloten als anonieme geldschieter de bar dan maar te sponsoren door veel drank te kopen. Het was wederom een lang nachtje.
Die dag erna had ik het idee dat ik Vang Vieng wel had uitgespeeld, hoewel Vang Vieng waarschijnlijk hetzelfde over mij dacht, want na vier dagen feesten was ik kapot. Besloten om nog een nachtje bij te komen en daarna de minivan naar Luang Prabang te pakken. Daar aan het eind van de middag aangekomen in het Vong Prachan Hostel, zaten er direct twee bekenden van Vang Vieng in mijn kamer. Met hun groep een drankje wezen doen en ik zag in die groep nog een bekend gezicht, maar dit keer al van langer geleden. Ik kon er niet op komen en toen ze mij zag zei ze heel enthousiast: Hi Perry! Mijn gevoel was dus goed, maar ik kon niet plaatsen hoe ze heette of waar ik haar gezien had. Toen de monkey out of the sleeve kwam kon ik wel plaatsen waarom. Het was het meisje waar ik zo vreselijk om gelachen heb tijdens die happy brownie in Cambodja.
Om half 12 sluiten alle barretjes in Luang Prabang en als je dan nog ergens zin in hebt is er nog een optie: bowlen! De bowlingbaan met 20 banen blijft namelijk tot 2 uur open. Mijn naam als sperry (/////), weer waargemaakt en daarmee niemand gespared. De avond afgesloten met een partijtje boogschieten. Boogschieten is iets, waar ik met mijn lichte vorm van drankparkinson, geen talent voor heb.
Die dag erop hadden we besloten om naar de Kuang Si waterval te gaan. Deze stelde niet teleur en bovendien kon je er ook nog een verfrissende duik nemen. Dit deden we nadat we tot de top van de waterval waren geklommen. Hier verwachtte ik een mooi uitzichtpunt maar die kwam er helaas not. Er bevond zich ook nog een sunbear opvangcentrum in het park, geinige beesten om te zien, ondanks dat ze nauwelijks bewegen. Ik moet ook eerlijk toegeven dat ik ze groot gelijk geef met dit warme weer.
Teruggekomen in het hostel keek ik even naar mijn wond die ik had opgelopen tijdens het basketballen. Deze zag er niet heel lekker uit en ik vroeg aan Eric, die meer levenservaring heeft dan mij, wat ik ermee zou doen. Hij adviseerde mij om de korst ervanaf te halen en er pure methanol op te gooien. Geen leuk klussie, maar wel the way om een infectie te voorkomen. Mezelf groot gehouden en niet eens een traantje gelaten. 'S avonds de avondmarkt bezocht en heerlijk gegeten bij een tentje, soort van hutspot, maar dan met een Laotiaanse naam. Daardoor stond ik er die nacht goed voor om weer een balletje te gooien. Die dag erna nog een cheap massagesalon gevonden, waarbij de kwaliteit ervan boven mijn verwachting uitkwam.
Nog een paar potjes gepoold voordat ik de nachtbus naar Bakeo instapte. Hier leek ik het weer goed te treffen door alleen op mijn bed te liggen, totdat de langste Laotiaan die ik ooit heb gezien de bus instapte en naast mij wel een cozy plekje vond. Hier werd ik even met mijn neus op de feiten (en het raam) gedrukt, dat je niet te vroeg moet juichen. Ik was blij dat hij prima kon slapen, maar voor mij was het andere koek. Na twaalf uur in de bus, waarbij er nogal wat slingerweggetjes werden afgelegd, kwam ik rond 7 uur met zero sleep aan in Bakeo.
Samen met iedereen die naar het dorpje Bakeo moest in een tuktuk gestapt en de rit duurde langer als dat we dachten. Na een tijdje stonden we opeens op de grensovergang van Laos naar Thailand en dit was voor mij een paar dagen te vroeg. De tuktukchauffeur had zijn oren niet goed gespitst en had ons naar de verkeerde plek gebracht. Totally not amused begon hij terug te scheuren naar Bakeo en hier kwam ik vrij nat aan, aangezien het vrij hard regende en de chauf er weinig aan deed om de grote plassen te ontwijken, wat ik wel snap want zijn woede moest ook even bekoelen.
Aangekomen in Little Hostel moest ik nog een drietal uur wachten voordat ik mijn kamer in kon en mijn misgelopen nachtrust kon inhalen. Besloten om eerst mijn plekje voor morgen bij The Gibbon Experience te reserveren en gelukkig was er nog plek om de express tour te doen. Ik had expres voor deze gekozen, omdat deze vooral het ziplinen door de jungle bevatte. De andere tours waren de classic en de waterfall. Classic heb je meer kans om gibbons te spotten, maar die apen heb Al gezien in Pai. De waterfall tour bevatte meer trekking door de jungle en het bezichtigen van een waterval. Nu hou ik best van trekking maar ik beweeg me liever voort via een ziplinen dan te voet. Het is dus een weloverwogen keuze geweest om de expresstour te doen. Het was ook een nacht+dag minder dan de andere tours, wat de prijs ten goede kwam. Het kostte evengoed weer een flinke duit, maar heb er geen slecht verhaal over gehoord van mensen die het gedaan hebben.
De volgende dag begonnen we om 8 uur met een briefing over de gevaren en wat we wel en vooral niet moeten doen om het geen combinatie van ziplinen en skydiven te laten maken. Nadat we waren afgezet door een tuktuk en waren uitgezwaaid door allemaal kinderen begon de tocht. Eerst een hike van 1.5 uur om bij de eerste echte zipline te komen. Ik had ondertussen Job ontmoet die ook uit Nederland kwam. De overige 7 mensen kwamen volgens mijn gevoel uit Wenen (Oostenrijk), omdat ze de hele tijd aan het janken waren tijdens de hike en ook tijdens het ziplinen (als je hoogtevrees heb is het ook best scary). Tijdens de lunch kwam ik erachter dat ze allemaal uit Israel kwamen. Onderweg naar de eerste zipline hebben we nog mieren en diverse planten gegeten.
De eerste zipline was rond de 50 meter hoog en 350 meter lang, een leuk opwarmertje. Aanhaken en gaan! Man wat voel je je vrij als je daar boven de jungle zweeft met die prachtige uitzichten. Wat wel belangrijk was, was dat je een goede houding aannam: naar achter leunen en zoveel mogelijk opgerold als een bowlingbal (waarvan ik nog goed wist hoe die eruit zag na het bowlingavontuur in Luang Prabang). Deed je dit namelijk niet had je grote kans dat je het laatste deel van de zipline moest monkeyen, oftewel jezelf ondersteboven naar het einde trekken. Dit is mij gelukkig maar eenmaal overkomen en wel op de tweede zipline. Deze scheen al een prachtig uitzicht te hebben, dus dat wilde ik filmen met mijn actioncam. Tijdens het ziplinen was ik teveel bezig met het filmen, waardoor ik spinde en veel te vroeg tot stilstand kwam. Bandje van mijn selfiestick om mijn pols en ik begon te klauteren. Totdat ik opeens iets een tiental meters naar beneden zag vallen, dat was mijn actioncam (helaas had ik hem al uitgezet anders was het helemaal een spectaculair filmpje geworden met de skydive erbij). Gelukkig kon Somedee, een van onze gidsen, naar beneden klimmen en ik bleef op hetzelfde punt hangen om aan te wijzen waar hij ongeveer lag. Alles nog heel, behalve het bandje dat om mijn pols zat, die was gebroken. Na 10 ziplines kwamen we bij onze treehouse aan, de grootste ter wereld en op 35 meter hoogte. Supervette plek om te slapen en de zonsondergang te zien.
Voor het diner, wat heerlijk was, zijn we nog naar de grootste boom van Laos gelopen. Om een idee te geven: er waren 8 mensen nodig die elkaars handen vast hielden om de boom te omarmen. Kee, onze andere gids, had voor 's avonds wat flesjes laolao meegenomen om deze soldaat te maken. Onder het mom van dat het Thaise nieuwjaar voor de deur staat (wat ze ook in Laos vieren). Gezellig gezeten en wat drankspelletjes gedaan voordat we op tijd gingen tukken, omdat je na zo'n hele dag activiteiten toch wel loof bent. Midden in de jungle zijn er natuurlijk heel veel beesten die je wakker houden en in onze boomhut kon je de boomratten (ter grote van katten) horen rondlopen.
'S ochtends om half 7 hadden we de kans om nog vier extra ziplines te doen, voordat we gingen ontbijten en hier maakte ik natuurlijk dankbaar gebruik van. Na het ontbijt vertrokken we naar de koning der ziplines: 200 meter hoog boven de jungle en 530 meter lang. Dan hebben we het ergens over, echt heel tof! Na nog 8 andere ziplines, waaronder eentje over de rivier, was de gibbon experience ten einde. Hier stond een koud pilsje onder een fontein op ons te wachten, beter kan niet. Ik heb tijdens de trip veel met de gids Kee gepraat, echt superveel geleerd over het leven in Laos en ook gehoord wat zijn droom was. Dit was een aantal weken naar Nederland gaan. Hij had al uitgerekend dat hij hier nog drie jaar voor moest werken om zijn droom werkelijkheid te kunnen laten worden. Heel mooi om te horen hoe hij het allemaal uitgestippeld heeft en zijn droom achterna jaagt. Buitendat hij een geweldige gids was, heb ik hem dan ook voor zijn droom, een voor Laotiaanse begrippen, flinke fooi gegeven en je kon oprecht zien hoe blij hij hier mee was.
Terug aangekomen in Bakeo wilde ik eigenlijk dezelfde dag nog de grens oversteken naar Thailand, maar omdat ik best kapot was, besloten om toch nog een nachtje in Little Hostel te slapen. Dit bleek een hele verstandige keuze, want bij aankomst zei de eigenares: hiii, you are Perry right? Dus ik zei zo van: thats right. Zei: I found something from you. Ik kon me niet bedenken wat het was, kwam ze met me creditcard en pasfoto's aangelopen. Alle radaren stonden op volle toeren te draaien, maar ik snap er nog steeds geen fluit van hoe die bij haar terecht zijn gekomen. Normaliter zitten deze namelijk in een zwart portomonneetje met daarbij ook oordoppen en mijn Nederlandse simkaart (abbonement loopt gelukkig in mei af). Die waren in geen velden of wegen te bekennen, evenals het zwarte portomonneetje. Als ik een dief zou zijn, zou ik meer waarde hechten aan een creditcard dan aan een set oordoppen. Ik denk dat dit tot en met de dag dat ik tussen 6 planken lig, een raadsel zal blijven hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ik ben in ieder geval blij dat ik mijn creditcard nog heb (zal die geluksarmband hiermee te maken hebben?).
Die dag erna ben ik om 8 uur vertrokken met de minivan naar Thailand naar een oude bekende van me, Chiang Mai. Op de weg daar naartoe werd het nummer Bailamos van Enrique Iglesias afgespeeld. En
laat dat nu net een mooie titel zijn voor mijn verslag: Bai-la(m)os, te quiero mi amor, want hoewel ik uiteenlopende verhalen over Laos heb gehoord en daardoor twijfelde om heen te gaan. Heb ik
geen moment spijt gehad van deze keuze, want Laos is prachtig!
Adioss bai laosss!
Having borderline on the border? Take a brownie!
Sabaideee,
Die ochtend zou ik tussen 10.15 en 10.30 worden opgehaald door een tuktuk om naar Otres beach te gaan, vanwaar een boot zou vertrekken naar Koh Ta Kiev. Om 10.50 was de tuktuk er nog niet en ben ik naar de pier gelopen waar ik me kaart had gekocht. Zeiden ze dat ze al bij mijn hostel waren geweest, terwijl ik al sinds 10 uur klaar stond. Slap gelul dus. Uiteindelijk kwamen ze me alsnog halen bij de pier.
De boot was gelukkig ook verlaat en ik besloot nog even te gaan stralen. Toen ik terugkwam stonden er opeens 2 boten klaar en was iedereen al onderweg in de zee met zijn tassen naar de boot. Ik was onderweg in de zee meer bezig met mijn mobiel, portomonnee en backpack droog houden, want met de golven kwam het water wel tot je middel, dan de keuze maken welke boot ik zou nemen. Toen ik aan boord was gestapt, vroeg ik of de boot naar Koh Ta Kiev ging en jahoor het leek alsof ik goed gegokt had. Totdat die andere boot ook naar Koh Ta Kiev bleek te gaan en wel naar de andere kant van het eiland. Die boot ging naar mijn kant dus, maar ik bood geen tegenstand meer en berustte mij in mijn lot, want het water was inmiddels al te hoog om spullen veilig over te brengen.
Aangekomen op de kant van accomodatie Ten103 had ik gevraagd hoe ik het best naar de andere kant kon komen om bij Kaktus in te kunnen checken. Dat was een wandeling door de jungle van 45 minuten met ook nog een aantal rotsen waar je op moest klimmen en dat met mijn 2 tassen met 35 graden, sounds like fun. Voordat ik op pad ging ontmoette ik een Engelse gozer van een jaar of 40, die nog steeds dronken was van de dag ervoor en er dus al een maand zat zat. Hij had trek in een pizza en die kon je alleen krijgen aan de andere kant van het eiland, dus hij besloot mee te gaan. Hij was zelfs bereidt een van mijn rugzakken te dragen, helaas wel de lichtste. Voordat we vertrokken hadden we volgens hem nog wel een biertje nodig om de tocht te doorstaan, het was tenslotte al rond enen. Flink bezweet aangekomen nog even een drankje gedaan onder het genot van een pizza, voordat hij weer naar zijn kant vertrok.
Mijn kamer was weer een boomhut, met dit keer ruimte voor 14 mensen om te slapen. Een bed, een mosquitonet en een supersteile trap om op te klimmen, daar moest ik het mee doen. Dat leek me nog altijd beter dan de mensen die een etage lager sliepen in een hangmat. Daar kan ik best een middag in dutten, maar een hele nacht vol maken, leek me toch iets teveel van het goede, ondanks dat het de helft van de prijs van een bed was. Douchen kon een aantal meters verderop door een emmer over je heen te gooien en iets opladen kon alleen bij de bar. Aangekomen bij de bar, heb ik de eerste avond vooral met het personeel lopen ouwehoeren, dat hier louter vrijwillig zat in ruil voor accomodatie en eten. Dit leverde mij ook een redelijk aantal huisgemaakte fruitrumshots op. Aardig kachel in bed geraakt en daar was een kachel overbodig, was vreselijk hot daar.
De volgende dag de hele dag gekaart en mooie verhaaltjes vertellen onder het genot van vloeibare en vaste levensbehoeften. De vaste levensbehoeften die hier werden bereidt, kan ik beschrijven als het beste voedsel (heb in vijf dagen geen dag wat overgeslagen of ergens anders gegeten) wat ik Azie heb gehad en dat zijn al aardig wat maaltjes geweest. De kok hier is opgeleidt door een franse kok die michelinster(ren) op zijn naam heeft staan. Iedere ochtend gaat hij naar het vaste land om verse ingredienten te halen om vervolgens voor zowel lunch als diner 3 verschillende maaltijden aan te bieden (vlees, vis en vegan). Om 1 uur en 7 uur is er een bestelmoment en een half uur later krijgt iedereen tegelijkertijd zijn prakkie. Dit is ook goed voor de socialiteit in het hostel, omdat iedereen op dat moment op praktisch dezelfde plek zit.
In de middag zijn we nog naar Elephant Rock gevaren, dit is een rots, in jawel hoor de vorm van een olifant, waar je vanaf kunt springen, van pak hem beet 6 meter. Bovenop de rots waren mensen toch wat bang uitgevallen, dus laat ik maar eerst gaan dan, want vergeleken met de cliffjumping in de Filipinos was dit pinots en ik was rotsvast van vertrouwen. Niets was minder waar, want alhoewel ik ver sprong, raakte ik toch een rots met mijn knie en voet, wat resulteerde in snee, maar gelukkig zat ik in de zee, wat natuurlijk uitermate goed voor het herstel is. Hierna was ik er direct klaar mee, omdat het voor mij niet helemaal veilig leek. Toch was ik samen met Tabho de enige van de 20 mensen die wat raakte als ik Zack niet meereken, die 16-jarige jongen was zo stoned dat hij bij het opklimmen van de rots al op een stone viel. Ik had mijn snorkelmasker ook nog meegebracht in de hoop dat dit mooi zou zijn, maar dit viel even tegen. Buiten dat ik een, door mij zo geliefde, zee-egel tegenkwam die zowel wit als zwart was.
Eenmaal terug in het hostel is er de daaropvolgende 3 dagen vooral gechilld met een mooi groeppie en zijn er wel 5 verschillende kaartspelletjes gestart, waarvan er niet een is afgemaakt. Het favoriete spel was toch wel exploding kittens, omdat mensen ons het zoveel zagen spelen, kon aan het einde van de rit bijna het hele hostel dit spel, vanwege hun nieuwsgierigheid. Ik ben op een van die dagen nog opgeschrikt vanuit mijn chillmodus. Ik wilde mijn tas uit mijn kluis pakken, kroop er opeens een mega duizendpoot uit, ter lengte van mijn pink tot en met hand. Opeens was deze griezel verdwenen en nergens meer te bekennen. Gelukkig bleek hij niet meer in mijn tas te zitten. Later hoorde ik dat deze engnekken ook nog venijnig kunnen bijten, wat je een flinke zwelling oplevert. Nog een leuke pubquiz gespeeld, die werd georganiseerd door Tabho. De spelopzet ervan was echt super met veel interactie.
Bij de terugtocht zou ik eigenlijk weer met dezelfde boot terug moeten, wat weer een flinke wandeling door de jungle zou betekenen. Dit zag ik niet zitten, maar teruggaan vanuit Kaktus was ook niet mogelijk, tenzij ik 10 dollar zou betalen. Beetje zonde van het geld. Ik wist dat er 5 minuten verderop nog een hostel was met eigen boot. Zonder wat te zeggen ben ik daar op gaan zitten en als een verstekeling pur sang heb ik het vaste land bereikt zonder een extra stuiver uit te hoeven geven. Direct geld gaan pinnen, want ik had meer geld uitgegeven daar, dan dat ik op zak had (er is vanzelfsprekend geen ATM op Koh Ta Kiev). Daardoor moest ik bij vertrek mijn paspoort afgeven en kon ik die op een punt ophalen als ik daar mijn schuld afloste. Vanaf die plek kon ik ook direct mijn bus door naar Phnom Penh boeken en een half uurtje later was ik al onderweg. Nachtje geslapen in Phnom Penh, omdat ik hoorde dat de nachtbus verbinding naar Battambang ruk was.
Die volgende ochtend vertrok ik mijn bus om 12 uur naar Battambang en om 3 minuten voor 12, kwam ik erachter dat het hostel waar ik had geslapen mijn paspoort niet had teruggegeven. Zonder paspoort kom je natuurlijk niet ver, dus rennend terug naar het hostel. Zat er alleen een grietje, die geen engels sprak. Met alle mogelijke hand- en voetgebaren proberen duidelijk te maken wat ik mistte, maar tevergeefs. Misschien zul je nu denken voetgebaren, hoe zou dat eruit zien? Als je in zulke haast ben wordt je vanzelf creatief, buiten het feit dat ik het rennende gebaar maakte van mijn haast, probeerde ik door middel van een pingpongballetje (die daar toevallig lag), die door haar benen te passen, oftewel een Pas (door je) Poortje. Dit was ijdele hoop en ik ben maar naar de vierde verdieping gerend op zoek naar een andere medewerker en die vond ik ook. De receptioniste kwam daar aangelopen met haar bakkie rijst en kon gelukkig mij mijn paspoort terug geven. Snel weer terug gerend naar het minivan ophaalpunt en ik zag nog steeds niemand staan, maar ik had geluk, want de minivan was nog niet langs geweest. In totaliteit zaten er 3 mensen in de van, wat er voor zorgde dat ik languit op de achterbank kon liggen, pure luxe voor in Azie.
In Battambang ben ik die avond naar het circus geweest, wat is opgericht om mensen uit een arm gezin een kans te geven op werk en een beter leven. En deze show stelde me niet teleur, het niveau lag erg hoog en dat verwacht je bij aankomst in de simpele circustent zeker niet. Onder het genot van twee bieries de een uur durende show gekeken. Waarbij het nog wel amusant was dat ik mijn tweede blik opende net nadat de muziek uitging, waardoor alle blikken op mij gericht waren. Toen de show af was, had Ryan nog steeds een dicht blikje, omdat hij bang was dat hem hetzelfde zou overkomen. Daarna heeft hij zijn lauwe rakker, voor 1/3 opgedronken voordat hij besloot dat het toch echt niet lekker meer was. Eigen schuld.
Ik was vergeten die avond om mijn verblijf bij Here Be Dragons te verlengen en die ochtend erna zat het opeens volgeboekt. Snel een ander hostel gezocht en ik kwam bij Pomme terecht, hier had je een soort prive cabine met ventilator voor omgerekend €5.50. Snel weer terug, want er stonden twee tuktuks op me te wachten met daarbij 7 mensen. We hebben die dag alle highlights van Battambang bezocht: tempels, viewpoints, the killing cave, bambootrain en the batcave. De Bambootrain was een grote oplichting, 5 dollar betaald voor een ritje van niet eens 10 minuten op een houten platform. Je zou verwachten dat er iets van bamboe inzit, maar ik kon het nergens bespeuren. Vervolgens konden we kiezen of we 30 minuten bergop wilden lopen naar een tempel of met de auto wilden. Ik ben natuurlijk liever moe dan lui, dus koos voor het eerste. Buitendat het een beter gevoel geeft als je een viewpoint + tempel bereikt met een soort van inspanning. Op deze plek ben ik vooral verbijsterd geraakt over de brutaliteit en slimheid van de apen daar. Die pakten gewoon alles wat met eten en drinken af van de mensen. Zelfs van een waterfles draaide ze gewoon keurig de dop eraf en begonnen er uit te drinken. Aangezien ik ging lopen had ik wel de killing cave onderweg gemist. Na tien minuten kwamen we bij een cave terecht die wel drukbevolkt was, maar toen we het met de rest van de groep bespraken, bleken we niet dezelfde cave gezien te hebben. Wij hebben klaarblijkelijk iets anders gezien wat voor locals heel belangrijk leek, ook interessant voor een leek op dat gebied.
Daarna was het tijd voor het toetje, de kers op de taart of de sweet milk in je ice coffee: de zonsondergang bekijken op een speciale uitzichtsspot, waar alleen de tuktukdriver van wist om vervolgens net voor de zonsondergang zwarte slierten in de lucht te zien, die wel 30 minuten bleven komen: ongeveer 16 miljoen vleermuizen die naar buiten vlogen vanuit hun grot om een maaltje te scoren in de jungle, indrukwekkend om te zien. Of de plaats daarom ook BATtambang heet, kon niemand mij met zekerheid vertellen. Zal ik de enige zijn die daar over nadenkt?
Terug aangekomen was het bij Here Be Dragons cocktailnight voor 2 eu per cocktail. Ik wilde eerst de hele kaart proberen, maar toen ik zag dat dit er 24 waren, wist ik dat dit wel heel ambitieus zou worden in 3 uur tijd. Het leken er wel 24, omdat ik dubbel zag, dus laten we zeggen dat het er 12 werden. Daarna drankje gedaan bij The Container en daar kwam ik John tegen, een Cambodiaan die met een Amerikaanse getrouwd was en daar ook twee kinderen mee had. Hij runde nu een school voor kinderen, waarvan hun ouders niet het geld hadden om hun naar school te laten gaan (2 dollar per dag). Zijn kinderen stopten hem wat geld toe om zichzelf te onderhouden en de rest was bestemd voor de school. Hij vroeg of ik tijd had om les te geven in Engels op zijn school. Aangezien ik op moest schieten met Cambodja, omdat mijn visum bijna verliep heb ik het aanbod afgeslagen. Hij liet allemaal foto's zien van hem en leerlingen, dus heb ik hem uiteindelijk 10 dollar gegeven, zodat een kind een week naar school kan. Evengoed was John ook een mooi mannetje, dus hij nam het overgebleven groepje mee naar een club iets buiten Battambang. John reed en of dat legaal was kan je je afvragen, maar dat heb ik wel heel vaak hier in Azie als ik de rijstijl plus staat van de chauffeur bekijk.
Eenmaal binnen waren er alleen maar locals aan het feesten en wij werden ontvangen als helden. De andere 2 deense gasten die mee waren, waren later in de nacht afgehaakt en ik was nog met John over, althans dat dacht ik. Nadat de fissa zo goed als over was kon ik mijn ritje terug naar Battambang niet meer vinden. Tuktuks waren er ook niet, dus ik was aangewezen op de overgebleven locals of een idioot lange voetreis terug. Ik deed nog gezellig een pilsje met een paar locals en hun hadden een vriend die hun op kwam halen. Ze vertelden dat ik ook wel meekon, helemaal prima. Toen die vriend aankwam in zijn auto, had ik grote twijfels of hij zijn ribba wel had, want hij leek net 13. Met zijn 5en op de achterbank naar mijn hostel gereden en het was maar goed dat ik niet kon zien hoe snel we reden, want het ging veel te rapido voor in de stad. Heel aangekomen en hun vriendelijk bedankt.
Die nacht weer weggesmolten in me kamer, voordat het tijd was om de bus naar Siem Reap te pakken. Om 6 uur kwam ik daar aan en ik ging gelijk op zoek naar twee Nederlandse meiden, die nog veel Laotiaanse kip (omgerekend 170 eu) over hadden. Ze hadden dit bij een facebookgroep geplaatst en dit keer was het mijn beurt om iemand uit de brand te helpen. Nog een happie en drankie gedaan en op tijd gaan pitten. Lekker uitgeslapen en ik had tijdens het rondwandelen in Siem Reap gespot dat er een Nederlandse snackbar was met een uitgebreide kaart. Bij het zien van de berenhap was ik verkocht, ware het niet dat de hele dag de stroom er al af lag in Siem Riep, waardoor de satesaus koud was en dit is dan net als een wc zonder bumgun. Al vroeg ik me daarna wel af hoe ze die berenhap hadden gefrituurd zonder stroom. Tijdens het krabben op me hoofd om over deze vraag na te denken, merkte ik op dat me haar + beardo alweer aardig vikingstyle begonnen te worden. Ook verdiende Cambodja nog een herkansing, want de vorige knipbeurt was de slechtste tot nu toe.
Dit keer iets meer betaald (8 eu voor knippen en trimmen) en ik werd weer aardig in de watten gelegd. Zelfs nog een gratis hoofdmassage en oorwassing erbij gehad. Vervolgens de Knip getrokken en met twee Deense stoners afgesproken die ik had ontmoet in Battambang. Die zaten alweer in de coffeeshop (ja die hebben ze in Cambodja) Tree. Ik kan gelukkig nog steeds niet roken, maar in deze shop hadden ze ook de happy brownie op het menu staan. De eigenaar was net open en had ze 2 dagen geleden afgebakken met de verhouding 20 gram wiet voor 120 brownies. Het langzame doorbakken zorgde ervoor dat de wiet beter werd opgenomen en dat de brownie evengoed redelijk smaakte. Allemaal een stukkie gedaan samen met de eigenaar en een Canadeze die was geJoind.
Tijdens het avondeten bij de pizzeria begon dat ding te werken en als ik nu vertel wat er zo grappig was is het wel funny te noemen, maar niet iets waar je 1.5 uur lang van moet lachen (waarvan 20 minuten echt gehuild), zonder maar een complete zin te kunnen uitbrengen. Elke keer als ik een zin probeerde te maken, dacht ik voordat ik hem kon afmaken aan het voorval, waardoor ik weer in lachen uitbarstte. Iedereen was natuurlijk razend benieuwd wat er nu zo grappig was, maar de hele setting maakte het hilarisch. We waren ondertussen de enige nog in de pizzeria en je kon merken dat ze ons wel weg wilden hebben, maar ze bleven serieus professioneel. Terwijl er al 1.5 uur iemand constant zat te lachen, een iemand constant verhalen zat te vertellen, waarnaar een iemand constant zat te luisteren en als diegene dan wat wilde zeggen, werd hij direct weer overruled door de vrouw op de praatstoel. De andere deense gast was zo stoned dat hij niks meer kon uitbrengen, alleen dat hij wel begreep waar ik om lachtte. In een club was het beeld niet veel anders, tegen die 3 kon ik absoluut niet praten en zelfs tegen onbekenden schoot ik uit het niets zomaar in de lach als mijn gedachten afdwaalden.
Die nacht vervolgens heerlijk geslapen en fris en fruitig opgestaan voor een rustdagje. Om 3 uur besloten we mountainbikes te huren om rond Angkor Wat rond te fietsen en de zonsondergang daar te bekijken. Als zeg ik Angkor Wat, denken jullie vast: Wat? Maar het is een van de acht wereldwonderen, dus heel toeristisch, maar ook zeker de moeite waard om de megagrote oude ruines te bekijken.
De volgende ochtend werd ik om 4.30 opgepikt door Sok Lin om naar Angkor Wat te gaan om de zonsopkomst te bekijken. Sok Lin wordt veel aangeraden als tuktukdriver op een facebooksite en dus besloot ik hem een bericht te sturen. Gelukkig was hij deze dag nog beschikbaar. Samen met de twee deense gasten de kosten gedeeld van de tuktuk en de zonsopkomst was mooi, maar had er meer van verwacht. Maar wat was het al allemachtig druk op dat tijdstip bij het tempelcomplex Angkor Wat. Omdat wij maar een 1-dags ticket hadden, besloten we om alleen de mooiste/grootste tempels te bezoeken, waarin we het advies van Sok Lin volgde. Er zijn mensen die weektickets kopen om alle tempels te bezoeken in het gigantische complex, dan kan je je een beetje voorstellen hoe groot het is. Sok Lin had een slimme route ontwikkelt om de toeristische massa zoveel mogelijk te ontwijken en gaf bij elke tempel uitleg over het gebruik, totstandkoming etc.. Dat is dus waarin hij verschilt met andere chauffeurs, die amper Engels spreken en zonder uitleg is het bezoeken van de tempels niet half zo interessant. Het was een aardig zweterig dagje met 40 graden op de teller en niet overal schaduw plekken, noem me maar een Angkor Watje, maar om 2 uur vonden we het allemaal wel mooi geweest. We waren toch al zo'n 10.5 uur onderweg die dag om naar tempels te koekeloeren.
We hadden na zo'n dag natuurlijk vreselijke trek, dus was het tijd voor een ander culinair hoogtepunt in Siem Riep: The Bugscafe. Hier kan je allerlei gerechten eten met insecten erin. Wij hadden met zijn drieen een shared platter gedaan waardoor alle insecten aan bod kwamen: zijdeworm met krekel salade, een spies met groenten, schorpioen en tarantula, een loempia met rode en vliegende mieren en nog een aantal dingetjes. De schorpioen, die ik al eerder in Thailand heb gehad, was nog het minst tasteful. De salade met zijdeworm en krekels was zelfs nog echt lekker te noemen evenals de loempia's, die zou ik, bij wijze van, zo nog eens kunnen nemen.
In de avond had ik besloten om weinig uit te voeren om fit te zijn voor mijn lange minivanrit naar Laos. Dit liep echter, niet voor de eerste keer op deze trip, weer anders. Ik raakte aan de praat met twee Amsterdamse meiden en die vroegen of ik meeging eten in het hostel. Nog steeds in de veilige zone vond ik dit wel prima, want die insecten waren wel weer verteerd. Beetje gepoold bij de pool en van een paar biertjes komen er meer (en meer mensen), totdat we opeens in een rooftopbar stonden. Waarin de buckets weer over tafel vlogen en er menig potje beerpong werd gespeeld. Rond een uur of 2 was het tijd om er een eind aan te breien, maar het regende zo ontiegelijk hard dat we de oversteek naar het hostel nog even uitstelden. De wolkbreuk duurde zo lang dat we om half 5 nog met hetzelfde probleem zaten. Alle mobiele telefoons zo goed mogelijk beschermt tegen de regen (ingerold in mijn shirt en die vervolgens in mijn broekzak), besloten we dat we gingen rennen. De free for all weg terug werd mij nog bijna fataal, toen opeens het water tot mijn knieen kwam en ik bijna viel. Aangekomen bij het hostel kwamen er vijf verzopen/bezopen katjes katlam aan. We konden echt letterlijk alles uitwringen van het water, maar mijn mobiel heeft dit keer iets overleefd!
Na 1.5 uur slaap stond ik om half 7 weer paraat om naar the 4000 islands te gaan in Laos en ik voelde me verrassend fris (mijn Deenmentaliteit kwam hier van pas). Na eerst een uur te hebben gewacht op twee mensen die ze vergeten waren op te halen konden we om iets over 8 van start. Voordat we vertrokken dacht ik dat ik misschien wel de beste spot had van iedereen op de achterbank, er was namelijk maar plek voor 1 iemand met allemaal backpacks ernaast, die gebruikt konden worden als kussens. Nadat de andere twee mensen erbij kwamen was dit al vergane glorie, deze kwamen gezellig naast mij zitten en de tassen werden ten koste van onze beenruimte onder ons geplaatst. Dit was nog te doen, ware het niet dat er nog iemand opgehaald moest worden, die ons ook kwam vergezellen op de achterbank. Met vier man sterk op de achterbank en geen beenruimte diende ik dus deze op papier 8-9 uur durende minivanrit te doorstaan. Slapen zat er ondanks mijn korte nacht maar sporadisch in.
Op een uur van de grens reden we op een hobbelig zandpad, maar het werd opeens wel heel hobbelig. Stug door blijven rijden natuurlijk totdat het niet meer te doen was en wat bleek, we reden al op onze velg. Half uurtje gewacht op de volgende minivan en deze was kleiner dan de vorige, dus mensen op schoot en ik op een zelfontworpen stoel.
Een uur later aangekomen bij de grens vertelde de chauffeur van onze minivan dat hij onze visums voor het corrupte Laos wel even zou regelen voor omgerekend 50 dollar. Dat ging dus even mooi niet door, want een visum voor Laos kost normaal gesproken 35 dollar, hier kan je zien wat een beetje research je al wel niet voor besparing kan opleveren. Althans dat dacht ik, toen ik het op eigen houtje ging doen, bij het uitstempelen bij Cambodja kreeg ik eerst mijn paspoort niet terug, omdat ik geen geld betaalde (2 dollar) om uit te stempelen. Tijdje gewacht en vervolgens deden ze net alsof ze stempelden en kreeg ik hem terug, zonder stempel en die is wel degelijk van belang. Gelukkig hadden we een groep van 12 man die niet aan deze corrupte zooi mee wilden werken en na een uur wachten won de aanhouder, wij dus!
Alleen was de kous nog niet af, we dienden Laos nog in te gaan en dit gaat over het algemeen niet veel easier. Er stond levensgroot op een poster dat een visum 35 dollar kostte en de vrouw achter de balie vroeg 37 dollar. Met de vraag waarvoor dit geld bestemd was antwoordde ze doodleuk: for me. Hier gingen wij niet aan meewerken, dus gingen we rustig op een bankje zitten. Het was ondertussen al over zessen en de grenzen werden dan ook gesloten, ze deden het licht uit achter de receptie en liepen weg. Na een half uur kwamen ze weer terug of WIJ ons al bedacht hadden. Stomme vraag, natuurlijk niet! Een drietal franse madamekkes hadden nog een fles ricewine mee, dus zijn we daar maar aan begonnen, best gezellig. De lichten bij de receptie waren ondertussen alweer gedoofd en er kwam een bewaker naar ons toe gelopen die ons sommeerde om terug te gaan over de grens naar Cambodja. Aangezien we al uitgestempeld waren was dit geen optie. Het was eigenlijk wel spelen met overnachten in niemandsland tussen Cambodja en Laos in, want als hun weg gingen, zaten wij ook vast.
Voet bij stuk gehouden en na 1.5 uur, leek er eindelijk schot in de zaak te komen. De vrouw accepteerde 35 dollar voor een visum. Ik was al goed voorbereid en wilde haar de officiele valuta van laos geven, Laotiaanse Kip. Hier vroeg ze echter aan mij omgerekend 44 dollar. Ze had mijn paspoort alleen al in haar handen en schoof het luikje dicht, want ik was het absoluut niet van plan om te betalen. Lichten weer uit en weggelopen. Ik kon op dat moment weinig daar aan doen, dus vroeg ik de fransen of zij nog dollars hadden en dat ik hun eventueel kip kon geven. De een had 17, de ander 12 en nog een had 5 dollar over en het had zo moeten zijn, want ik had zelf nog 1 dollar over. Vrouwtje kwam weer terug en vol trots gaf ik haar 35 dollar. Over het algemeen keek het vrouwtje Al Gemeen, maar na deze overhandiging sprak het boekdelen. Nu moesten we de stempel nog, waar ze weer 2 dollar vroegen. De hele groep was hier alweer een half uur mee verder en uiteindelijk kregen we de stempel met moeite. Al met al heeft het border avontuur zo'n drie uur gekost, maar wij zijn als winnaars uit de bus gekomen.
Over de bus gesproken, die was natuurlijk al lang vertrokken met het andere corrupte manneke. We werden door de beveiliger nogmaals vriendelijk verzocht om het terrein te verlaten en zijn gestrand bij een restaurant. Hier werden we door een lieve familie opgevangen en kregen we megaveel gratis bananen van ze. Alleen waren we nog steeds niet op plek van bestemming: 4000 islands op het eiland Don Det. Ondertussen gebeld met de buscompany die ons daar naartoe zou brengen, maar die vertelde dat het onze eigen schuld was. Hier viel ook niet mee te communiceren, dus die hoop ook maar opgegeven. Gelukkig had de familie van het restaurant een pick-up ter beschikking, dus we vroegen of hun ons tegen betaling naar de pier van 4000 islands konden brengen. Deze mensen gunden we die 3 dollar per persoon veel meer. Ik kreeg nog een tros bananen mee en na wat passen en meten gingen we met alle backpacks/koffers en 10 mensen achterin de laadbak op pad. Na een heerlijk verfrissend ritje kwamen we aan bij de pier. Gelukkig deden ze hier niet zo moeilijk over dat we zo laat waren (was inbegrepen bij de rit), dus brachten ons zonder gezeur en betaling heen. Omstreeks half 10 kwamen we aan op Don Det. Ruim 15 uur verder nadat ik opstond met een minimalistisch aantal uur slaap achter de rug en ja Laos, ik heb er weer zin in!
Adiosssss!
Back to basic = back to basic, you will do that without a phone
Hello,
Het verlaten van Vietnam was gelukt voor 12 uur 's nachts en door 25 dollar en je paspoort te geven in de bus, werd mijn visum voor in het corrupte Cambodja voor mij geregeld. Na ongeveer 8 uur kwam ik rond 9 uur aan in de hoofdstad van Cambodja, Phnom Penh. Een stad die door vele wordt aangeraden om snel te verlaten, vanwege de hoge criminaliteit en de smerigheid. Alleen over straat lopen wordt hier 's avonds afgeraden, zeker als je niet weet in wat voor wijk je bent. Ik kwam aan op het busstation, zonder de gebruikte valuta (riel en USD) en zonder dat ik wist in welke wijk ik was. Om het gevaar te wijken liep ik door de goed verlichte straten naar Dynsey Flashpacker Hostel. Nog snel even een dinertje gescoord om vervolgens de luiken te sluiten, lange ritjes maken je toch altijd wel moe.
De volgende dag om half 11 afgesproken met Laura om samen een tuktuk te delen en naar S21-museum en the killing fields te gaan. Dit is een van de meest indrukwekkende dagen geweest van mijn trip. Ieder land heeft zijn eigen historie en ik wist dat er in Cambodja een minder leuke periode is geweest, maar wat precies was mij onduidelijk, tot vandaag. In 1975 kwam Pol Pot van de Rode Khmer aan de macht. Door zijn regime zijn in de periode van 1975 tot en met 1979 ruim 2.5 miljoen Cambodianen vermoord, bijna 1/3 van de gehele bevolking. Met name de intellectuelen moesten het ontgelden, droeg je een bril, dan leek je slim en was het gedaan met je. In het S21-museum, wat voorheen een school was, werden gruwelen verricht, die onmenselijk lijken. Tijdens het regime van Pol Pot was dit terrein hermetisch afgesloten en werden er dagelijks honderden mensen binnen gebracht. Deze mensen werden dan vastgebonden en gemarteld totdat ze bezwijkten en een valse verklaring aflegden, waarin stond dat ze een onrechtmatige daad hadden verricht. Dit was dan genoeg reden om ze naar the Killing Fields, iets buiten het centrum van Phnom Penh te sturen. Mensen waren zo wanhopig en bang dat er zelfs verhalen zijn, dat ze zichzelf tijdens de ondertekening met een pen in hun nek staken, om zelfmoord te plegen. In totaal zijn ongeveer 14.000 mensen S21 binnengegaan en hebben 7 hiervan het overleefd. Wat het mede zo heftig maakt zijn alle pasfoto's van mensen die in het museum hangen. In hun blikken kan je zien dat ze doodsangsten uitstralen. De martelmaterialen en schedels daar gelaten. In het museum kon je een 1.5 uur durende audiotour (zelfs in het Nederlands) doen, waarmee je langs verschillende locaties werd geloodst. Waarbij alle woorden worden versterkt doordat alles visueel intact is gebleven. Zelfs de overlevenden kwamen hierbij aan het woord om over de gruwelen te spreken. De mensen die de valse verklaring tekenden, werden getransporteerd naar the Killing Fields, hun werd verteld dat ze werden vrij gelaten, maar dit was niet het geval.
Tijdens het bezoek aan the Killing Fields (waarvan er ongeveer 20.000 waren in Cambodja) kon je ook weer een Nederlandse audiotour doen van ruim 1 uur. Op deze killing field, waar menselijke resten van 9000 slachtoffers zijn gevonden, werd tussen 8 en 9 's avonds keiharde propagandistische muziek afgespeeld, zodat schreeuwende mensen in de omgeving niet konden worden gehoord (in de buitenwereld wisten ze namelijk niet wat hier gaande was). Dit was het moment dat de mensen werden vermoord, niet met kogels, want dat was een dure methode, maar doodgeslagen met ijzeren voorwerpen die hun schedels verbrijzelden. Kinderen en baby's werden doodgeslagen tegen de zogenaamde imposante Killing tree, die nu versierd is door allemaal armbandjes. Kippenvelmomentje als je die boom aanschouwt en het verhaal van de audiotour erbij hoort. De lijken werden vervolgens samen met een chemische vloeistof onder de grond gestopt. De chemische vloeistof maskeerde de ondragelijke geur van de dode lichamen en zorgde ervoor dat de nog levende mensen ook stierven. Tijdens een bezoek aan de Killing Fields kan het voor komen dat je zomaar op menselijke botten of kleding stuit, wat van de slachtoffers is. In het midden is een herdenkingsplek opgezet, waar je een bloemetje kan kopen om de omgekomen mensen te herdenken. Deze herdenkingsplek bevat veel schedels die zijn gevonden tijdens de opgravingen. Op de schedels is waar te nemen waar de mensen zijn geslagen door de schedelfracturen. Al met al een hele indrukwekkende ochtend en begin van de middag. Het bizarre is dat bijna niemand in Europa, zonder Cambodja bezocht te hebben, weet van deze massamoorden. Terwijl je in Cambodja nog steeds de invloeden van de Rode Khmer kunt waarnemen/khmerken.
Om weer even te ontspannen, kozen we om een massage te nemen bij Seeing Hands. En dit was met recht een bijzondere te noemen, want dit werd uitgevoerd door blinde mensen. Een aparte ervaring, waarmee ik me niet helemaal ontspannen kon voelen. Maar wel het tweede goede doel van de dag gesponsord. Omdat dat sponsoren ons zo goed af ging, hebben we er een charity day van gemaakt. Bij Daughters of Cambodia, waar jonge vrouwen uit de gedwongen prostitutie zijn gehaald, een ijsje gehaald. Vervolgens gedinerd bij Friends of Cambodia, waar arme jonge kinderen een kans in de keuken of bediening wordt gegeven.
De volgende dag ben ik naar de kapper gegaan, dit was de minste ervaring die ik tot nu toe heb gehad. Voor 5 dollar knippen + baard kan je natuurlijk ook niet teveel verwachten. Iets daarvoor had ik 2 gasten uit mijn dorm ontmoet, die nog droen waren van de dag ervoor en om 10 uur alweer waren begonnen. Hoog tijd om aan te sluiten. Ik zou even wat blikken inslaan, alleen viel mijn oog toen op de kapper. Toen ik na een uur terug kwam, waren ze al bang dat ik onder een tuktuk terecht was gekomen.
Het mooie aan de Anchor bierblikken is dat je met elke die je openmaakt een prijs kunt winnen. Het lipje is namelijk rood of groen. Rood is duidelijk verloren. Alleen groen is ook verloren, maar het voelt minder pijnlijk. Groen met een bierblik erop, bekend dat je een gratis biertje hebt gewonnen, die je op diverse plekken kunt inwisselen. Je hebt ook nog groen met een cheque erop, dit komt heel sporadisch voor, maar een local liet me zien dat hij er 250 dollar mee had gewonnen. Bier drinken en gokken voor de prijs van een activiteit, mooier gaat het toch echt niet worden.
We hebben de hele middag mooi gezeten in onze kamer en iedereen die onze kamer binnenkwam meegevraagd naar de bokswedstrijd (muay thai) die avond. We waren zo overtuigend dat alle 8 mensen van onze kamer meegingen, dormuitje! Het grappige aan de bokswedstrijd was dat je geen bier mee naar binnen mocht nemen, maar onze tuktukdriver had bier verstopt in zijn tuktuk, dus als er een pauze was renden we naar buiten om een biertje te killen en terug te zijn voor de volgende wedstrijd, maar de snelheid waarmee de wedstrijden werden gespeeld was met een biertje drinken niet tegen op te boksen. In totaal werden er 4 wedstrijden gespeeld met als hoogtepunt een wedstrijd tussen de rivaliserende landen Cambodja en Thailand. Dit gevecht eindigde aan het begin van de tweede ronde met een KO aan Cambodiaanse zijde. Had op langer spektakel gehoopt. Ook nog gegokt en verloren, maar het was zeker van hoog niveau en leuk om te zien.
Even opgefrist in het hostel om daarna wat te gaan eten en uit te gaan. Op het moment van vertrekken kwam er net nog iemand aan in ons hostel, dus in groepsverband gevraagd of ze mee ging. Zegt ze opeens: heeee ik ken jou. Na lang nadenken, kon ik haar op geen een bezochte plaats plaatsen. Dus ik gokte maar Saigon, omdat ik dat avondje wel een paar zwarte gaten had opgelopen. Bleek het te kloppen, alleen had ik haar aan het begin van mijn avond naast mijn bed ontmoet en niet, zoals ik dacht, op het moment dat ik droen het nachtleven van Saigon aan het verkennen was. Dit was Lisa, ik noem haar Siggy van Saigon, omdat ze nog meer rookt dan vrienden die geld willen verdienen in de Filipijnen.
De twee jongens van mijn kamer waren gister naar star wars bar geweest en vertelden dat dit geweldig was. Hun uitleg: (oude) Cambodiaanse mannen in pakken die omringd worden door vrouwen, die totaal niet naar jouw omkijken, aangezien die mannen aldoor drank voor hun halen, terwijl ze vier op een rij spelen ondersteunt door het muzikale deuntje van star wars waarin obi wan kenobi tegen nog iemand strijdt, heel geloofwaardig. Ik speelde dit verhaal vooral mee, zodat iedereen die avond mee zou gaan en zo geschiedde. Bij binnenkomst werd mijn vermoeden bevestigd; het was gewoon een stripclub hahaha. Het grappige was dat iedereen het die avond wel prima vond en dus gewoon bleef, zelfs de vrouwen die waren gejoind. Het mooiste moment van de avond kwam op naam van de twee schuchtere finnen die mee waren. Die zag ik namelijk vier op een rij spelen met de dames. Er zat dus echt wel een kern van waarheid in het verhaal van die gasten.
De volgende ochtend heb ik om 1 uur de bus naar Kampot gepakt en hier kwam ik rond 5 uur aan in Mad Monkey hostel. Die avond rustig aan gedaan en op tijd gaan slapen, omdat ik aardig ka(m)pot was. De volgende dag op culinaire tour geweest en bij een paar leuke eettentjes gegeten en door de stad gewandeld. Alvorens ik weer een bekende tegenkwam in mijn hostel: Siggy aus(tria) Saigon. Gegeten bij de overburen, waarbij de vrouw des huizes een indrukwekkend levensverhaal had. Ik was erg gelukkig met gratis biertjes winnen, dus zijn daar de hele avond gebleven.
De volgende ochtend hebben we drie scooters gehuurd om de mooie omgeving van Kampot te verkennen. Van de overbuurvrouw hadden we nog wat tips gekregen voor een leuke route. Als eerste gingen we naar het dorpje K(r)ep, die zijn plaatsnaam te danken heeft aan zijn specialiteit en ik zal alvast verklappen: dit zijn geen pannenkoeken. Het is een vissersdorpje, waar, als we de verhalen mogen geloven, ze de beste krab ter wereld verkopen. Ik had die dag niet veel geld op zak, dus ik zat wat Krap bij kas. Uiteindelijk kon ik de verleiding niet weerstaan, ondanks dat ik normaliter niet eens van krab hou. Door onze zelf uitgezochte krab uit de zee (verser kan niet), ben ik krab opeens gaan waarderen, wat het smaakte dit keer niet als crap. Integendeel zelfs, het smaakte naar meer. Dat hebben we genomen in de vorm van inktvis en dit was ook om je vingers bij af te likken en dat deden we ook, omdat we met onze handen moesten eten.
Daarna onze zit vervolgd naar Kampoch Trang, daar aangekomen werden we vreemd aangekeken, alsof er nooit toeristen kwamen. We zijn er ook naar toe gestuurd door een local en achteraf had niemand er ooit van gehoord, maar we waren op zoek naar een verborgen lake om af te koelen. Na wat zoeken, lake het er niet Meer in te zitten. Mijn Amerikaanse scootergenoot, wilde graag rechtsomkeert maken richting Kampot, omdat ze voor het donker terug wilde zijn. Ik stelde voor om nog een laatste poging te doen om het te vinden en nadat ik een afslag had gemist en we weer een puur offroad weggetje te pakken hadden, wilde de Amerikaanse toch echt terug. Ik zei dat omkeren even lang zou duren als het rondje afmaken. Een leugentje om bestwil, want na een aantal minuten kwamen we bij een prachtig verlaten meer aan met allemaal kleine eilandjes, waar alleen een paar locals vissen probeerden te vangen. Als echte maniaken terug gereden (wel veilig natuurlijk) en voor het donker terug. Bij terugkomst vertelde de Amerikaanse dat dit haar meest leuke dag was in Cambodja (ze was er al 3 weken). Het was mooi, maar als dit me meest leuke dag in cambodja was, zou ik teleurgesteld zijn.
De volgende ochtend was de scooter weer aan bot in Kampot. Eerst naar een verborgen waterval (the wanderland) gereden midden in Bokor National Park. Hiking shoes voor het eerst echt aangedaan met de reden waarvoor ik ze gekocht had. Ik had verwacht ze wel eerder te gebruiken dan na 4 maanden, maar die schoenen hangen in ieder geval al die tijd al in evenwicht aan mijn backpack. Als we naar de top wilden moesten we namelijk een uur hiken over rotsen en rivieren, dat was wat de gozer ons vertelde, die er al 3 maanden woonde, en er nog nooit was geweest. Het was erg heet dus er was lichte twijfel die dag. Totdat het Oostenrijkse hiking blood (heet) van Siggy naar boven kwam. Ze deed vroeger regelmatig met haar vader en nadat ik eerst op achterstand werd gezet, was ik na een paar sprongen wel achter dat je vooral veel moest springen. We vlogen over de rotsen heen en na 4 verschillende pools on the road, kwamen we bij de waterval aan. Schitterend uitzicht en geen andere toeristen, niet eens bij het beginpunt. Tijdje genoten en tegelijk uitgerust om vervolgens het springen terug te doen, dit was een stuk minder vermoeiend. Onderweg nog een aantal indrukwekkende spiders tegengekomen, waarvan een paar ook vrij gifitg, but thats the experience. Eenmaal terug nog een duik genomen bij het laagste punt, waar alsnog maar 5 andere mensen waren.
Lunchie gegeten en op naar Bokor Hill met de scoot. Onze locals raadden ons aan om niet meer te gaan, omdat het al bijna donker werd en de verlichting op die weg maar zo-zo is. We waren echter beide overtuigd van onze scooterkunsten om het te bereiken, wat voor mij het hoogste op het lijstje stond om te bezoeken in Kampot. Halverwege dacht Lisa dat we niet hard genoeg reden om het tot de top te halen en dan weer terug, voordat het donker werd. We stopten en ik zei dat we echt wel op tijd terug zouden komen, maar Lisa leek hard in haar oordeel en ze wilde terug. Toen ik zei dat dit een big Lisappointment voor me zou zijn, had ik haar opeens overgehaald om toch mee te gaan. De weg was de hele weg al zo goed dat we, na de venijnige haarspeldbochten, aardig full gas konden. Eenmaal aangekomen op de berg zagen we direct een grote bouwval. Dit was een mega groot hotel in constructie, wat door de Chinezen werd gebouwd. Op Bokor Hill is, toen Cambodja nog in Frans bezit was, een dorp gebouwd, omdat de koele temperatuur bijgestaan door de wind, deed denken aan het Franse klimaat. In het tijdperk van de Rode Khmer is het in hun handen gevallen, aangezien het een punt was met goed overzicht over de zee. Nadat de Rode Khmer was verdreven zijn de gebouwen achtergelaten, waarbij een verlaten kerk en een verlaten casino (wordt momenteel al gerestaureerd) de hoogtepunten zijn gecombineerd met de fantastische hoogtepunten in de zin van viewpoints. Zeker met de ondergaande zon een plaatje. De rit er naartoe is ook heerlijk met perfect asfalt (aangelegd door de Chinezen, wordt door de locals beschouwd als de beste weg van Cambodja) en de weg terug is niet anders. Bijna geen ander verkeer, dus lekker crossend terug de bochten door om voor het donker weer de stad in te rijden. Dit lukte precies. Die avond vertelde Siggy dat het haar favoriete dag van haar trip was. Het doet me deugd dat ik twee dagen achter elkaal deel heb mogen uitmaken van iemands favoriete dag, dan gaat er toch iets goed.
De volgende ochtend hebben we vroeg de bus gepakt en zijn we naar Sihanoukville gegaan om vervolgens direct de boot naar het eiland Koh Rong Samloen te pakken. Dit is een back to basic chill-eiland met electriciteit tot 11 uur 's avonds en waarbij je je elektrische apparatuur alleen bij de bar kunt opladen. Geboekt bij Easy Tiger hostel, waar we in een treehouse sliepen. Die dag het eiland lopend verkent en we vielen direct met onze neus vol in de boter. Het was die avond volle maan, dus dat betekende een full moon party. Vroeg aan de borrel en ze hadden die avond een DJ geregeld en het hele eiland was op dezelfde plek aan het feesten. Een generator zorgde ervoor dat dit tot diep in de nacht door kon gaan. Wat ervoor zorgde dat ik de avond aardig bezoep eindigde. Bovendien ben ik nog van een bankje afgevallen met Siggy, hoe dat heeft kunnen gebeuren is een raadsel, wat we wel wisten is dat we onder het zand zaten. Dit vroeg om een duik in de zee en gelukkig was die voor handen. Extreem goed op mijn spullen gelet en die keurig netjes mee naar huis genomen.
Toch begon mijn ochtend in mineur, terwijl de kater mijn lichaam niet was binnen gedrongen. Mijn broek ontbrak tussen al mijn meegenomen spullen en laat daar nu net mijn telefoon in zitten. Mijn portomonnee had ik gelukkig thuis gelaten, want ik ken mezelf. Met mijn mobiel had ik hetzelfde plan, maar doordat er als het donker is ook lichtgevend plankton is te zien in de zee (wat achteraf met de camera helemaal niet vast te leggen was), besloot ik hem toch mee te nemen om een foto te schieten. Nu kan ik mezelf wel voor me kop schieten. Ben alle huizen voor het strand afgegaan of ze misschien een broek bij de gevonden voorwerpen hebben toegevoegd, maar dit was tevergeefs. Wat wel aardig was, was dat mij direct nieuwe broeken werden aangeboden, maar dit was op dit moment niet zozeer belangrijk. Uiteindelijk via de zoek my iphone app geprobeerd hem terug te vinden, maar de laatste locatie was nog steeds op het strand. En in tegenstelling tot vannacht waar het eb was, was het nu vloed, op de plek waar mijn broek behoorde te liggen. Ik heb me maar berust in het feit dat de zee hem heeft meegenomen. Gelukkig staan al mijn picca's wel op de icloud, dus die zijn niet verloren gegaan. Het back to the basic op dit eiland kreeg dus nog een versterkt effect zonder telefoon.
Die dag hebben we vooral uitgerust op het strand. In de zee waren geen golven, dus uitstekend om een nieuw dobberrecord te vestigen, die stamde uit de tijd in de Filipijnen. Het eiland was over het algemeen wel wat duurder dan het vaste land, maar wij hadden een heerlijk plekje gevonden met onwijs lekkere rice met chicken & pineapple, grote portie en supermalse kip en dat voor maar 2.5e dollar. Het meisje die de honeurs waarnam was 12 jaar en sprak redelijk engels, wat haar ouders niet konden. Het grappige was dat ze ons de eerste keer 10 dollar vroeg, terwijl het toch echt maar 7 dollar was. Waarmee we ook akkoord ging. De volgende dag was hetzelfde riedeltje en ze deed dit ook bij andere mensen, slimme manier om geld te verdienen en dat op die leeftijd.
Die dag hebben we ook 's ochtendsvroeg een kajak gehuurd om een rondje om het eiland te kajakken. Siggy zag nog een andere uitdaging met een extra eiland. Onder het mom van we zijn er nu toch, deze er ook maar bijgepakt. Na dit eiland gehad te hebben, waar een strand zou zijn, die er niet meer was, zijn we begonnen aan Koh Rong Samloen. Rond een aantal uur in de kajak, waarbij we echt immens veel plastic tegen kwamen in de zee, zo zonde, kwamen we aan op lazy beach. We hadden nog 2/3 van het eiland te gaan, maar een verdiende pauze was wel op zijn plaats. We hebben het woord lazy tot in perfectie uitgebeeld en hebben de rest van de middag hier vertoefd. Ook nog een snorkelspot opgezocht, maar dit was een plek geworden om vooral tussen plastic te zwemmen en je hoofd tegen een stic plastic voorwerp aan te stoten.
Om een uurtje of 5 was het tijd om het 1/3 stuk wat we hadden gedaan weer terug te gaan (om voor het donker terug te zijn), het hele eiland was toch iets te optimistisch. Het werd helemaal een goede keuze toen aan het begin van de weg terug siggy's peddel brak. Hij deed het nog wel maar we waren vooral op mijn peddel aangewezen. Het was een wezenlijk verschil met de heenweg. Aardig gesloopt aan het einde van de dag, maar we wilden het lichtgevende plankton nog even zien. Dit was door de volle maan niet heel goed zichtbaar. Wanneer je je handen bewoog in het water, zag je wel lichtgevende kristallen in het water verschijnen. Had er meer van verwacht, maar was evengoed niet verkeerd om mee te maken.
De volgende dag hadden we de boot terug, wel expres zo laat mogelijk, zodat we nog konden chillen op la plage. Om ons te plagen was de laatste echter al om 3 uur, dus moesten we wel gaan. Aangekomen op Sihanoukville hebben we een nachtje geslapen in Monkey Republic, alvorens we de volgende dag vertrokken met een scooter naar het National Park. Zaak was eerst om een mobiel te scoren, dus gingen we op zoek naar een telefoonzaak. Na 10 minuten rondgereden te hebben kwamen we uit bij een Meizu zaak, Deze zaak verkocht de gelijknamige telefoon en nog een aantal andere budgetmerk examplaren. Ik vertrouwde mezelf een dure mobiel niet meer toe en verzekeringstechnisch is het ook niet verstandig. Bovendien moet je in Azie altijd maar afwachten of je geen neppe troep krijgt. Het belangrijkste was dat er een beetje een knappe camera op zat, voor zover dat mogelijk is met een budgettelefoon. Uiteindelijk is mijn keuze gevallen op de Meizu M5 voor 140 dollar, inclusief 20 dollar afdingen. Ik kreeg er als klap op de vuurpijl ook nog een gratis goodiebag bij met handige accessoires voor mijn mobiel, waaronder een paraplu om hem te beschermen tegen de regen denk ik dan maar.
Onder begeleiding van Siggy's navigatie zijn we het National Park ingereden op zoek naar Monkey Maya beach. Vrouwen en navigatie is (op deze vakantie) nooit een goede combinatie geweest. Na ruim een uur rijden in stofwolken kwamen we aan op een beach, maar dit was niet Monkey Maya beach. Het was een uitgestrekt strand waar helemaal niemand te bekennen was, met een zee die eens een keer niet vol met plastic lag. Besloten om hier maar op te steken en voor dat we het wisten was de dag alweer voorbij gevlogen.
Het was de bedoeling om daarna snel terug te rijden, want Siggy moest haar bus van 6 uur naar Bangkok halen. Toen we de scooter echter wilde starten, kwam er iets van zand in de motor (niet geheel onlogisch daar). Hij startte in ieder geval niet, ook niet met kickstart. Terug gaan en de scooter laten staan leek niet de meest handige optie. Alleen iemand zoeken in the middle of nowhere valt ook niet mee. Uiteindelijk 2 gasten gevonden en met voeten en handgebaren duidelijk gemaakt dat mijn scooter stuk was en of ze mee konden komen. Hun hebben van alles geprobeerd tot aan de draadjes aan toe, maar starten ho maar. Totdat een van hun vrienden toevallig langskwam, even een kijk nam en hem zo maar aankickte. We stonden versteld, bleek het dat er een beveiliging op zat als het standaard nog uit stond.Gelukkig deed hij het weer en waren we op tijd terug voor Siggy's bus. Vervolgens heb ik zoveel mogelijk dingen op mijn mobiel proberen te installeren met de trage wifi om de volgende dag te kunnen vertrekken naar Koh Ta Kiev. Dit eiland heb ik gekozen nadat een reismaat uit Thailand (Rick), dit had aangeraden. Hij vertelde dat het nog meer back to basic was als Samloen, maar de sfeer en het eten er fantastisch was. Dat ga ik dan maar eens beide proeven!
Adiossss!